schrijven van een beschouwing

Zo zwart als roet?
De beschouwing
Herhaling en oefening.
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 10 min

Onderdelen in deze les

Zo zwart als roet?
De beschouwing
Herhaling en oefening.

Slide 1 - Tekstslide

Een beschouwing schrijven
Deze toets vindt plaats in SE-week 3.
De basistheorie kun je vinden in Op Niveau
en in deze Lessonup natuurlijk:)

Slide 2 - Tekstslide

Na deze les hebben we herhaald:
-Wat een beschouwing is
-Wat het doel van een beschouwing is.
-Waarop je moet letten bij de vorm van de beschouwing.
-Waarop je moet letten bij de inhoud van de beschouwing.

Slide 3 - Tekstslide

Een beschouwing (inhoud)
Een tekst die je schrijft met als doel ervoor te zorgen dat de lezer zich een mening kan vormen.

DOEL: OPINIËREN

Slide 4 - Tekstslide

Onderwerp en hoofdvraag
(inhoud)
Een beschouwing heeft een hoofdonderwerp (bijvoorbeeld Zwarte Piet) en roept vragen op over dat onderwerp (de hoofdvraag en de deelvragen). 

Slide 5 - Tekstslide

Je kiest voor een van de volgende tekststructuren 
(inhoud)
Verklaringstructuur
Probleem- / oplossing
Oorzaak/ gevolg
Aspectenstructuur 
Heden-verleden-toekomststructuur

Slide 6 - Tekstslide

De verklaringsstructuur
 Hierbij geef je in de inleiding een verschijnsel. In het middenstuk geef je kenmerken, voorbeelden, oorzaken en effecten. In het slot geef je een samenvatting en een mogelijke toekomstverwachting.

Slide 7 - Tekstslide

Probleem-oplossingsstructuur
Hierbij geef je in de inleiding een probleem. In het middenstuk leg je vervolgens uit waarom dat een probleem is en geef je de oorzaken en gevolgen. In het slot geef je de oplossing.

Slide 8 - Tekstslide

Oorzaak-gevolgstructuur
In de inleiding omschrijf je een verschijnsel/probleem.
In het middenstuk geef je aan wat de oorzaak is of oorzaken zijn.
Daarna geef je aan wat de gevolgen zijn om het slot een samenvatting te geven .

Slide 9 - Tekstslide

Aspectenstructuur
In de inleiding introduceer je het onderwerp
In het middenstuk geef je de verschillende aspecten (kanten) van het onderwerp weer.
In het slot vat je samen.

Slide 10 - Tekstslide

Verleden-heden-toekomststructuur
Het onderwerp wordt genoemd in de inleiding en in het middenstuk wordt uiteengezet hoe het vroeger, nu en in de toekomst zal zijn.  De slotalinea bevat een korte samenvatting, een conclusie of een toekomstverwachting.

Slide 11 - Tekstslide

Beschouwing: de vorm
Titel/ondertitel
Inleiding
Kern
Slot 
Verbind de alinea's met elkaar door signaalzinnen en signaalwoorden

Slide 12 - Tekstslide

Beschouwing  vorm- inleiding
Een grapje(anekdote)
Een actualiteit
Een voorbeeld
Verwijzing naar vroeger of toekomst

Slide 13 - Tekstslide

Beschouwing vorm- kern
Deze komt overeen met de tekststructuur die je kent van het betoog:
 argumenten en tegenargumenten bij een argumentatiestructuur.
Let op: het zijn meningen en argumenten van anderen. NIET van jou.
Ook aspectenstructuur of voorbeeldenstructuur etc.

Slide 14 - Tekstslide

Verbindingswoorden en - zinnen (inhoud)
Gebruik signaalwoorden, signaalzinnen en voegwoorden om zinnen en alinea's met elkaar te verbinden.
NIET:  Ik eet. Ik heb honger.
WEL:  Ik eet, omdat ik honger heb.
ZEG NIET: DIT IS MIJN VOORARGUMENT etc. Dit moet blijken uit je signaalwoorden..

Slide 15 - Tekstslide

Beschouwing vorm- het slot
In het slot vat je de hoofdargumenten beknopt samen in andere woorden. Je zet geen nieuwe informatie in je slot en er is een pakkende uitsmijter.

Slide 16 - Tekstslide

DENK AAN JE SPELLING EN ZINSBOUW!

Slide 17 - Tekstslide

Terug naar:
Kijk naar de volgende discussie( 2013)en noteer de argumenten die beide heren naar voren brengen.
Zet die onder elkaar. Herken je ook drogredeneringen?
Vraag je ook af wat je van de argumenten en discussie vindt.

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Prem
1. Collectieve leugen die ik moet doorvertellen aan mijn kinderen. 
2. Hoe komt Zwarte Piet aan zijn rode lippen?
3. Structurele ongelijkheid tussen zwart en wit (Sint hoog op zijn paard, Piet op de grond)

Römer
1. Zwarte Piet verwijderen is geen oplossing. 
2. Het is een mooi feest. 
3. Sinterklaas discrimineert zijn Pieten niet. 
4. Het Sinterklaasfeest wordt gebruikt als platform voor een veel grotere discussie. 

Slide 20 - Tekstslide

Zwarte Piet moet
blijven.
😒🙁😐🙂😃

Slide 21 - Poll

Maak nu de opdracht die nu uitgedeeld wordt.
Werk in duo's.
Daarna gaan we met elkaar bespreken wat we ervan vinden.

Slide 22 - Tekstslide

Ga nu verder met de voorbereiding. Zoek artikelen en schrijf bouwplannen. Succes!
probleemoplossingsstructuur, 
de verklaringsstructuur, 
heden/verleden/toekomststructuur,
de aspectenstructuur
oorzaak-gevolgstructuur

Slide 23 - Tekstslide