In deze les zitten 60 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Quizvragen Wonen in Nederland - stad
Slide 1 - Tekstslide
De oma van Sjaak loopt liever niet door het tunneltje waar vaak jongeren hangen.
A
Subjectieve sociale veiligheid
B
Objectieve sociale veiligheid
Slide 2 - Quizvraag
Fietsen worden vaker gestolen, maar de pakkans van dieven is klein. Mensen doen minder aangifte. De objectieve sociale veiligheid ... en de subjectieve sociale veiligheid .....
A
daalt - stijgt
B
daalt - daalt
C
stijgt - stijgt
D
stijgt - daalt
Slide 3 - Quizvraag
Welke stroom komt mede door de komst VINEX-wijken op gang?
A
Urbanisatie
B
Suburbanisatie
C
Re-urbanisatie
Slide 4 - Quizvraag
Welke begrip past hier bij?
A
Concentrisch
B
Meerkernen
C
Forensisme
D
Congestie
Slide 5 - Quizvraag
Waar zullen de meeste files zijn elke ochtend door weersomstandigheden in Nederland?
A
Noord-oosten
B
Zuid-westen
C
Zuid-oosten
D
Noord-westen
Slide 6 - Quizvraag
Files zijn vooral een gevolg van...
A
Urbanisatie
B
Suburbanisatie
C
Re-urbanisatie
Slide 7 - Quizvraag
Gaat het in deze figuren om Subjectieve of Objectieve sociale veiligheid?
A
Objectieve sociale veiligheid
B
Subjectieve sociale veiligheid
Slide 8 - Quizvraag
Bij sociale veiligheid gaat het zowel om objectieve als subjectieve veiligheid. Als er veel aangiftes worden gedaan van diefstal in een wijk, dan gaat het over ...
A
subjectieve veiligheid
B
objectieve veiligheid
Slide 9 - Quizvraag
Om de leefbaarheid te verbeteren wordt er soms gekozen voor het neerzetten van extra lantaarnpalen.
Vergroot dit vooral de objectieve of subjectieve veiligheid?
A
objectieve
B
subjectieve
Slide 10 - Quizvraag
Een duale arbeidsmarkt bestaat uit ......... werknemers enerzijds en ........... werknemers anderzijds.
A
rijkere hoogopgeleide -
armere laagopgeleide
B
hooggeschoolde -
werkloze
C
relatief jonge -
relatief oude
D
goed betaalde -
werkloze
Slide 11 - Quizvraag
Een stad met nieuwe ontwikkelingen / innovatie in de creatieve industrie
A
Creatieve stad
B
Smart city
C
Nieuwbouw
D
Utereg
Slide 12 - Quizvraag
Het proces van stadsvernieuwing in de jaren '80 heeft niet gewerkt. De leefbaarheid verbeterde niet. Wat is daar de belangrijkste reden voor?
A
De woningen bleven hetzelfde
B
de bewoners bleven hetzelfde
Slide 13 - Quizvraag
In het kantorenpark tussen de Amsterdam Arena en het AMC worden kantoren omgebouwd tot appartementen. Van welk proces is hier sprake?
A
Segregatie
B
Restaurering
C
Herstructurering
D
Sanering
Slide 14 - Quizvraag
Dankzij metropoolvorming zal de Randstad dichter bevolkt raken
A
waar
B
niet waar
Slide 15 - Quizvraag
Wat is sociale cohesie?
A
Verbondenheid tussen mensen in een buurt
B
Het gevoel van veiligheid in een buurt
C
Minimaal contact tussen buurtgenoten
D
Het gebrek aan vertrouwen in mensen in de buurt
Slide 16 - Quizvraag
Waar is de sociale cohesie het grootst
A
Doorlopende straat in de stad
B
Doorlopende straat in een dorp
C
Woonerf in de stad
D
Woonerf in een dorp
Slide 17 - Quizvraag
Conflicten tussen verschillende groepen is een vorm van
A
sociale cohesie
B
etnische polarisatie
C
sociale polarisatie
D
etnische cohesie
Slide 18 - Quizvraag
waar is relatief veel openbaar groen?
A
tuindorp
B
gallerijflats
C
bloemkoolwijk
D
vinexwijk
Slide 19 - Quizvraag
wat voor woonwijk is dit?
A
tuindorp
B
vinexbuurt
C
bloemkoolwijk
D
19e eeuwse arbeidersbuurt
Slide 20 - Quizvraag
Wat voor type woonwijk is dit?
A
tuindorp
B
vinexbuurt
C
bloemkoolwijk
D
arbeidersbuurt
Slide 21 - Quizvraag
In welke wijk kan je verwachten dat er veel (grote) migrantengezinnen wonen?
