In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Filmopdracht
Nederlands
25 feb 2022 - 2wC
Slide 1 - Tekstslide
Filmopdracht
We hebben de film gekeken
Vragen achteraf: nu in LessonUp beantwoorden
Daarna in je document
Maandag na de vakantie in de les nog aan werken
Verslag inleverenbeoordeling
Slide 2 - Tekstslide
Vraag 1
Een verhaal gaat altijd over personages. Dit zijn de mensen die je volgt in de film. In de film Vechtmeisje is Bo het hoofdpersonage. Het hoofdpersonage is altijd de belangrijkste persoon in de film. Van Bo kom je in de film goed te weten wie ze is.
In een film heeft het belangrijkste personage altijd een doel: iets wat hij of zij probeert te bereiken. Bo heeft ook een doel.
Slide 3 - Tekstslide
Bo droomt ervan om kickbokser te worden. Wat maakt het voor Bo moeilijk om haar doel om kickbokser te worden te behalen?
Slide 4 - Open vraag
Antwoorden
1. De (vecht)scheiding van haar ouders,
2. Haar vader (een tandarts) wil niet dat Bo bokst
3. Bo maakt zich zorgen om haar broer
4. Bo’s eigen persoonlijkheid en het feit dat zij geen controle krijgt over haar emoties
Slide 5 - Tekstslide
Vraag 2
Door de scheiding van haar ouders verandert het leven van Bo en haar oudere broer Dani. Ze verhuizen met hun moeder naar een flat in Amsterdam en moeten een kamer delen. Bo en Dani maken hetzelfde mee. Toch gaan zij heel anders om met de gebeurtenissen. Bo heeft andere gevoelens dan Dani en gedraagt zich ook anders dan Dani.
Slide 6 - Tekstslide
A. Hoe voelt en gedraagt Bo zich na de scheiding? B. Hoe voelt en gedraagt haar oudere broer Dani zich na de scheiding? C. Lijk jij meer op Bo of op Dani wanneer je om moet gaan met moeilijke situaties? Geef een voorbeeld.
Slide 7 - Open vraag
Vraag 3
Bo moet leren omgaan met de scheiding van haar ouders en de gevolgen die dit heeft. Als kind of jongere heb je recht om in veiligheid op te groeien. Dit betekent dat je een liefdevol thuis moet hebben. Je ouders moeten hiervoor zorgen.
Slide 8 - Tekstslide
A. Vind jij de omgeving waarin Bo opgroeit veilig en liefdevol? B. Benoem wat jij fijn vindt aan het huis van Bo en wat jou minder fijn lijkt.
Slide 9 - Open vraag
Vraag 4
Bo zegt in de film: “Met je buik doe je dingen die vanzelf gaan.”
Bo zegt dat je ook dingen met je hoofd kun doen, zoals wiskundesommen maken of “moeilijke gesprekken” met je ouders hebben.
Slide 10 - Tekstslide
A. Welke dingen doe je volgens Bo met je buik? Noem een voorbeeld. B. Welke dingen doe jij met je hoofd (dus: door te denken)? Noem minimaal twee voorbeelden.
Slide 11 - Open vraag
Vraag 5
Bo kijkt op tegen Joy. Bo vindt Joy cool en een held. Bo zou wel een beetje meer als Joy willen zijn. Bo gaat net als Joy ook kickboksen. Ze kan haar energie erin kwijt en wordt er steeds beter in. Ze wordt er ook beter in om haar boosheid onder controle te houden.
Slide 12 - Tekstslide
A. Heb jij iemand op wie je graag zou willen lijken? Of iemand die jij als een held ziet? Beschrijf wie dit is. B. Wat kan of doet jouw held? En zou jij dat dan ook net zo goed willen kunnen?
Slide 13 - Open vraag
Afsluiting
Beantwoord de vragen in het verslag.
Let op spelling en een goede uitleg.
Maandag na de vakantie heb je nog tijd om het af te maken.