Geografisch onderzoek doen intro

V3 AK - Geografisch Onderzoek
Welkom!
Leg je laptop dicht op tafel.
1 / 51
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 51 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

V3 AK - Geografisch Onderzoek
Welkom!
Leg je laptop dicht op tafel.

Slide 1 - Tekstslide

V3 AK - Geografisch Onderzoek
Bij geografisch onderzoek stellen (en beantwoorden) we Geografische vragen
Hiermee maken we een hoofdvraag en deelvragen

Slide 2 - Tekstslide

V3 AK - Geografisch Onderzoek
Beschrijvende vragen: 

Deze vragen beginnen met woorden als waar, hoe of wat. Bijvoorbeeld: 

Waar liggen woestijnen? Hoe zien woestijnen in Afrika eruit?


Slide 3 - Tekstslide

V3 AK - Geografisch Onderzoek
Verklarende vragen: 

Deze vragen beginnen met woorden als waarom, waardoor of hoe komt het. Het zijn vragen naar redenen en oorzaken.

Bijvoorbeeld: Waarom liggen veel woestijnen rond de keerkringen?

Slide 4 - Tekstslide

V3 AK - Geografisch Onderzoek
Voorspellende vragen:

Bij voorspellende vragen probeer je een uitspraak te doen over een onbekende situatie.

Bijvoorbeeld: Zullen de woestijnen in Afrika zich de komende vijftig jaar uitbreiden?

Slide 5 - Tekstslide

V3 AK - Geografisch Onderzoek
Waarderende vragen:

Waarderen betekent dat je bekijkt of iets goed of slecht is, en voor wie dat zo is.

Bijvoorbeeld: Is het goed of slecht dat de woestijnen zich uitbreiden?

Slide 6 - Tekstslide

V3 AK - Geografisch Onderzoek
Probleemoplossende vragen:

Als er problemen zijn, willen mensen die graag oplossen. Omdat je niet zeker weet of die oplossing werkt, is het antwoord op een probleemoplossende vraag vaak een voorstel, een advies of een plan. 

Bijvoorbeeld: Welke oplossingen zijn er om de verwoestijning in Afrika tegen te gaan?

Slide 7 - Tekstslide

V3 AK - Geografisch Onderzoek

Slide 8 - Tekstslide

V3 AK - Geografisch Onderzoek
  1. Beschrijvende vragen
  2. Verklarende vragen
  3. Voorspellende vragen
  4. Waarderende vragen
  5. Probleemoplossende vragen

Welke soort vragen is meestal het makkelijkst te beantwoorden? En het moeilijkst?

Slide 9 - Tekstslide

V3 AK - Geografisch Onderzoek
In een geografisch onderzoek gebruik je meerdere geografische vragen.

Meestal: 
  1. beschrijvende vraag
  2. verklarende vraag
  3. voorspellende/ waarderende/ probleemoplossende vraag
Ruimtelijke segregatie in Chicago
  1. Hoe zijn bevolkingsgroepen verspreid over Chicago?
  2. Hoe komt het dat de bevolkingsgroepen niet gemengd leven in Chicago?
  3. In hoeverre zal de ruimtelijke segregatie in Chicago veranderd zijn in 2050?
  4. Is ruimtelijke segregatie een probleem voor de inwoners van Chicago?
  5. Wat kan de lokale overheid doen tegen ruimtelijke segregatie?

Slide 10 - Tekstslide

Wat voor vraag is dit?

Waarom regent het in Nederland ze vaak?
A
Beschrijvende vraag
B
Verklarende vraag
C
Probleemoplossende vraag
D
Waarderende vraag

Slide 11 - Quizvraag

Wat voor vraag is dit?

Wat kunnen we doen om klimaatverandering tegen te gaan?
A
Beschrijvende vraag
B
Verklarende vraag
C
Probleemoplossende vraag
D
Waarderende vraag

Slide 12 - Quizvraag

Wat voor vraag is dit?

Moet alle internationale samenwerking met Rusland gestopt worden?
A
Beschrijvende vraag
B
Verklarende vraag
C
Voorspellende vraag
D
Waarderende vraag

Slide 13 - Quizvraag

Wat voor vraag is dit?

Waar ligt Cambodja?
A
Beschrijvende vraag
B
Verklarende vraag
C
Voorspellende vraag
D
Waarderende vraag

Slide 14 - Quizvraag

Wat voor vraag is dit?

Hoe zal de relatie tussen Oekraïne en de EU zich de komende jaren ontwikkelen?
A
Beschrijvende vraag
B
Verklarende vraag
C
Voorspellende vraag
D
Waarderende vraag

Slide 15 - Quizvraag

Wat voor vraag is dit?

