Ravj H6.3

Welkom
4 MAVO ||  2022-2023

Hoofdstuk 4 - Werk aan de winkel!
Exameneenheid arbeid en productie

1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom
4 MAVO ||  2022-2023

Hoofdstuk 4 - Werk aan de winkel!
Exameneenheid arbeid en productie

Slide 1 - Tekstslide

Programma
  • Herhaling
  • Bespreken opdracht 7
  • Hoofdstuk 6.3
  • Lesdoelen
  • Theorie
  • Aan de slag
  • Evaluatie

Slide 2 - Tekstslide

Box 3 - Vermogensrendementsheffing

  • De inkomstenbelasting in box 3 noem je ook wel vermogensrendementsheffing.
  • Box 3 van de inkomstenbelasting gaat over inkomen uit vermogen, zoals spaargeld en beleggingen.  
  • Bij deze belasting doet de overheid alsof je per jaar een bepaald percentage verdient aan rente met je spaargeld of winst op je belegging. Dit noem je het fictief rendement

Slide 3 - Tekstslide

Box 3- Heffingsvrij vermogen
Het eerste deel van je spaargeld is belastingvrij.
Dit heet het heffingsvrij vermogen.
Alles daarboven wordt wel belast. Heb je minder spaargeld dan het heffingsvrij vermogen, dan betaal je in box 3 geen belasting.

Slide 4 - Tekstslide

Box 3

Slide 5 - Tekstslide

  • De eerste € 50.000 reken je niet mee (heffingsvrij vermogen)
  • Mijn belastbaar vermogen 110.000 - 50.000 = 60.000
  • Over € 50.000 - € 100.000 -> 0,019 × € 50.000 = € 950
  • Dus nog 10.000 euro te belasten
  • Over € 100.000 - € 110.000 -> 0,045 × € 10.000 = € 450 
  • Totaal rendement =  950 + 450 = € 1.400 
  • De belasting daarover is 0,31 × € 1400 = € 434

Slide 6 - Tekstslide

  • De eerste € 50.000 reken je niet mee (heffingsvrij vermogen)
  • 2,1 miljoen - 50.000 = 2,05 miljoen (2.050.000)
  • Over € 50.000 - € 100.000->  0,019 × € 50.000 = € 950
  • Dus nog 2 miljoen te belasten
  • Over € 100.000 - € 1.000.000 -> 0,045 × € 900.000 = € 40.500
  • Dus nu nog 1,1 miljoen te belasten
  • Over alles boven € 1000.000 -> 0,0569 × € 1.100.000 = € 62.590 
  •  € 62.590 + € 40.500 + € 950
  • Totaal rendement: € 104.040

Slide 7 - Tekstslide

Actieven en inactieven
  • Actieven = mensen met betaald werk
  • Inactieven = mensen met geen betaald werk en hebben een uitkering

Slide 8 - Tekstslide

Probleem!
Inactieven +
Actieven  -

Slide 9 - Tekstslide

Waarom is het een probleem als er steeds minder actieven bijkomen en meer inactieven?

Slide 10 - Open vraag

Actieven betalen mee aan de inkomens van de inactieven
Herverdeling van inkomens

Slide 11 - Tekstslide

Door vergrijzing
--> Meer inactieven dan actieven

  • Of de uitkeringen omlaag (inactieven)
  • Of belastingen en premies omhoog (actieven)

Slide 12 - Tekstslide

Waarom wil de overheid de inkomens herverdelen?

Slide 13 - Open vraag

Inkomensverdeling
Een te scheve verdeling wordt gerepareerd door overheid =>
  • Nivellering: verschillen in inkomens worden kleiner gemaakt
  • Hoe wordt dat gedaan? 
  • Progressief belastingstelsel mensen die meer verdienen, betalen meer belasting. Niet alleen in euro's, ook als %.
  • Mensen met weinig/geen inkomen krijgen uitkeringen.
  • Secundaire inkomens zijn gelijker verdeeld.

Slide 14 - Tekstslide

Overheid & secundair inkomen
  1. Progressief belastingstelsel (als je meer verdient betaal je hoger % belasting; nivellerend)
  2. Heffingskorting (bedrag in €, nivellerend)
  3. Aftrekposten (denivellerend)
  4. Inkomensoverdrachten - (geen tegenprestatie, nivellerend)
  5. Sociale premies 
  6. Huur en zorgtoeslag (nivellerend)

Slide 15 - Tekstslide

Nivellering
Door een progressief belastingstelsel is er sprake van nivellering

Dit betekent dat de inkomensverschillen relatief kleiner worden

Het omgekeerde van nivellering noemen de denivellering

Dit betekend dat de inkomensverschillen relatief groter worden

Slide 16 - Tekstslide

Voorbeeld

Slide 17 - Tekstslide

Aan de slag
Maken paragraaf 6.3
Klaar? Afmaken 6.2

Slide 18 - Tekstslide