A
Vinex wijk
B
Naoorlogse hoogbouwwijk
C
Standscentrum
D
Bloemkoolwijk in een groeikern
Slide 22 - Quizvraag
Welke hoort niet in het rijtje thuis?
A
Suburbanisatie
B
Forensisme
C
Negentiende-eeuwse wijk
D
Bloemkoolwijk
Slide 23 - Quizvraag
wat voor type woonwijk is dit?
A
tuindorp
B
vinexwijk
C
bloemkoolwijk
D
arbeidersbuurt
Slide 24 - Quizvraag
Woonerven en bloemkoolwijken kenmerken zich door een recht en strak wegenpatroon
A
Juist
B
Onjuist
Slide 25 - Quizvraag
Dit is een voorbeeld van een:
A
Arbeiderswijk
B
Vooroorlogse wijk
C
Naoorlogse wijk
D
Bloemkoolwijk
Slide 26 - Quizvraag
Wat zie je hier?
A
jaren 70 woningen, bloemkoolwijk
B
nieuwbouw vinex, gebouwd 2000
C
arbeiderswoningen 19e eeuw
D
tuindorp woningen, gebouwd ca. 1930
Slide 27 - Quizvraag
In welke wijk heeft de meeste herstructurering plaats gevonden?
A
19e eeuwse arbeiderswijk, dichtbij centrum
B
jaren 30-wijk, grote oude huizen, verder van centrum
C
naoorlogse wijk met portiekflats
D
wijk met huizen van rond 1980, vaak hofjes
Slide 28 - Quizvraag
Welk verschil is er tussen stadsvernieuwing in herstructurering?
A
Alleen bij stadsvernieuwing worden de woningen verbeterd.
B
Alleen bij herstructurering worden de woningen verbeterd.
C
Alleen bij standsvernieuwing verandert de bevolkingssamenstelling
D
Alleen bij herstructurering verandert de bevolkingssamenstelling
Slide 29 - Quizvraag
Wat is geen gevolg van herstructurering?
A
veel sanering
B
er komen mensen met hogere inkomens in die wijken
C
Toename sociale cohesie
D
de huizenprijzen gaan omhoog
Slide 30 - Quizvraag
Uit welke drie onderdelen bestaat een buurtprofiel
A
Woningeigendom, etniciteit, veiligheid
B
Woningkenmerken, inkomen, woonomgeving
C
Woningkenmerken, bewonerskenmerken, woonomgeving
D
Woningtype, bewonerskenmerken, woonomgeving
Slide 31 - Quizvraag
Wat is de juiste volgorde van begrippen als het gaat over Nederland
A
reurbanisatie, urbanisatie,
suburbanisatie
B
suburbanisatie, urbanisatie, reurbanisatie
C
urbanisatie, suburbanisatie, reurbanisatie
Slide 32 - Quizvraag
Waarom werden de Vinex-wijken tegen de stad aan gebouwd?
A
Omdat daar ruimte was.
B
Omdat de mensen daar graag wilden wonen.
C
Omdat mensen dan dichter bij hun werk woonden.
D
Omdat de groeikernen al groot genoeg waren.
Slide 33 - Quizvraag
VINEX is een afkorting voor
A
Vierde Nota Exclusief
B
Vierde Nota Extra
C
Vernieuwings-wijken extra
D
Vernieuwings-wijken exclusief
Slide 34 - Quizvraag
Groeikernen werden aangewezen om de suburbanisatie te bundelen
A
juist
B
onjuist
Slide 35 - Quizvraag
Het groeikernenbeleid hoort vooral bij de jaren ...
A
60
B
70
C
80
D
90
Slide 36 - Quizvraag
Het aanwijzen van groeikernen leidde tot meer mobiliteit.
A
juist
B
onjuist
Slide 37 - Quizvraag
Grootschalige nieuwe woningbouwlocatie aan de rand van een stedelijk gebied, vooral bedoeld om de snelgroeiende bevolking op te vangen.
A
Groeikern
B
Herstructurering
C
Stadsvernieuwing
D
Vinexlocatie
Slide 38 - Quizvraag
Een economie waarin vooral nieuwe technologie en nieuwe producten worden bedacht.
A
Innovatie
B
Kenniseconomie
C
Smart City
D
Science Park
Slide 39 - Quizvraag
Bekijk de afbeelding. Welk begrip past bij de afbeelding?
A
Sustainable City
B
Stad van de toekomst
C
Creatieve stad
D
Smart City
Slide 40 - Quizvraag
Welk deel van de Randstad is economisch het sterkst?