Wat is de meest voorkomende religie in India?
A
Beschrijvende vraag
B
Verklarende vraag
C
Voorspellende vraag
D
Waarderende vraag

Slide 16 - Quizvraag

Bedenk een beschrijvende vraag over het vorige hoofdstuk.

Slide 17 - Open vraag

Bedenk een verklarende vraag over het vorige hoofdstuk.

Slide 18 - Open vraag

Bedenk een voorspellende vraag over het vorige hoofdstuk.

Slide 19 - Open vraag

Bedenk een waarderende vraag over het vorige hoofdstuk.

Slide 20 - Open vraag

Bedenk een probleemoplossende vraag over het vorige hoofdstuk.

Slide 21 - Open vraag

V3 AK - Geografisch Onderzoek
Geografische werkwijzen

In een geografisch onderzoek gebruik je ook geografische werkwijzen.

  1. Vergelijken
  2. Algemeen en bijzonder
  3. Wisselen van schaalniveau
  4. Dimensies
  5. Verbanden leggen

Slide 22 - Tekstslide

V3 AK - Geografisch Onderzoek
  1. Vergelijken

Vergelijk de situatie tussen twee plekken. Bijvoorbeeld tussen twee landen, tussen stad en platteland of tussen twee steden in een land.

Slide 23 - Tekstslide

V3 AK - Geografisch Onderzoek
2. Algemeen en Bijzonder

Beschrijf eerst de algemene regel,
leg vervolgens uit hoe een bijzondere
situatie daarvan afwijkt.

Slide 24 - Tekstslide

V3 AK - Geografisch Onderzoek
3. Wisselen van schaalniveau

Je onderzoekt iets eerst op het
ene schaalniveau en zoomt dan
in of uit naar een ander
schaalniveau.
Welke schaalniveaus zijn er ook al weer?

Slide 25 - Tekstslide

V3 AK - Geografisch Onderzoek
3. Wisselen van schaalniveau

Je onderzoekt iets eerst op het
ene schaalniveau en zoomt dan
in of uit naar een ander
schaalniveau.

Slide 26 - Tekstslide

V3 AK - Geografisch Onderzoek
4. Geografische dimensies

Je bekijkt dat wat je onderzoekt vanuit verschillende "dimensies" ofwel invalshoeken.

De geografische dimensies:
  1. Economisch
  2. Sociaal-cultureel
  3. Politiek
  4. Fysisch


Slide 27 - Tekstslide

V3 AK - Geografisch Onderzoek
5. Verbanden leggen

Bij het leggen van verbanden, zoek je uit wat twee dingen met elkaar te maken hebben.

Bijvoorbeeld: 
Toeristen gaan naar Spanje vanwege het lekkere weer en het mooie landschap. Het massatoerisme zorgt in Spanje voor werkgelegenheid, maar ook voor vervuiling en een tekort aan water.

Slide 28 - Tekstslide

Welke geografische werkwijze wordt hier gebruikt:

Je doet onderzoek naar armoede in Nigeria. Eerst kijk je naar het hele land, dan naar de stad Lagos.
A
Vergelijken
B
Algemeen en bijzonder
C
Wisselen van schaalniveau
D
Dimensies

Slide 29 - Quizvraag

Welke geografische werkwijze wordt hier gebruikt:

Je doet onderzoek naar creatieve bedrijven in de Randstad. Je benoemt de verschillen tussen Amsterdam en Rotterdam.
A
Vergelijken
B
Algemeen en bijzonder
C
Verbanden leggen
D
Dimensies

Slide 30 - Quizvraag

Welke geografische werkwijze wordt hier gebruikt:

Je onderzoekt hoe regen ontstaat rond de evenaar, maar op één plek bij de evenaar regent het heel weinig door een koude zeestroom.
A
Vergelijken
B
Algemeen en bijzonder
C
Verbanden leggen
D
Dimensies

Slide 31 - Quizvraag

Welke geografische werkwijze wordt hier gebruikt:

Je onderzoekt hoe onze economische afhankelijkheid van China politieke beslissingen van Nederland beïnvloedt.
A
Vergelijken
B
Algemeen en bijzonder
C
Verbanden leggen
D
Dimensies

Slide 32 - Quizvraag

Welke geografische werkwijze wordt hier gebruikt:

Je onderzoekt de oorlog in Oekraïne en kijkt naar de gevolgen voor de mensen, voor de economie en voor het landschap.
A
Vergelijken
B
Algemeen en bijzonder
C
Verbanden leggen
D
Dimensies

Slide 33 - Quizvraag

Over welke dimensie gaat deze zin?

Doordat er een muur werd gebouwd tussen de VS en Mexico, zijn er veel families verscheurd.
A
Economisch
B
Sociaal-cultureel
C
Politiek
D
Fysisch

Slide 34 - Quizvraag

Over welke dimensie gaat deze zin?

