Les 5: Machtige heren, onvrije boeren (1)

Welkom

Pak je boeken, schrift, pen en wisbordje
1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom

Pak je boeken, schrift, pen en wisbordje

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

H5 Monniken en ridders

  §5.3 Machtige heren, onvrije boeren (Deel 1)
Halfvrije boeren in een landbouwsamenleving

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Planning vandaag
  1. Terugblik
  2. Uitleg Halfvrij op het domein (Deel 1)
  3. Aan de slag
  4. Afsluiting

Leerdoelen:
Aan het einde van deze les kun je:
  1. Uitleggen aan de hand van minimaal één voorbeeld waardoor boeren in de landbouwsamenleving halfvrij waren.
  2. Uitleggen aan de hand van minimaal één voorbeeld wat het verschil is tussen het leenstelsel en het hofstelsel. 
Je bent stil en luistert naar elkaar
(tenzij de docent jou de beurt geeft)
Bij een vraag steek je hand op
(roep dus niet door de klas)
Huiswerk:
§5.3: Machtige heren, halfvrije boeren
Opdracht: 1, 2 & 3

Slide 3 - Tekstslide

Tijd: 1 min

Huiswerk van de vorige keer is :
1.4 leven langs de Nijl
Opdracht 1 t/m 4
§5.3: Machtige heren, halfvrije boeren

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Landbouwsamenleving in plaats van een landbouwstedelijke samenleving 

+ Onzekerheid en onveiligheid --> boeren zoeken zekerheid en bescherming bij machtige heren 

+ In ruil voor de bescherming verloren de boeren een deel van hun vrijheid en werden horigen
Tijd van monniken en ridders

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Horigen: halfvrije boeren die hoorden bij het gebied van de heer.


Horigheid: de onvrijheid van de horigen. 


Domein: het gebied van een heer. 


Het hofstelsel

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hofstelsel
Boeren

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hofstelsel
Honger
Armoede
Onveilig
Boeren

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hofstelsel
Honger
Armoede
Onveilig
Edel man / Rijke boer
(de heer)
Boeren

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hofstelsel
Honger
Armoede
Onveilig
Edelman / Rijke boer
(de heer)
De heer geeft 
  • Bescherming
  • Landbouwgrond
Boeren

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hofstelsel
Honger
Armoede
Onveilig
Edelman / Rijke boer
(de heer)
De heer geeft 
  • Bescherming
  • Landbouwgrond
In ruil geeft de boer:
  • Deel van oogst
  • Herendiensten
Horigen

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De edelen
Eignaars van de grond, bestuurden het land, zorgden voor rechtspraak en voerden oorlog
Huis van de heer
Vaak niet meer dan een iets groter houten huis met een muur. Hierkonden de boeren schuilen bij een aanval.
Ophaalbrug
Kan gesloten worden bij een aanval
Gracht
Extra verdediging tijdens een aanval
Simpele huizen
Binnen de muren voor de belangrijkste mensen
Boomgaard
Ook binnen de muren werd voedsel verbouwd. Alle opbrengst hier was voor de heer
Boer buiten de muur
Er waren twee soorten boeren:
  1. Vrije boeren: bezaten hun eigen grond
  2. Horigen: hadden geen bezit en moesten werken voor de heer
Herendiensten
Horigen werden door de heer beschermd en gevoed, maar daar wilde de heer wel iets voor terug
De heer kon vragen om herendiensten
  • graan malen
  • druiven persen
  • vechten voor de heer
  • graan betalen
  • wegen onderhouden
  • gracht graven
Akker
Ook buiten de muren werd op het land gewerkt. Dit werd gedaan door de horigen.
Weiland
Buiten de muren lagen weilanden voor de dieren

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een donjon, of mottekasteel, was een versterkte wachttoren. Hier woonde de heer als er gevaar was.
Het gebied buiten het domein bestond uit de grond van de vrije boeren en de woeste gronden, onontgonnen gebied en bossen.
De vrije boeren moesten tijdens een oorlog wél meevechten met de heer. De wapenuitrusting moesten ze zelf betalen.
De akkers van de heer werden bewerkt door horigen. Er waren akkers waarbij de volledige opbrengst naar de heer ging, en er waren akkers waarbij een deel van de opbrengst voor de horige boeren was. Overigens moesten ze hun pacht ook weer van deze opbrengst betalen.
Het vroonhof was de boerderij (hoeve) van de heer. Hier woonde de heer als er geen gevaar was. De opbrengsten van zijn akkers werd in schuren opgeslagen. In woningen naast een vroonhof woonden de horige boeren in geval van gevaar, zoals oorlog.
Bij het vroonhof waren stallen voor de dieren en boomgaarden.
Horigen woonden in vredestijd buiten het vroonhof
Met het hofstelsel bedoelen we het hele systeem (stelsel) van heren en horigen, inclusief de pacht en de herendiensten.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