A
De Noordvleugel
B
De Zuidvleugel
Slide 41 - Quizvraag
Probleemwijken zijn vaak woonwijken waar ........
A
veel mensen zonder migratieachtergrond wonen
B
veel mensen met een migratieachtergrond wonen
Slide 42 - Quizvraag
Welke bewoners- en woningkenmerken uit het buurtprofiel horen bij deze wijk?
A
relatief veel koopwoningen, goede staat van onderhoud, relatief hoge inkomens,
B
veel sociale huurwoningen, veel gezinnen met kinderen, hoog percentage eengezinswoningen
C
veel sociale huurwoningen, hoog percentage inwoners met een migratieachtergrond, slechte staat van onderhoud
D
relatief lage inkomens, veel gezinnen met kinderen, hoog percentage inwoners met een westerse migratieachtergrond
Slide 43 - Quizvraag
In de Randstad worden nieuwbouwwoningen sinds 1990 alleen in vinex-wijken gebouwd
A
juist
B
onjuist
Slide 44 - Quizvraag
Waarin verschilt de Randstad het meest van andere stedelijke gebieden?
A
De Randstad heeft een hoge bevolkingsdichtheid.
B
In de Randstad werken veel mensen in de dienstensector.
C
De Randstad bestaat uit meerdere steden.
D
In de Randstad wonen veel mensen uit andere culturen.
Slide 45 - Quizvraag
De Zuidvleugel herken je aan ...
A
Veel agrarisch gebied, lage verstedelijkingsgraad
B
Een netwerk van creatieve en innovatieve bedrijvigheid
C
Topsectoren van chemie, industrie en logistiek
D
Hoogbouw met kantoren gemengd met een stedelijke woonfunctie
Slide 46 - Quizvraag
Twee stellingen: 1. Wijk is een ander woord voor buurt 2. Bij een buurtprofiel wordt vooral gekeken naar kenmerken van bewoners , woningen en de woonomgeving
A
Beide beweringen zijn juist
B
Beide beweringen zijn onjuist
C
Bewering 1 is juist, bewering 2 onjuist
D
Bewering 1 is onjuist,
bewering 2 juist
Slide 47 - Quizvraag
Wat is de Randstad?
A
Een stad
B
Een agglomeratie
C
Een stadsgewest
D
Een stedelijk netwerk
Slide 48 - Quizvraag
Het vernieuwen van een woonwijk noem je:
A
Renovatie
B
Stedelijke vernieuwing
C
Sloop en nieuwbouw
Slide 49 - Quizvraag
Bij gentrificatie worden oude woonwijken opgeknapt. Wie doen dit?
A
Gemeentes
B
Arme oorspronkelijke bewoners
C
Rijkere nieuwe bewoners
D
Rijke investeerders uit het buitenland
Slide 50 - Quizvraag
Welke woonwijk hoort bij de afbeelding?
A
19e eeuwse wijken
B
naoorlogse hoogbouw (jaren '60)
C
laagbouw (jaren '70 en '80)
D
vinex-wijken
Slide 51 - Quizvraag
Wat voor een soort woonwijk zie je hier?
A
woonwijk jaren 60
B
woonwijk jaren 90
C
woonwijk jaren 70
D
woonwijk jaren 2000
Slide 52 - Quizvraag
Wat is dit voor woonwijk?
A
Laagbouw jaren '70 en '80
B
Vinex wijken
C
Hoogbouw jaren'60
D
19e eeuwse wijken
Slide 53 - Quizvraag
Probleemwijken zijn vaak woonwijken waar ........
A
méér dan gemiddeld verdiend wordt
B
minder dan gemiddeld verdiend wordt
Slide 54 - Quizvraag
Hoe heet deze grote basiliek in Barcelona ontworpen door Antoni Gaudí?
A
Sagrada Família
B
Palau Güell
C
El Capricho
D
Palacio Episcopal de Astorga
Slide 55 - Quizvraag
Welk wereldberoemd theater zie je hier?
A
Royal Ballet and Opera
B
Gran Teatre del Liceu
C
Sydney Opera House
D
Teatro La Fenice
Slide 56 - Quizvraag
Het proces van stadsvernieuwing in de jaren '80 heeft niet gewerkt. De leefbaarheid verbeterde niet. Wat is daar de belangrijkste reden voor?
A
De woningen bleven hetzelfde
B
de bewoners bleven hetzelfde
Slide 57 - Quizvraag
Waar in Nederland staat de Martinitoren?
A
Delft
B
Groningen
C
Utrecht
D
Zwolle
Slide 58 - Quizvraag
Dankzij metropoolvorming zal de Randstad dichter bevolkt raken