De man van Milaan - historische vaardigheden

Historische vaardigheden
1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisSecundair onderwijs

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Historische vaardigheden

Slide 1 - Tekstslide

prehistorie
oude nabije oosten
middeleeuwen
vroegmoderne tijd
moderne tijd
klassieke oudheid
hedendaagse tijd

Slide 2 - Sleepvraag

In welk jaar start de middeleeuwse periode?
A
800 voor Christus
B
476
C
1492
D
1789

Slide 3 - Quizvraag

Wat gebeurde er in 476? Waarmee start de middeleeuwse periode?

Slide 4 - Open vraag

In welk jaar eindigt de middeleeuwse periode?
A
1492
B
1789
C
1945
D
2001

Slide 5 - Quizvraag

Wat gebeurde er in 1492? Waarmee eindigt de middeleeuwse periode?

Slide 6 - Open vraag

Rekenen met eeuwen
Tot welke eeuw behoort het jaar 322 voor Christus?
A
3de eeuw
B
4de eeuw
C
4de eeuw voor Christus

Slide 7 - Quizvraag

Rekenen met eeuwen
Tot welke eeuw behoort het jaar 476?
A
3de eeuw
B
4de eeuw
C
5de eeuw

Slide 8 - Quizvraag

Rekenen met eeuwen
Tot welke eeuw behoort het jaar 1200?
A
11de eeuw
B
12de eeuw
C
13de eeuw

Slide 9 - Quizvraag

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Wetenschappers hebben het skelet geïnterpreteerd. Welke hypothese geven zij voor de manier waarop de man van Milaan om het leven kwam?

Slide 13 - Open vraag

Wetenschappers hebben het skelet geïnterpreteerd. Welke hypothese geven zij voor de manier waarop de man van Milaan om het leven kwam?


Hij werd geradbraakt: ze legden hem op een wiel en braken vervolgens zijn botten met een zwaar voorwerp. Schade aan een ruggenwervel en het hoofd laat zien dat hij stierf door steken in de buik en een - mislukte - poging tot onthoofding.

Slide 14 - Tekstslide

Geef een argument dat aantoont dat de hypothese van de wetenschappers betrouwbaar is.

Slide 15 - Open vraag

Geef minstens twee argumenten die aantonen dat de hypothese van de wetenschappers betrouwbaar is.

1. De botbreuken komen overeen met beschrijvingen uit historische documenten.
2. De botbreuken zijn zowel links als rechts identiek en zijn dus heel precies toegebracht. Dat kan alleen als het slachtoffer aan bv. een wiel was vastgemaakt.
3. De man werd in een graf gevonden met andere skeletten die geen tekenen van geweld vertoonden. Het gaat waarschijnlijk dus niet om een oorlogsgraf.

Slide 16 - Tekstslide

Er zijn vier domeinen van
de samenleving. Geef ze alle vier.

Slide 17 - Woordweb

Slide 18 - Tekstslide

In het artikel staat dat in de middeleeuwen radbraken een straf voor de ergste misdaden was: vadermoord, verkrachting en het verspreiden van dodelijke ziektes. Welke twee maatschappelijke domeinen beïnvloeden elkaar hier?

Slide 19 - Open vraag

In het artikel staat dat in de middeleeuwen radbraken een straf voor de ergste misdaden was: vadermoord, verkrachting en het verspreiden van dodelijke ziektes. Welke twee maatschappelijke domeinen beïnvloeden elkaar hier? Leg ook uit hoe ze elkaar beïnvloeden.



Het sociale domein beïnvloedt het politieke: het straffen van misdadigers heeft te maken met bestuur, macht en rechten en plichten en behoort dus tot het politieke domein. Het radbraken werd uitgevoerd bij mensen die de sociale regels zwaar overtraden. 


Slide 20 - Tekstslide

Wanneer je het woord
'middeleeuwen' hoort,
waar denk je dan aan?

Slide 21 - Woordweb

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Video

Welk beeld krijg je in dit fragment van de middeleeuwse bevolking?

Slide 28 - Open vraag

Welk beeld krijg je in dit fragment van de middeleeuwse bevolking?
Een negatief beeld: middeleeuwers zijn bv. dom, vuil...

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Historische vraag 1
Wanneer leefde de man van Milaan?

Slide 33 - Open vraag

Historische vraag 2
Waar leefde de man van Milaan?

Slide 34 - Open vraag

Historische vraag 3
Waarom kreeg de man van Milaan de doodstraf?

Slide 35 - Open vraag

Historische vraag 4
Welke mythe over de middeleeuwen ontstond op het einde van die periode?

Slide 36 - Open vraag

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Tekstslide