Toets Geschiedenis 3V2

Toets Geschiedenis hs 3
"Wie beslist"
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisBasisschoolGroep 2

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

Toets Geschiedenis hs 3
"Wie beslist"

Slide 1 - Tekstslide

België, Luxemburg en Nederland waren begin 19e eeuw drie verschillende landen
A
juist
B
onjuist
C
weet niet

Slide 2 - Quizvraag

Alleen Oranjes kunnen koning van Nederland worden.
A
juist
B
onjuist
C
weet niet

Slide 3 - Quizvraag

Begin 19e eeuw was Nederland een stuk kleiner dan nu.
A
juist
B
onjuist
C
weet niet

Slide 4 - Quizvraag

Amalia wordt (ooit) de nieuwe koningin van Nederland.
A
juist
B
onjuist
C
weet niet

Slide 5 - Quizvraag

De eerste koning van Nederland was Philips I.
A
juist
B
onjuist
C
weet niet

Slide 6 - Quizvraag

In 1815 werd Willem-Alexander koning.
A
juist
B
onjuist
C
weet niet

Slide 7 - Quizvraag

Toen er in 1815 een koning kwam in Nederland werd het een ...
A
republiek
B
koninkrijk
C
communistisch land

Slide 8 - Quizvraag

de eerste koning van Nederland was koning Albert
A
juist
B
onjuist
C
weet niet

Slide 9 - Quizvraag

Toen het kiesrecht werd ingevoerd mochten mannen en vrouwen stemmen
A
juist
B
onjuist
C
weet niet

Slide 10 - Quizvraag

Vrouwen kregen eerder stemrecht dan de mannen.
A
juist
B
onjuist
C
weet niet

Slide 11 - Quizvraag

de regering werkt aan het Binnenhof.
A
juist
B
onjuist
C
weet niet

Slide 12 - Quizvraag

De koning woont in de Ridderzaal, daar staat ook de troon.
A
juist
B
onjuist
C
weet niet

Slide 13 - Quizvraag

Prinsjesdag is altijd de 2e dinsdag in september.
A
juist
B
onjuist
C
weet niet

Slide 14 - Quizvraag

De 1e Kamer bestaat uit 75 Kamerleden
A
juist
B
onjuist
C
weet niet

Slide 15 - Quizvraag

Het Binnenhof (daar waar de regering zit) is in Amsterdam.
A
juist
B
onjuist
C
weet niet

Slide 16 - Quizvraag

De 2e Kamer bestuurt het land.
A
juist
B
onjuist
C
weet niet

Slide 17 - Quizvraag

De minister-president (Rutte) controleert de regering.
A
juist
B
onjuist
C
weet niet

Slide 18 - Quizvraag

De 1e en 2e Kamer samen vormen het parlement.
A
juist
B
onjuist
C
weet niet

Slide 19 - Quizvraag

Onze koning (Willem-Alexander) is de baas in Nederland, hij beslist!
A
juist
B
onjuist
C
weet niet

Slide 20 - Quizvraag

Er mocht niet opnieuw een oorlog komen. Daarom kregen we de euro als betaalmiddel.
A
juist
B
onjuist
C
weet niet

Slide 21 - Quizvraag

Alle landen in Europa zijn lid van de Europese Unie.
A
juist
B
onjuist
C
weet niet

Slide 22 - Quizvraag

Ook voor (het bestuur van)de Europese Unie vinden verkiezingen plaats.
A
juist
B
onjuist
C
weet niet

Slide 23 - Quizvraag