12) 13 id oorlog, afl 12, bevrijding

• Burgerschap
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1-4

Bevrijding van Nederland

01:08

In welke provincie komen de bevrijders Nederland binnen?

1. Noord Brabant
2. Limburg
3. Zeeland
4. flevoland

01:44

Uit welke drie landen komen de legers die Nederland bevrijden?

1. Amerika
2. Denemarken
3. Engeland
4. Canada

01:51

Bij welke Nederlandse stad stagneert/mislukt de opmars van de bevrijders?

03:45

De jonge soldaat praat over een wonderwapen.
Wat bedoelt hij daarmee?

1. De vliegende bom (V1)
2. De atoombom
3. De inzet van hele bevolkinsgroepen
4. Leger tank

04:08

Op welke stad wordt de V1 afgevuurd?

1. Den Haag
2. Parijs
3. Washington
4. Londen

04:57

Het lukt de Engelsen steeds beter de V1 onschadelijk te maken. Wat was de reactie van de Duitsers hierop?

06:31

Eind April 1945 hebben de ....... bijna heel ........ veroverd.

(Welke twee woorden ontbreken?)

1. Japanners
2. Russen
3. Bremen
4. Berlijn

07:14

Wat gebeurde er met Hitler toen hij zich realiseerde dat hij de oorlog verloren had.

00:19

Waarom vinden de onderhandelingen voor de bevrijding van Nederland in Wageningen plaats?

1. Wageningen had een mooi hotel
2. Wageningen lag precies tussen de legers van Canada en de Duitsers
3. Wageningen lag centraal in Europa
4. Ze vonden Wageningen een mooie plaats

01:23

Welke belangrijke Nederlander zit ook aan de tafel bij de onderhandelingen en waarom zit hij daarbij?

1. Prins Claus, omdat hij de vader is van onze huidige koning
2. Prins Willem Alexander, omdat hij later onze koning wordt
3. Prins Bernhard omdat hij goed Duits en Engels spreekt
4. Prins Bernhard, omdat hij tijdens de oorlog de baas is van het Nederlandse leger

02:10

Welke Radio zender maakt het grote nieuws , dat Nederland weer een vrij land is, bekend?

1. Radio 538
2. QMusic
3. Radio Oranje
4. 3FM

02:25

Wat betekent gecapituleerd?

05:02

Wat gebeurde er met de landverraders?

1. Ze werden gearresteerd door de buitenlandse soldaten
2. Ze werden geslagen, belachelijk gemaakt, kaal geschoren, hakenkruis op het hoofd geverfd.
3. Ze werden te werk gesteld op boerderijen
4. Ze moesten hard en lang werken

07:24

Wat namen de bevrijders zoal mee?

1. Chocola, tandpasta, sigaretten
2. Pen, papier, gum
3. brood, crackers, toastjes
4. Coca Cola, kauwgom, vlees in blik

07:44

Wat is voor de volwassenen het symbool van de vrijheid?

09:14

Heel Nederland vierde feest. Zo ook op de Dam in Amsterdam op 7 mei 1945. Wat gebeurde daar tijdens het feesten?

11:09

Wat gebeurt er met het Duitse leger?

1. Ze moesten de spullen inleveren en lopend naar huis
2. Ze moesten de spullen inleveren en werden naar huis gebracht
3. Ze moesten de spullen inleveren en gingen op de fiets naar huis
4. Ze mochten in Nederland blijven wonen.

11:36

Wat is er ieder jaar op 4 mei?

Aan de slag

Gebruik de informatie uit deze les voor je stripverhaal: de bevrijding.