- Hof: woning van de eigenaar of de rentmeester (iemand die namens de eigenaar het domein beheert)

- Kerk, molen, bierbrouwerij, voorraadschuren, visvijver, akkerland, etc..

- Een deel van het domein is voor de heer (vroonland), een deel van het domein is voor de horigen (hoeveland).
De organisatie van het domein

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leenstelsel / Feodaal stelsel
Hofstelsel
'Het economische systeem met horigen op domeinen.'
'Het bestuurssysteem met leenheren en leenmannen.'

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

§5.3: Machtige heren, onvrije boeren
Opdracht:   1, 2, 3
WB: blz. 125
Je bent stil en luistert naar elkaar
(tenzij de docent jou de beurt geeft)
Bij een vraag steek je hand op
(roep dus niet door de klas)
Huiswerk:

Slide 17 - Tekstslide

Tijd: 1 min

Huiswerk van de vorige keer is :
1.4 leven langs de Nijl
Opdracht 1 t/m 4

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het verschil tussen het hofstelsel en het leenstelsel / Feodale stelsel?

Slide 19 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

  1.  Jachtrecht
  2. Molenrecht
  3. Recht om recht te spreken
Rechten van de heer (heerlijke rechten)

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  1.  Jachtrecht
  2. Molenrecht
  3. Recht om recht te spreken
Rechten van de heer (heerlijke rechten)
Plichten van de heer
  1. De boeren op zijn land beschermen (door middel van legertjes).
  2. De boeren laten landbouwen en veeteelt bedrijven.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Op het domein:
  1. Akkerbouw en veeteelt verrichten
  2. Wonen
  3. Gebruik maken van de weiden en bossen


Rechten van horigen

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Op het domein:
  1. Akkerbouw en veeteelt verrichten
  2. Wonen
  3. Gebruik maken van de weiden en bossen.

Rechten van horigen
Plichten van de heer
  1. Belasting betalen: een deel van de oogst afstaan aan de heer.
  2. Herendiensten verrichten: een deel van de tijd onbetaald werken voor de heer.                                                                                                                                              
  3.  Ze mochten het domein niet zonder toestemming verlaten. ,
               Bijvoorbeeld: wegen aanleggen, hekken bouwen/repareren, meehelpen op het land van de heer.

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

§5.3: Machtige heren, onvrije boeren
Opdracht:   1, 2, 3
WB: blz. 125
Je bent stil en luistert naar elkaar
(tenzij de docent jou de beurt geeft)
Bij een vraag steek je hand op
(roep dus niet door de klas)
Huiswerk:

Slide 24 - Tekstslide

Tijd: 1 min

Huiswerk van de vorige keer is :
1.4 leven langs de Nijl
Opdracht 1 t/m 4
Welkom

Pak je boeken, schrift, pen en wisbordje

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

H5 Monniken en ridders

  §5.3 Machtige heren, onvrije boeren (Deel 2)
Halfvrije boeren in een landbouwsamenleving

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Planning vandaag
  1. Terugblik
  2. Uitleg Halfvrij op het domein (Deel 2)
  3. Aan de slag
  4. Afsluiting

Leerdoelen:
Aan het einde van deze les kun je:
  1. Uitleggen aan de hand van minimaal één voorbeeld waardoor boeren in de landbouwsamenleving halfvrij waren.
  2. Uitleggen aan de hand van minimaal één voorbeeld wat het verschil is tussen het leenstelsel en het hofstelsel. 
  3. Uitleggen aan de hand van de standen welke sociale verhoudingen er waren in de vroege middeleeuwen.
  4. Uitleggen aan de hand van een voorbeeld welke handel er was.
Je bent stil en luistert naar elkaar
(tenzij de docent jou de beurt geeft)
Bij een vraag steek je hand op
(roep dus niet door de klas)
Huiswerk:
§5.3: Machtige heren, halfvrije boeren
Opdracht: 4, 7, 8, 9  

Slide 27 - Tekstslide

Tijd: 1 min

Huiswerk van de vorige keer is :
1.4 leven langs de Nijl
Opdracht 1 t/m 4
Wat is het verschil tussen het hofstelsel en het leenstelsel / Feodale stelsel?

