Hoe noem je een weergave van het energieniveau in een voedselketen?
A
Voedselweb
B
Voedselkringloop
C
Voedselpiramide
D
Voedselnet
Slide 15 - Quizvraag
De pijl in een voedselketen/-web betekent.......
A
"heeft gegeten"
B
"gaat eten"
C
"eet"
D
"wordt gegeten door"
Slide 16 - Quizvraag
Drie schakels zijn in de afbeelding niet ingevuld. Welke van de volgende dieren kan in schakel 1 thuishoren?
A
Garnaal
B
kaaimankrokodil
C
algen
Slide 17 - Quizvraag
Afvaleters behoren tot de reducenten
A
juist
B
onjuist
Slide 18 - Quizvraag
In welke schakel van deze voedselpiramide van aantallen is de biomassa het grootst?
A
havik
B
koolmees
C
rups
D
eik
Slide 19 - Quizvraag
Kikkervisjes eten alleen de organismen die in schakel 1 thuishoren. Tot welke groep horen de kikkervisjes?
A
Carnivoren
B
Herbivoren
C
Omnivoren
Slide 20 - Quizvraag
Kikkervisjes eten alleen de organismen die in schakel 1 thuishoren. Tot welke groep horen de kikkervisjes?
A
vleeseters
B
planteneters
C
alleseters
Slide 21 - Quizvraag
Welk organisme in de afbeelding hiernaast is een consument van de tweede orde?
A
Konijn
B
paardenbloem
C
wezel
Slide 22 - Quizvraag
Welke poot in de afbeelding hiernaast is afkomstig van een loopvogel?
A
poot 1
B
poot 2
C
poot 3
D
poot 4
Slide 23 - Quizvraag
Tot welke vak behoren bacteriën?
A
vak 1
B
vak 2
C
vak 3
Slide 24 - Quizvraag
Tot welk vak behoren afvaleters die van dode panda's leven?
A
vak 1
B
vak 2
C
vak 3
Slide 25 - Quizvraag
Tot welke cirkel behoort bamboe?
A
cirkel P
B
cirkel Q
C
cirkel R
Slide 26 - Quizvraag
Bij welke pijl(en) is er sprake van fotosynthese?
A
pijl 1, 2, 3, 6
B
pijl 1, 2, 6
C
pijl 1, 2
D
pijl 3
Slide 27 - Quizvraag
Bij welke pijl(en) is er sprake van verbranding?
A
pijl 1, 2, 3, 6
B
pijl 1, 2, 6
C
pijl 1, 2
D
pijl 3
Slide 28 - Quizvraag
Hoe noem je organismen die zich niet voeden met andere organismen?
Slide 29 - Open vraag
Welke pijl geeft verbran- ding door bacteriën en schimmels weer?
A
2
B
4
C
6
D
9
Slide 30 - Quizvraag
In deze omgeving is de maximumtemperatuur om te overleven
A
17 graden
B
25 graden
C
33 graden
Slide 31 - Quizvraag
Hoe wordt deze ophoping van gifstoffen genoemd?
Slide 32 - Open vraag
Wat is een voorbeeld van concurrentie?
A
Een groep leeuwen die samen jagen op een prooi
B
Bij olifanten is het oudste vrouwtje de baas
C
Bij zwanen blijven een mannetje en vrouwtje hun hele leven bij elkaar
D
Solitaire leeuwen jagen op hun eigen prooi.
Slide 33 - Quizvraag
Bij het onderhoud van wegen werkt men tegenwoordig zo dat er meer soorten planten in de bermen komen. Veel mensen vinden dat mooier. Meer soorten planten heeft nog een voordeel. Daardoor neemt namelijk ook de biodiversiteit aan dieren toe, zoals bijvoorbeeld aan vlinders. Noteer twee redenen waardoor een grotere variatie aan planten in de berm zorgt voor een toename in de biodiversiteit van dieren.
Slide 34 - Open vraag
Wat is een voorbeeld van uitputting?
A
Een deel van stikstof uit mest komt in het grondwater terecht.
B
Chemische bestrijdingsmiddelen beschermen voedingsgewassen tegen insectenvraat.
C
In de landbouw wordt op grote stukken grond elk jaar hetzelfde gewas verbouwd.
Slide 35 - Quizvraag
Bij extreme droogte kan zout water de rivieren instromen en vermengen met zoet water. Hoe noem je dit?
Slide 36 - Open vraag
Welke van deze gassen behoort NIET tot de broeikasgassen?