trappen van vergelijking - vormen

Steigerungsstufen
de trappen van vergelijking 
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4-6

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Steigerungsstufen
de trappen van vergelijking 

Slide 1 - Tekstslide

3 vormen:
1. Stellende trap (Positiv): snel
2. Vergrotende trap (Komparativ): sneller
3. Overtreffende trap (Superlativ): snelst / het snelst 

Slide 2 - Tekstslide

Basisregel in het Duits:
schnell  -  schneller  -  schnellst
schön  -  schöner  -  schönst

Slide 3 - Tekstslide

Woorden met 1 lettergreep met een -a, -o of -u in de stam: 

dumm  -  dümmer  -  dümmst
arm  -  ärmer  -  ärmst
jung  -  jünger  -  jüngst
--> Umlaut op klinker bij stap 2 en 3

Slide 4 - Tekstslide

Woorden die eindigen op -t, -d of een sisklank (ß, s, ss, x, z)
breit  -  breiter  -  breitest
hart  -  härter  -  härtest 
süß  -  süßer  -  süßest 
kurz  -  kürzer  -  kürzest 
--> extra -e bij stap 3

Slide 5 - Tekstslide

De overtreffende trap (stap 3) kan je ook als bijwoord gebruiken
Deze foto is het mooist --> Dieses Foto ist
am schönsten 

--> am ..... - sten

Slide 6 - Tekstslide

schnell - schneller - schnellst / am schnellsten
schön - schöner - schönst / am schönsten

dumm - dümmer - dümmst / am dümmsten
arm - ärmer - ärmst / am ärmsten
jung - jünger - jüngst / am jüngsten

breit - breiter - breitest / am breitesten
hart - härter - härtest / am härtesten
süß - süßer - süßest / am süßesten
kurz - kürzer - kürzest / am kürzesten

Slide 7 - Tekstslide

Onregelmatige vormen:
groß - größer - größt                     gern - lieber - liebst
gut - besser - best                          oft - öfter/häufiger - häufigst
hoch - höher - höchst 
nah - näher - nächst
viel - mehr - meist
wenig - weniger/minder - wenigst/mindest
bald - eher - ehest                                                        (zie handboek 36)

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Schrijf de vergrotende en overtreffende trap op van het volgende woord: schnell
timer
0:20

Slide 10 - Open vraag

Schrijf de vergrotende en overtreffende trap op van het volgende woord: dumm
timer
0:20

Slide 11 - Open vraag

Schrijf de vergrotende en overtreffende trap op van het volgende woord: wenig
timer
0:20

Slide 12 - Open vraag

Schrijf de vergrotende en overtreffende trap op van het volgende woord: kalt
timer
0:20

Slide 13 - Open vraag

Schrijf de vergrotende en overtreffende trap op van het volgende woord: alt
timer
0:20

Slide 14 - Open vraag

Schrijf de vergrotende en overtreffende trap op van het volgende woord: groß
timer
0:20

Slide 15 - Open vraag

Schrijf de overtreffende trap als bijwoord: kalt - kälter - ...
timer
0:20

Slide 16 - Open vraag

Schrijf de overtreffende trap als bijwoord: süß - süßer - ...
timer
0:20

Slide 17 - Open vraag