Ontwikkeling en activiteiten les 4

Ontwikkeling en activiteiten les  
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
Pedagogisch werkMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Ontwikkeling en activiteiten les  

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen 
  • Je kunt uitleggen waarom mensen activiteiten (willen) doen.
  • Je kunt toelichten wat ontwikkelingsgerichte activiteiten zijn.
  • Je kan een ontwikkelingsgerichte activiteit organiseren voor kinderen of jongeren. 

Slide 2 - Tekstslide

Het programma 
- Verschillende soorten activiteiten
- Ontwikkelingsgerichte activiteiten 
- Zelf een activiteit verzinnen 
- Evalueren 

Slide 3 - Tekstslide

Wat is een voorbeeld van een vaste activiteit?
A
Stageopdracht
B
Kleien
C
Activiteit met een doel
D
Fruit eten

Slide 4 - Quizvraag

Wat is een doelgerichte activiteit?
A
Activiteiten die je uitvoert met alleen kinderen op stage
B
Bij doelgerichte activiteiten streef je een bepaalde gedragsverandering na
C
Activiteiten die je uitvoert voor de ontwikkeling van kinderen
D
Doelgerichte activiteiten zijn activiteiten waar je iets mee wil bereiken

Slide 5 - Quizvraag

Welke soorten activiteiten ken je nog meer?

Slide 6 - Woordweb

Waarom doen mensen activiteiten?
Activiteiten maken een belangrijk deel uit van het leven. Niets doen leidt tot verveling. Van niets doen word je niet gelukkig 

Het doen van activiteiten is dus erg belangrijk voor je welzijn.

Slide 7 - Tekstslide

Verband tussen actief zijn en welzijn
  • Geeft zingeving (je voelt je nuttig)
  • Prettige en zinvolle invulling van de tijd (tijd gaat sneller)
  • Biedt structuur (ritme in de dag)
  • Sociaal contact (mens is een sociaal wezen)
  • Door activiteiten kun je invloed uitoefenen op zaken 
  • Hierdoor kun je je ontwikkelen en ontplooien

Slide 8 - Tekstslide

Waarom activiteiten in het jongeren  werk?
Bij activiteiten met kinderen en jongeren is de relatie tussen welzijn en activiteiten nog sterker.


Kinderen willen zich ontwikkelen.

Activiteiten helpen daarbij. Sterker: zonder activiteiten geen ontwikkeling.

Slide 9 - Tekstslide

Ontwikkelingsgerichte activiteiten





Om ontwikkelingsgerichte activiteiten te kunnen aanbieden, is kennis van en inzicht in de ontwikkeling van kinderen en jongeren nodig.

 

Hoe verloopt de motorische ontwikkeling bij een baby, welke fasen zijn er in de taalontwikkeling? En wat zijn mogelijkheden bij een kind van 6, van 10, van 12 jaar? Maar daarmee alleen ben je er niet. Het is ook nodig dat je kinderen en jongeren goed kunt observeren. 

Slide 10 - Tekstslide

Brede ontwikkeling 
Ontwikkelingsgerichte activiteiten zijn activiteiten die de brede ontwikkeling van de kinderen of jongeren stimuleren.

Brede ontwikkeling omvat: de cognitieve ontwikkeling, de lichamelijke ontwikkeling, de sociale en emotionele ontwikkeling en ook de creatieve en culturele ontwikkeling.

Slide 11 - Tekstslide

Leg uit waarom dit geen ontwikkelingsgerichte activiteiten zijn

Slide 12 - Tekstslide

Leg uit waarom is dit een ontwikkelingsgerichte activiteit

Slide 13 - Tekstslide

Een vraag 
Bedenk zelf een activiteit die minimaal drie ontwikkelingsgebieden stimuleert voor kinderen van 4 tot 6 jaar. Schrijf de activiteit en de ontwikkelingsgebieden op met een korte uitleg erbij.

Slide 14 - Tekstslide

Antwoord:
Een stiltespel (kind met ogen dicht in het midden van de kring, moet raden hoeveel kinderen op aanwijzing van de spelleider héél zachtjes achter hem/haar zijn gaan zitten) in het speellokaal.

Sociale ontwikkeling: samen met elkaar iets doen.
Zintuiglijke ontwikkeling: luistervaardigheid.
Motorische ontwikkeling: op de tenen lopen, zachtjes lopen, sluipen.




Slide 15 - Tekstslide

Dagprogramma 
Een dag kun je indelen van het moment dat kinderen binnenkomen tot aan het moment dat kinderen weggaan. Soms gaat het bij het maken van een dagprogramma om het invullen van hele dagen, soms alleen om de invulling van een dagdeel. 
Hoe zit het dagprogramma er bij jou op stage uit? 
Schrijf dit op
timer
10:00

Slide 16 - Tekstslide

Weekprogramma
Door te werken met een weekprogramma, voorkom je een eenzijdig activiteitenaanbod. Je kunt erop letten dat op verschillende dagen verschillende activiteiten aan bod komen.

Slide 17 - Tekstslide

Waar moet een activiteit aan voldoen? 
- Beginsituatie: wie, hoe oud, groep, school, goed in.. minder goed.. 
- Het activiteitendoel: wat wil je bereiken met behulp van jouw activiteit. 
- Activiteitenbeschrijving (introductie, uitleg, uitvoering en afsluiting)
- Tijd 
- Ruimte 
- Materialen en middelen

Slide 18 - Tekstslide

Activiteit organiseren 
Wat?: Je organiseert een activiteit voor een kind of jongeren 
(0-12 jaar). Met behulp van de vragen organiseer je een activiteit. 
Hoe?: in tweetallen
Hulp: internet
Tijd: 50 min. 
Uitkomst: presenteren aan de klas 
Klaar?: extra opdracht docent. 

Slide 19 - Tekstslide