Havo 3: Les verbes en -ir present

  • Voca
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvmbo t, havo, vwoLeerjaar 1-4

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

  • Voca

Slide 1 - Tekstslide

Le lundi 16 janvier
Dans ce cours: 
  • Les verbes (De werkwoorden op) -ir In de présent + Passé composé

Slide 2 - Tekstslide

Regelmatige werkwoorden op -ir in de présent

Stap 1: haal -ir van het werkwoord af
Stap 2: voeg de juiste uitgang toe > is/is/it/issons/issez/issent

Slide 3 - Tekstslide

Ils ... à quelle heure?
A
finis
B
finit
C
finissent
D
finissez

Slide 4 - Quizvraag

Tu ... quoi?
A
choisissons
B
choisis
C
choisissez
D
choisit

Slide 5 - Quizvraag

Nous ... le document.
A
remplissons
B
remplissez
C
remplissent
D
remplis

Slide 6 - Quizvraag

Il ... trop.
A
réfléchit
B
réfléchissons
C
réfléchis
D
réfléchissez

Slide 7 - Quizvraag

Kies de juiste vorm
Tu ....... le formulaire.
A
remplit
B
remplis
C
rempli
D
remplir

Slide 8 - Quizvraag

Vous ...... longtemps.
A
réflechissez
B
reflechir
C
reflechis
D
réflechit

Slide 9 - Quizvraag

Sarah ..... le film.
A
choisis
B
choisissez
C
choisi
D
choisit

Slide 10 - Quizvraag

Les garçons ...... leurs devoirs.
A
finis
B
finit
C
finissent
D
finissons

Slide 11 - Quizvraag

Vous ... vers 8 heures. (finir)

Slide 12 - Open vraag

Je ... le rouge. (choisir)

Slide 13 - Open vraag

Léa ne ... jamais bien. (réfléchir)

Slide 14 - Open vraag

Nous ... le gagnant. (choisir)

Slide 15 - Open vraag

Elles ... bien. (réfléchir)

Slide 16 - Open vraag

Vous ... vos devoirs. (finir)

Slide 17 - Open vraag

Je ... la chanson. (choisir)

Slide 18 - Open vraag

Slide 19 - Tekstslide

rougir, il (passé composé)

Slide 20 - Open vraag

finir, elle (passé composé)

Slide 21 - Open vraag

remplir, nous (passé composé)

Slide 22 - Open vraag

choisir, je/j' (passé composé)

Slide 23 - Open vraag

Verbuga
Op de volgende dia staat een link naar de website www.verbuga.eu. Oefen daar met de werkwoorden op -ir in de présent.
  1. In de linkerkolom vink je de présent  + de passé composé aan.
  2. In de kolom helemaal rechts vink je 4 werkwoorden aan: choisir, finir, réfléchir en remplir.
  3. Klik op confirmer.
  4. Je krijgt dan te zien welk werkwoord je moet vervoegen, in welke tijd en bij welke persoon. Vul je antwoord in.
  5. Klik op suivant om naar de volgende vraag te gaan.

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Link