Week 35: Les 1 + 2

Les 1: Tekstdoelen
- Welkom!
- Pak je spullen voor je
- Inloggen LessonUp
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Les 1: Tekstdoelen
- Welkom!
- Pak je spullen voor je
- Inloggen LessonUp

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
- Aan het einde van de les weet je welke doelen een schrijver kan hebben met een tekst.

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Welk tekstdoel hoort bij een leesboek?

Slide 4 - Open vraag

Welk tekstdoel hoort bij een advertentie?
A
overtuigen
B
instrueren
C
activeren
D
amuseren

Slide 5 - Quizvraag

Welk tekstdoel hoort bij betogende teksten?

Slide 6 - Open vraag

Wat is een voorbeeld van een informatieve tekst?
A
recept
B
stripverhaal
C
planning
D
affiche

Slide 7 - Quizvraag

Bij welke tekstsoort worden vooral feiten gebruikt?

Slide 8 - Open vraag

Waar draait het om bij het tekstdoel overtuigen?
A
de mening van de schrijver
B
de lezer over te halen
C
feiten
D
de lezer iets uitleggen

Slide 9 - Quizvraag

Geef een synoniem van 'amuseren'

Slide 10 - Open vraag

Wat is een voorbeeld van een instruerende tekst?
A
woordenboek
B
handleiding
C
nieuwsbericht
D
kort verhaal

Slide 11 - Quizvraag

Welk tekstdoel hoort bij een geboortekaartje?

Slide 12 - Open vraag

Les 2 Onderwerp en hoofdgedachte
- Welkom!
- Pak je spullen voor je :)
- 10 minuten lezen 

Slide 13 - Tekstslide

Leerdoelen 
- Aan het einde van de les weet hoe je het onderwerp van een tekst kunt vinden.

- Aan het einde van de les weet je hoe de hoofdgedachte in een tekst kunt vinden. 

Slide 14 - Tekstslide

Wat was globaal lezen?

Slide 15 - Open vraag

Onderwerp

Slide 16 - Woordweb

Hoofdgedachte

Slide 17 - Woordweb

Uitleg: Onderwerp 
- Een tekst of een verhaal gaat ergens over.

- Lees de tekst eerst oriënterend
en stel dan de vraag:
Waarover gaat de hele tekst?

Slide 18 - Tekstslide

Uitleg: Hoofdgedachte
- Belangrijkste van een tekst kan in één zin samengevat worden:
de hoofdgedachte

- Staat MEESTAL in de inleiding, titel of het slot (dus niet altijd!)
Je vindt de hoofdgedachte door de tekst precies te lezen. 

Slide 19 - Tekstslide

Leg in je eigen woorden uit wat hoofdgedachte is.

Slide 20 - Open vraag