In deze les zitten 21 slides, met tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
De transformator
Slide 1 - Tekstslide
Deze les
Herhaling werking transformator
Rekenen aan transformator
Ideale transformator
Slide 2 - Tekstslide
Wat is een transformator?
De transformator is een apparaat waarmee je de spanning kunt transformeren.
De spanning maak je dan groter of kleiner.
Wordt gebruikt voor:
De spanning in hoogspanningsleiding hoog te maken
Apparaten om de juiste spanning te laten werken (smartphone)
Slide 3 - Tekstslide
Werking transformator
Een transformator bestaat uit:
- een spoel met een kleiner aantal windingen
- een spoel met een groter aantal windingen
- een weekijzeren kern
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Werking Transformator
De spoel die aangesloten is op een spanningsbron (batterij of aan een stopcontact) is de primaire spoel.
De spoel met de meeste windingen heeft een grotere spanning.
Slide 6 - Tekstslide
Rekenen aan transformator
De spoel met de meeste windingen heeft de grootste spanning en de spoel met de minste windingen heeft de kleinste spanning.
Slide 7 - Tekstslide
Rekenen aan transformator
Slide 8 - Tekstslide
Opdracht
Boudewijn heeft een spanningsbron die een spanning van 6,0 V levert. Hij heeft een hogere spanning nodig, en heeft hiervoor keuze uit spoelen met 200, 300, 400 en 600 windingen.
-met welke combinatie kan hij de spanning het meest omhoogbrengen?
-Bereken de secundaire spanning met deze combinatie
Slide 9 - Tekstslide
Ideale transformator
In een transformator verlies je meestal energie. De transformator wordt dan warm of gaat trillen.
Een transformator waarmee je geen energie verliest noemen we een ideale transformator.
Bij een ideale transformator is het vermogen van de primaire spoel even groot als het vermogen van de secundaire spoel.
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Ideale transformator
We kennen de formule van P = U x I nog. Deze formule zegt dat ik P kan uitrekenen met U x I. Daarom mag ik in formules P vervangen met U x I.
Dan krijg je:
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Ideale transformator
We sluiten een lasapparaat aan op het lichtnet. De stroomsterkte door de primaire spoel is 20 A. De secundaire spoel levert een vermogen van 54 V. Bereken de stroomsterkte in de secundaire spoel
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Video
Aan de slag!
Opdrachten van Paragraaf 2
De sterretjes mag je overslaan
Slide 16 - Tekstslide
Opdracht 8
Hoe groot zal de spanning zijn tussen de aansluitpunten P en Q? 3V, 5V of 8V?
Slide 17 - Tekstslide
Opdracht 8
Tussen de drie schakelingen is het aantal windingen tussen P en Q het kleinst, dit zal dus de 3V aansluiting zijn
Wij gebruiken cookies om jouw gebruikerservaring te verbeteren en persoonlijke content aan te bieden. Door gebruik te maken van LessonUp ga je akkoord met ons cookiebeleid.