Doelgroepbeschrijving OA1 2021

Goedemorgen
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
OnderwijsassistentenMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Goedemorgen

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Doel van deze les
Aan het eind van deze les kun je aan mij uitleggen wat het verschil is tussen grove en fijne motoriek

Slide 3 - Tekstslide

Terugblik
Wat hebben we vorige keer gedaan?

Slide 4 - Tekstslide

Hoe oud zijn de meeste kinderen in groep 1 en 2?
A
3-6
B
4-7
C
4-6
D
5

Slide 5 - Quizvraag

Wat weet je nog uit je basisschooltijd over kleuters?

Slide 6 - Open vraag

Motorische ontwikkeling
Het is een belangrijk begrip. Je gaat dit in je hele loopbaan gebruiken. Het is de ontwikkeling van het handelen. 
We verdelen de motorische ontwikkeling in twee stukken. Grove en fijne motoriek

Slide 7 - Tekstslide

Grove motoriek
Heeft betrekking tot het voortbewegen en coördineren van het hele lichaam.
Wat valt er onder grove motoriek

Slide 8 - Tekstslide

Fijne motoriek
Wat valt er onder fijne motoriek?

Slide 9 - Tekstslide

De meeste motorische vaardigheden worden aangeleerd door te spelen. Heel kleine kinderen bewegen ongericht. Als ze iets groter zijn, gaan ze gerichter bewegen, maar dan beweegt hun hele lichaam nog mee. Bij het opgroeien worden de bewegingen steeds stabieler en beter gecoördineerd.

Slide 10 - Tekstslide

Hoe kun je motorische vaardigheden verbeteren?

Slide 11 - Woordweb

Hoe is het met jullie eigen motorische vaardigheden?

Slide 12 - Open vraag

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

We gaan oefenen..
Jullie gaan je fijne motorische vaardigheden laten zien. 

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Herhaling lesdoel
Wat is grove en fijne motoriek?

Slide 18 - Tekstslide

Opdrachten gekoppeld aan deze uitleg

Slide 19 - Tekstslide

Doei ;)

Slide 20 - Tekstslide

Sociaal-emotionele ontwikkeling
De ontwikkeling van het vermogen om te kunnen omgaan met je eigen emoties en met die van anderen.


Tijdens het opgroeien worden nog andere vaardigheden op dit gebied ontwikkelt.
  • Het vermogen om je eigen gevoelens te kunnen verwoorden, ook tegenover anderen
  • Conflicten op een niet-gewelddadige, effectieve manier kunnen hanteren.
  • Hulp geven, maar ook om hulp kunnen vragen
  • Kunnen omgaan met diversiteit (uiterlijke kenmerken, seksuele voorkeur)
  • Sociale betrokkenheid

Slide 21 - Tekstslide