Thema-1; Basisstof 4 (cellen van dieren en planten) (3K)

Nabespreking huiswerk
opdracht 10 t.m 12 (Bas. 2) blz
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo lwoo, b, kLeerjaar 1

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Nabespreking huiswerk
opdracht 10 t.m 12 (Bas. 2) blz

Slide 1 - Tekstslide

Thema 1 Basisstof 4
Cellen van dieren en planten

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoel
  • Je kunt van dierlijke en plantaardige  cellen de delen noemen met hun kenmerken en functies

Slide 3 - Tekstslide

Dierlijke cel

Celmembraan: buitenste laagje cytoplasma


Celkern: regelt alles in de cel


Cytoplasma: celvloeistof

Slide 4 - Tekstslide

Wangslijmvlies

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Wat voor cellen zijn dit, plantaardige cellen of dierlijke? Leg uit

Slide 8 - Tekstslide

Welke onderdelen tref je zowel aan in een plantaardige cel als een dierlijke cel? Sleep deze onderdelen naar het gele vak.
Deze onderdelen zitten zowel in een plantaardige cel als een dierlijke cel
Celwand
Celmembraan
Cytoplasma
Zetmeelkorrels
Celkern
Vacuole

Slide 9 - Sleepvraag

Welke cel onderdelen hebben plantaardige cellen en dierlijke cellen beide?
A
Alleen een celkern
B
celkern en cytoplasma
C
celkern, cytoplasma en celmembraan
D
celkern, cytoplasma, celmembraan, celwand

Slide 10 - Quizvraag

In plantaardige cellen zitten allerlei korrels, goede voorbeelden hiervan zijn ..
A
bladgroenkorrels en voedingskorrels
B
voedingskorrels en kleurstofkorrels
C
kleurstofkorrels en zetmeelkorrels
D
voedingskorrels en bladgroenkorrels

Slide 11 - Quizvraag

Een tomaat die rijp wordt verandert van kleur,
eerst is de tomaat groen en dan wordt hij rood.
Wat gebeurt er tijdens het rijpen?
A
zetmeelkorrels veranderen in rode kleurstofkorrels
B
Er worden rode kleurstofkorrels gemaakt
C
bladgroenkorrels worden afgebroken
D
bladgroenkorrels veranderen in rode kleurstofkorrels

Slide 12 - Quizvraag

Enkele beweringen:
1. De vacuole is gevuld met voornamelijk lucht
2. Intercellulaire ruimten bevatten cytoplasma
3. het cytoplasma bestaat uit water met daarin opgeloste stoffen
A
1, 2 en 3 zijn waar
B
1 is waar, 2 en 3 niet
C
1 en 2 zijn niet waar, 3 wel
D
1, 2,en 3 zijn niet waar

Slide 13 - Quizvraag

Nabespreken huiswerkopdracht
3K3: Opdracht 15 + 16
3K4: opdracht 14 t/m 18

Slide 14 - Tekstslide

Even herhalen

Slide 15 - Tekstslide

Dierlijke cel

Celmembraan: buitenste laagje cytoplasma


Celkern: regelt alles in de cel


Cytoplasma: celvloeistof

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Thema 1 Basisstof 5
Chromosomen

Slide 18 - Tekstslide

Leerdoel
  • Je kunt de kenmerken van chromosomen beschrijven

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

chromosomen
In de celkern liggen chromosomen.

Chromosomen zijn opgebouwd uit een eiwit en DNA.

DNA bevat de informatie voor je erfelijke eigenschappen. 

Slide 21 - Tekstslide

46 Chromosomen; 23 paren

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Samenvatting 
  • Dit is een chromosomenportret
  • Mensen hebben 23 paren chromosomen.
  • Total 46 chromosomen.
  • Behalve de Y en X chromosomen zijn de paren gelijk aan elkaar.

Slide 24 - Tekstslide

Huiswerk
Zie whiteboard

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Video