7.3 hoe vrij is de handel

7.3 Hoe vrij is de handel?
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

7.3 Hoe vrij is de handel?

Slide 1 - Tekstslide

Terugblik les 7.2

Slide 2 - Tekstslide

7.2 Europa zonder grenzen? 
EMU (Europese Monetaire Unie)
  • Landen die deelnemen aan de EMU vormen de eurozone
  • ECB (Europese Centrale Bank) is de centrale bank van landen met de Euro

Slide 3 - Tekstslide

7.2 Europa zonder grenzen? 
Taken ECB
  • Zorgen voor prijsstabiliteit (behouden koopkracht Euro)
  • Bepalen rente voor de banken
  • In omloop brengen bankbiljetten

Vraag 19
Vraag 21
Rekenopgaven blz 223
vraag 14

Slide 4 - Tekstslide

7.3 Hoe vrij is de handel?
Deze les:
  • Protectiemaatregelen
  • Vrijhandel en welvaart voor iedereen

Slide 5 - Tekstslide

7.3 Hoe vrij is de handel?
Protectiemaatregelen
  • invoerrechten
  • Contingentering
  • Invoerverbod
  • Exportsubsidie
Douanerechten of importheffingen. 
Belasting op ingevoerde producten
Importquota. Er mag een maximum aantal producten worden ingevoerd.
De overheid geeft subsidie aan exporterende bedrijven.
Bepaalde goederen mogen helemaal niet worden ingevoerd.
Maatregelen waarmee de productie en werkgelegenheid van bedrijven in een land (of bijv. Europa) beschermt worden tegen concurrentie van buitenaf.

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

7.3 Hoe vrij is de handel?
WTO (World Trade Organisation)
  • Wereld Handelsorganisatie
  • Helpen landen bij het maken van onderlinge afspraken over het afschaffen van protectiemaatregelen

Slide 8 - Tekstslide

7.3 Hoe vrij is de handel?
  • Stel een Nederlandse boer krijgt subsidie op basis van de hoeveelheid melk die hij produceert.
  • Wat gebeurt er met de prijs van melk?
  • Wat zou een arme boer in Afrika hiervan kunnen merken?

Slide 9 - Tekstslide

7.3 Hoe werkt de Europese Unie? 
Waarom wil een bedrijf in een ander EU-land een vestiging wil hebben?
  • de markt in een ander EU-land is gunstiger voor het product / dienst
  • de grondprijs is in Nederland hoog
  • lonen in andere landen zijn lager dan in Nederland
  • veel nieuwe klanten in het buitenland

Slide 10 - Tekstslide