Slide 28 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is geen kenmerk van het hofstelsel?
A
Horigen moeten voor de heer op zijn land werken.
B
Horigen mogen niet naar een ander gebied gaan (zonder toestemming).
C
In het hofstelsel geeft de heer bescherming aan zijn horigen.
D
Een horige moet trouw sferen aan zijn heer voordat hij land krijgt.

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hofstelsel
Honger
Armoede
Onveilig
Edelman / Rijke boer
(de heer)
De heer geeft 
  • Bescherming
  • Landbouwgrond
In ruil geeft de boer:
  • Deel van oogst
  • Herendiensten
Horigen

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

§5.3: Machtige heren, halfvrije boeren

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  1.  Jachtrecht
  2. Molenrecht
  3. Recht om recht te spreken
Rechten van de heer (heerlijke rechten)

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  1.  Jachtrecht
  2. Molenrecht
  3. Recht om recht te spreken
Rechten van de heer (heerlijke rechten)
Plichten van de heer
  1. De boeren op zijn land beschermen (door middel van legertjes).
  2. De boeren laten landbouwen en veeteelt bedrijven.

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Op het domein:
  1. Akkerbouw en veeteelt verrichten
  2. Wonen
  3. Gebruik maken van de weiden en bossen


Rechten van horigen

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Op het domein:
  1. Akkerbouw en veeteelt verrichten
  2. Wonen
  3. Gebruik maken van de weiden en bossen.

Rechten van horigen
Plichten van de heer
  1. Belasting betalen: een deel van de oogst afstaan aan de heer.
  2. Herendiensten verrichten: een deel van de tijd onbetaald werken voor de heer.                                                                                                                                              
  3.  Ze mochten het domein niet zonder toestemming verlaten. ,
               Bijvoorbeeld: wegen aanleggen, hekken bouwen/repareren, meehelpen op het land van de heer.

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Drie sociale groepen
In de middeleeuwen ontstond een standensamenleving.
Er waren drie standen:

  1. De geestelijkheid (in dienst van de kerk) had privileges/heerlijke rechten
  2. De adel (in dienst van het bestuur) had privileges/heerlijke rechten
  3. De boeren (vrije boeren en horigen) kregen bescherming

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

                                   3 sociale groepen 


1. Geestelijken (zij die bidden)

2. Edelen (zij die vechten) 

3. Boeren (zij die werken)


Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

- In de tijd van monniken en ridders was er weinig handel.

- Domeinen waren autarkisch: zelfvoorzienend. 

- Dorestad (Nederland) was een uitzondering. 
Weinig handel

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat waren de plichten van horigen op het domein?
A
Belasting betalen en herendiensten verrichten.
B
Herendiensten verrichten en domein verlaten zonder toestemming.
C
Belasting betalen, herendiensten verrichten en domein niet verlaten zonder toestemming.
D
Alleen wonen en gebruik maken van de weiden en bossen.

Slide 41 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat waren de drie standen in de middeleeuwen?
A
Kloosterlingen, ridders en handwerkslieden.
B
Koningen, prinsen en handelaren.
C
Boeren, ambachtslieden en handelaren.
D
Geestelijken, adel en boeren.

Slide 42 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het hofstelsel?
A
Een bestuurssysteem met koningen en prinsen.
B
Een economisch systeem met horigen op domeinen.
C
Een bestuurssysteem met leenheren en leenmannen.
D
Een economisch systeem met handelaren.

Slide 43 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe zag de handel er in de tijd van de monniken en ridders eruit?

Slide 44 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

§5.3: Machtige heren, onvrije boeren
Opdracht:   1, 2, 3, 4, 7, 8, 9
WB: blz. 125 t/m 127
Je bent stil en luistert naar elkaar
(tenzij de docent jou de beurt geeft)
Bij een vraag steek je hand op
(roep dus niet door de klas)
Huiswerk:

Slide 45 - Tekstslide

Tijd: 1 min

Huiswerk van de vorige keer is :
1.4 leven langs de Nijl
Opdracht 1 t/m 4