Voorrangsborden op de weg

Voorrangsborden op de weg

Leerdoel

Aan het einde van deze les weten de leerlingen welke de voorrangsborden zijn en wat ze allemaal betekenen.

Vertel de leerlingen de leerdoel van de les. Het is belangrijk om de leerlingen een duidelijk doel te geven om te werken aan tijdens de les.

Wat weet je al over voorrangsborden op de weg?

Stopbord

Dit bord betekent dat je moet stoppen voor de stoplijn.

Laat een afbeelding van het stopbord zien en vraag de leerlingen om te beschrijven wat ze zien en wat het betekent. Vraag de leerlingen of ze dit bord ooit hebben gezien.

Voorrangsbord

Dit bord geeft aan dat je voorrang moet verlenen aan al het verkeer van rechts.

Laat een afbeelding van het voorrangsbord zien en vraag de leerlingen om te beschrijven wat ze zien en wat het betekent. Vraag de leerlingen of ze dit bord ooit hebben gezien.

Haaientanden

Dit zijn witte markeringen op de weg die aangeven dat je voorrang moet verlenen aan al het verkeer op de weg waar je op uitkomt.

Laat een afbeelding van haaientanden zien en vraag de leerlingen om te beschrijven wat ze zien en wat het betekent. Vraag de leerlingen of ze dit ooit hebben gezien.

Verkeersbord met gele ruit

Dit bord betekent dat je voorrang moet verlenen aan al het verkeer op de kruisende weg.

Laat een afbeelding van het verkeersbord met gele ruit zien en vraag de leerlingen om te beschrijven wat ze zien en wat het betekent. Vraag de leerlingen of ze dit bord ooit hebben gezien.

Uitzondering op voorrang

Dit bord geeft aan dat een uitzondering wordt gemaakt op de voorrangsregel van de weg waar je op rijdt. Bijvoorbeeld als er een bus of tram aankomt.

Laat een afbeelding van het bord zien en vraag de leerlingen om te beschrijven wat ze zien en wat het betekent. Vraag de leerlingen of ze dit bord ooit hebben gezien.

Voorrang verlenen

Dit bord geeft aan dat je voorrang moet verlenen aan al het verkeer op de kruisende weg.

Laat een afbeelding van het bord zien en vraag de leerlingen om te beschrijven wat ze zien en wat het betekent. Vraag de leerlingen of ze dit bord ooit hebben gezien.

Herhaling

Nu weet je wat de belangrijkste voorrangsborden op de weg zijn en wat ze betekenen.

Herhaal de belangrijkste informatie die in de les is behandeld. Geef de leerlingen de kans om vragen te stellen of om nog iets op te merken over wat ze hebben geleerd.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.