les 15 Poëzieanalyse les 2

Poëzie-analyse les 2
Terugblik beeldspraak
Verder met stijlfiguren
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 19 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Poëzie-analyse les 2
Terugblik beeldspraak
Verder met stijlfiguren

Slide 1 - Tekstslide

Beeldspraak
  • Vergelijking


  • metafoor
  • personificatie
  • metonymia
- met als
-zonder als 

Slide 2 - Tekstslide

Vergelijking met en zonder als
(zoals of evenals)
Object en beeld worden genoemd

Henk is echt een pannenkoek
Henk is zo dom als een pannenkoek

Slide 3 - Tekstslide

Metafoor
Vergelijking waarbij alleen het beeld wordt genoemd
Het object wordt weggelaten/blijft impliciet

Daar loopt die pannenkoek.
Die pannenkoek is weer eens veel te laat.

Slide 4 - Tekstslide

Personificatie
Aan een plant, boom, ding of dier worden menselijke eigenschappen toegekend.
  • De angst grijpt me bij de keel.
  • Het leven lacht haar toe.
  • De koekjes verleiden ons met hun geur.

Slide 5 - Tekstslide

Metonymia
Het gaat niet om een overeenkomst, maar om een bepaald kenmerk van iets of iemand.
  1. Deel in plaats van geheel: die lange, die kale, die neus is crimineel 
  2.  Geheel in plaats van deel: Nederland scoort! Leerdam gaat aan kop!
  3.  Maker in plaats van product: Daar hangt een Van Gogh. Ik spaar voor                                                                                                                            een Chanel.  
  4.  Materiaal in plaats van product: ik werk aan een doek, hij won brons.
  5.  Houder in plaats van inhoud: nog een kopje? Lust je een bakkie? 

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Zoek metafoor en personificatie

Slide 8 - Tekstslide

Precies goed
Bab Gons 
(Dichter des vaderlands 2023)

Herken de personificatie
(Spoken word, met beeld)

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Precies goed - Babs Gons
En dat de aarde je dan met haar zachte handen
heel voorzichtig omhoog duwt,
je op de wang kust en fluistert;
het is omdat je zo ontzettend mens bent.
Niet te veel, niet te weinig, gewoon genoeg mens.
Net zo mens als andere mensen.
Precies goed.

Slide 11 - Tekstslide

Stijlfiguren
  1. Lezen: blz. 6 van je reader

Slide 12 - Tekstslide

Noteer het stijlfiguur Kies uit: hyperbool, understatement, paradox, antithese, repetitio, woordspeling, eufemisme.
  • Mijn vrienden ik steunen elkaar door dik en dun.
  • ‘Ik zie mezelf liever als een rijpe vrouw,’ zei het 70-jarige model.
  • .                                                     Kalm aan en rap een beetje!


  • Je zou kunnen zeggen dat mijn oom wel van een glaasje houdt.
  • Pas toen het donker was, vond hij het licht.
  • “We hebben besloten om de samenwerking te beëindigen,” zei de directeur toen hij mij ontsloeg.

Slide 13 - Tekstslide

Stijlfiguren
  1. Lezen: blz. 23 van je reader
  2. Maak opdr. 2 en 3 blz. 23

Slide 14 - Tekstslide

Opdracht 2
  1. Vergelijking met als
  2. Metafoor (een veilige plek)
  3. Personificatie
  4. Vergelijking
  5. Metafoor
  6. Metafoor
  7. Metonymia








Slide 15 - Tekstslide

Opdracht 2
  • 8. Metafoor
  • 9. Personificatie
  • 10. Vergelijking met als
  • 11. Metafoor
  • 12. Metonymia
  • 13. Vergelijking
  • 14. Metafoor

Slide 16 - Tekstslide

Opdracht 3
  1. woordspeling
  2. eufemisme
  3. hyperbool
  4. antithese
  5. paradox
  6. understatement
  7. repetitio








Slide 17 - Tekstslide

Opdracht 3
  • 8. antithese
  • 9. paradox 
  • 10. antithese 
  • 11. hyperbool 
  • 12. eufemisme 
  • 13. repetitio 
  • 14. understatement 

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Link