In een land met veel corruptie worden vaak slechte beslissingen genomen.
A
Economisch
B
Sociaal-cultureel
C
Politiek
D
Fysisch

Slide 35 - Quizvraag

Over welke dimensie gaat deze zin?

Doordat bedrijven naar lagelonenlanden verplaatst worden, stijgt de werkloosheid in ontwikkelde landen.
A
Economisch
B
Sociaal-cultureel
C
Politiek
D
Fysisch

Slide 36 - Quizvraag

Over welke dimensie gaat deze zin?

Bij gentrificatie kunnen de oorspronkelijke bewoners van een wijk vaak niet in de wijk blijven wonen.
A
Economisch
B
Sociaal-cultureel
C
Politiek
D
Fysisch

Slide 37 - Quizvraag

Over welke dimensie gaat deze zin?

Als mensen steeds meer met het vliegtuig gaan, leidt dit tot luchtverontreiniging.
A
Economisch
B
Sociaal-cultureel
C
Politiek
D
Fysisch

Slide 38 - Quizvraag

V3 AK - Geografisch Onderzoek
Geografische werkwijzen:
-Vergelijken
-Algemeen en bijzonder
-Wisselen van schaalniveau
-Dimensies
  • Economisch
  • Sociaal-cultureel
  • Politiek
  • Fysisch
-Verbanden leggen
Maak een verhaaltje over je eigen leven waarin je de geografische werkwijzen gebruikt (noteer steekwoorden). Vertel het verhaaltje aan degene die naast je zit. De ander moet de geografische werkwijzen herkennen.

Bijvoorbeeld:
Ik sta elke ochtend vroeg op, behalve in de vakantie. Dan slaap ik vaak de hele ochtend door.

Slide 39 - Tekstslide

V3 AK - Geografisch Onderzoek
De opdracht

Stap 1
Kies een hoofdstuk uit het boek dat we niet behandelen:
  • H5: India
  • H7: Rusland
  • H8: Een kwetsbare planeet
Of verzin een ander goed onderwerp (bijv. een land). Check even bij mij of dat een goed onderwerp is.

Slide 40 - Tekstslide

V3 AK - Geografisch Onderzoek
De opdracht

Stap 2
Bedenk goede geografische vragen over het onderwerp.

Slide 41 - Tekstslide

V3 AK - Geografisch Onderzoek
De opdracht

Stap 3
Kies drie vragen om te onderzoeken. De vragen komen allemaal uit een andere categorie.

De vragen moeten bij elkaar passen!

Slide 42 - Tekstslide

V3 AK - Geografisch Onderzoek
De opdracht

Stap 4
Formuleer een hoofdvraag die de drie gekozen vragen dekt.

Go/no go: voor je verder gaat, check bij mij of de vragen goed genoeg zijn.

Slide 43 - Tekstslide

V3 AK - Geografisch Onderzoek
De opdracht

Stap 5
Zoek informatie over je onderwerp. Gebruik hierbij verschillende bronnen! Bijv:
  • Je leerboek
  • Andere boeken
  • Kaarten (Atlas of online)
  • Grafieken en tabellen

Slide 44 - Tekstslide

V3 AK - Geografisch Onderzoek
De opdracht

Stap 6
Gebruik in je onderzoek ten minste 1 geografische werkwijze:
  • Vergelijken
  • Algemeen en bijzonder
  • Wisselen van schaalniveau
  • Dimensies
  • Verbanden leggen

Slide 45 - Tekstslide

V3 AK - Geografisch Onderzoek
De opdracht

Stap 7
Verwerk alle gevonden informatie tot een duidelijk resultaat waarin de vragen worden beantwoord.
  • Infographic
  • Verslag
  • Storymap

Slide 46 - Tekstslide

V3 AK - Geografisch Onderzoek

Slide 47 - Tekstslide

Slide 48 - Link

Slide 49 - Link

V3 AK - Geografisch Onderzoek
Bekijk het beoordelingsmodel goed!

  • Hoofd- en deelvragen
  • Geografische werkwijzen
  • Inhoud (2x)
  • Vorm
  • Brongebruik

Slide 50 - Tekstslide

V3 AK - Geografisch Onderzoek
Je kiest zelf of je alleen werkt of in een tweetal.
Deadline: woensdag 1 mei

Aan de slag:
  1. Beslis met wie je de opdracht doet.
  2. Kies een hoofdstuk uit het boek (of een ander onderwerp)
  3. Bedenk goede geografische vragen en vul ze in in de tabel

Volledige opdracht is te vinden in: ELO > Opdrachten > V3Z PO Geografisch Onderzoek

Slide 51 - Tekstslide