5.2 De Middeleeuwse stad

Hoofdstuk 5
5.2: De Middeleeuwse stad

Welkom!
Halfuur rooster
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 5
5.2: De Middeleeuwse stad

Welkom!
Halfuur rooster

Slide 1 - Tekstslide

Aan het einde van de les....
  • Je kunt de sociale lagen in een middeleeuwse stad noemen en uitleggen hoe het ambachtswezen was georganiseerd.

Slide 2 - Tekstslide

Planning
  • Wat weet je nog (+- 5 min) 
  • Uitleg (+- 15 min)
  • Heb je het begrepen (+- 10 min)

Slide 3 - Tekstslide

Ambachten

Slide 4 - Woordweb

De burgerij 
In de middeleeuwen: de groep van bewoners van een stad.
1
2
3
4
Rijke kooplieden en belangrijke ambachtslieden (‘gildemeesters’). Zaten vaak in het bestuur van de stad (dat uitsluitend uit mannen bestond).
winkeliers en ambachtslieden
De gewone (arme) arbeiders
Bedelaars en daklozen.

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Van leerling 
tot meester
  • Je mag alleen een eigen bedrijf hebben, als je lid van een gilde bent.

  • Hiervoor moet je eerst meester worden:
  1. Je begon al erg jong als leerling;
  2. Daarna werd je gezel;
  3. En pas als je meesterproef had gedaan kon je meester worden. Je was dan vaak al ver boven de 30 jaar!
Middeleeuwse ambachtslieden aan het werk.

Slide 7 - Tekstslide







Een voorbeeld van een meesterproef.

Om meester te worden moest een poort worden gemetseld.

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video


Rond het jaar 1000 groeiden de oogsten snel. Welke oorzaak had dat?
A
De boeren hadden geleerd het land te bemesten.
B
De boeren lieten hun kinderen meehelpen op het land.
C
Er kwamen steeds meer boeren, omdat de mensen in steden ook moesten eten
D
De boeren gebruikten betere werktuigen.

Slide 10 - Quizvraag


Een marktkoopman is een ambachtsman
A
Waar
B
Niet waar

Slide 11 - Quizvraag


Een timmerman is een ambachtsman
A
Waar
B
Niet waar

Slide 12 - Quizvraag


Een boer is een ambachtsman
A
Waar
B
Niet waar

Slide 13 - Quizvraag


Een zilversmid is een ambachtsman
A
Waar
B
Niet waar

Slide 14 - Quizvraag


Als een gildelid ziek is, zorgen de andere leden voor hem en zijn gezin.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 15 - Quizvraag

Als je goed genoeg was, moest je de ????
afleggen. Dat was een soort examen. Als je slaagde, mocht je lid worden van het gilde.

Welk woord moet er op de vraagtekens staan?
A
gilde
B
meester
C
meesterproef
D
leerling

Slide 16 - Quizvraag


Het gilde controleert de kwaliteit en de prijs van de producten die de gildeleden maken.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 17 - Quizvraag

Hoofdstuk 5
5.2: De Middeleeuwse stad

Welkom!

Slide 18 - Tekstslide

Aan het einde van de les....
  • Je kunt uitleggen waarom de invoering van stadsrechten laat zien dat steden in de late middeleeuwen meer macht kregen ten opzichte van de adel.
  • Je kunt uitleggen hoe steden in de late middeleeuwen werden bestuurd.

Slide 19 - Tekstslide

Planning
  • Wat weet je nog (+- 5 min) 
  • Uitleg (+- 20 min)
  • Video (+- 15 min)
  • Heb je het begrepen? (+- 5 min)

Slide 20 - Tekstslide


Blij met de stad!
  • Alle inwoners van een graafschap moesten gehoorzaam zijn aan de heer.
  • Ook de inwoners van steden, maar die wilden liever eigen baas zijn
  • De heer vond een machtige en rijke stad helemaal niet erg: al die rijkdom!
  • De inwoners van de stad en heer maken afspraken, vastgelegd in stadsrechten
De stad Dordrecht kreeg in 1220 stadsrechten van graaf Willem I van Holland. Daarmee is het één van de oudste steden van Nederland

Slide 21 - Tekstslide


Stadsrechten
  • Een stad met stadsrechten mag een stadsmuur bouwen
  • De stad mag zelf rechtspreken, maar een ambtenaar (de schout) van de heer moet wel aanwezig zijn en een deel van de boetes is voor de heer

  • De inwoners van een stad waren vrije poorters (geen bezit van de heer)
  • In ruil voor deze rechten moet de stad belasting betalen

Slide 22 - Tekstslide

Hieronder zie je de Middeleeuwse namen van steden staan. Sleep ze naar de juiste plek in de kaart.
Masetrieth
Daventre portu
Amestelledamme
Trecht
Gouwe

Slide 23 - Sleepvraag


Wie is de baas?
  • De schout is de plaatsvervanger van de heer in de stad bij de rechtspraak
  • Samen met de schepenen bepaalde hij de straf.
  • Ze kregen advies van een raad.
  • De burgemeester (soms meer dan één) was de baas van de raad.
  • Schout, schepenen en burgemeester(s) heten ook wel: magistraten

Slide 24 - Tekstslide

Video
Histoclips: Stad in de Middeleeuwen

Schrijf minstens 8 belangrijke dingen op over een middeleeuwse stad!

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Video


Hij is de baas van de schepenen
A
Schout
B
Burgemeester
C
Rechter
D
Jury

Slide 27 - Quizvraag


De schout is de plaatsvervanger van de ... in de stad
A
Burgemeester
B
Heer
C
Rechter
D
Politie

Slide 28 - Quizvraag


De schout, schepenen en burgemeester noem je ook wel ...
A
Magistraten
B
Heren
C
Rechters
D
Gemeenteraad

Slide 29 - Quizvraag


Van wie kreeg een stad, stadsrechten?
A
Magistraat
B
Schout
C
Burgemeester
D
Heer

Slide 30 - Quizvraag


Stadsrechten: het recht van een stad op eigen winkels.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 31 - Quizvraag