5.2&3 Gevolgen van migratie

Opening

Noem een begrip dat bij migratie hoort.
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Opening

Noem een begrip dat bij migratie hoort.

Slide 1 - Tekstslide

5.1 Herhaling

Slide 2 - Tekstslide

Herhaling
  • soorten migratie
  • aspiraties
  •  mogelijkheden
  • kettingsmigratie
Welke mensen migreren uit middeninkomenlanden?
  • jonge mensen
  • hoger opgeleid
  • mensen met geld
  • mensen met contacten
Wat maakt dat deze groep kan migreren?
  • aspiraties
  • mogelijkheden

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

5.2 Gevolgen voor de herkomstgebieden
Gevolgen voor de herkomstgebieden

Slide 6 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je weet wat de gevolgen van migratie in herkomstgebieden zijn.
  • Je begrijpt waarom migratie afhangt van aspiraties en mogelijkheden.
  • Je kunt uitleggen aan de hand van kaarten en statistieken waarom welvaartsgroei in de herkomstgebieden eerst leidt tot meer migratie, daarna tot minder migratie en uiteindelijk soms tot retourmigratie en immigratie

Slide 7 - Tekstslide

Waarom welvaartsgroei in de herkomstgebieden eerst leidt tot meer migratie, daarna tot minder migratie en uiteindelijk soms tot retourmigratie en immigratie

Placemat:
Stap 1: Elke leerling denkt na (en
schrijft het antwoord op).
Stap 2: Overleg in groep.
Stap 3: Eén leerling geeft het
groepsantwoord

Slide 8 - Tekstslide

Kijk naar een filmpje (methode)

Slide 9 - Tekstslide

Waarom welvaartsgroei in de herkomstgebieden leidt tot meer migratie
Denken/schrijven: zelf in stilte
Delen: in tweetallen bespreken
  • om beurt een antwoord zeggen
  • overleggen
Uitwisselen: aan de klas vertellen
timer
1:00

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Link

Slide 12 - Link

Wat betekent een positief getal op deze kaart?
A
Het aantal emigranten is groter dan het aantal immigranten. Er is dus een vertrekoverschot.
B
Het aantal emigranten is groter dan het aantal immigranten. Er is dus een vestigingsoverschot.
C
Het aantal immigranten is groter dan het aantal emigranten. Er is dus een vestigingsoverschot.
D
Het aantal immigranten is groter dan het aantal emigranten. Er is dus een vertrekoverschot

Slide 13 - Quizvraag

Wat voor werk doen veel arbeidsmigranten voornamelijk?
A
laaggeschoold werk
B
hooggeschoold werk
C
laag betaald werk
D
goed betaald werk

Slide 14 - Quizvraag

Welke voordelen heeft arbeidsmigratie voor de herkomstgebieden?
A
meest ondernemende krachten gaan weg
B
De bevolking groeit sneller.
C
Werkloosheid neemt af
D
Er is minder geld in omloop

Slide 15 - Quizvraag

Wat is een belangrijke reden waarom de allerarmsten meestal niet migreren?
A
Ze hebben geen aspiraties om te vertrekken.
B
Ze hebben niet genoeg geld om te vertrekken.
C
Ze willen hun familie niet achterlaten.
D
Ze mogen hun land niet verlaten.

Slide 16 - Quizvraag

Wat is een demografisch gevolg van arbeidsmigratie in herkomstgebieden?
A
De bevolking neemt toe en wordt jonger.
B
Er ontstaat een evenwichtige bevolkingsopbouw.
C
Vooral jonge mannen en soms vrouwen vertrekken, waardoor ouderen achterblijven.
D
De geboortecijfers stijgen in het herkomstgebied.

Slide 17 - Quizvraag

Wat is een economisch gevolg van arbeidsmigratie?
A
Geldzendingen zorgen voor een verbeterde levensstandaard in herkomstgebieden.
B
De werkloosheid in het herkomstgebied neemt toe.
C
Het aantal bedrijven in het herkomstgebied daalt.
D
De migranten stoppen met investeren in hun thuisland.

Slide 18 - Quizvraag

Wat wordt bedoeld met 'braindrain'?
A
Een situatie waarin migranten geld terugsturen naar hun herkomstgebied.
B
Het vertrek van hoger opgeleiden naar het buitenland voor betere kansen.
C
De terugkeer van migranten naar hun geboorteland.
D
Een situatie waarin alleen laagopgeleide arbeiders migreren.

Slide 19 - Quizvraag

Wanneer is de kans op migratie het grootst?
A
Wanneer mensen wel willen migreren, maar dit niet kunnen.
B
Wanneer de economie zich ontwikkelt en mensen voldoende middelen hebben om te vertrekken.
C
Wanneer de economie volledig stabiel is en mensen geen behoefte hebben om te vertrekken.
D
Wanneer mensen geen scholing hebben en geen besef van andere mogelijkheden.

Slide 20 - Quizvraag

Binnen welk werelddeel is de buitenlandse migratie het grootst? Noem drie oorzaken.

Slide 21 - Open vraag

Tussen welke twee werelddelen is de buitenlandse migratie het grootst? Noem drie oorzaken.

Slide 22 - Open vraag

Waarom is juist de lijn van migranten die asiel aanvragen het meest grillig?

Slide 23 - Open vraag

Welke relatie is er tussen de kaarten die ook meteen de richting van de migratiestromen verklaart?

Slide 24 - Open vraag

5.2 Gevolgen voor de herkomstgebieden
Gevolgen voor de herkomstgebieden

Slide 25 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je weet wat de gevolgen van migratie in herkomstgebieden zijn.
  • Je begrijpt waarom migratie afhangt van aspiraties en mogelijkheden.
  • Je kunt uitleggen aan de hand van kaarten en statistieken waarom welvaartsgroei in de herkomstgebieden eerst leidt tot meer migratie, daarna tot minder migratie en uiteindelijk soms tot retourmigratie en immigratie

Slide 26 - Tekstslide

Herkomstgebied
  • Gebied waar migranten vandaan komen.

Slide 27 - Tekstslide

Soorten gevolgen
  • Demografische gevolgen (bevolking)
  • Economische gevolgen (welvaart & geldstromen)
  • Sociaal-culturele gevolgen 

Slide 28 - Tekstslide

Bedenk een voorbeeld voor een demografisch, economisch en sociaal-cultureel gevolg
Placemat:
Stap 1: Elke leerling denkt na (en
schrijft het antwoord op).
Stap 2: Overleg in groep.
Stap 3: Eén leerling geeft het
groepsantwoord

Slide 29 - Tekstslide

Demografische gevolgen
Jonge mensen vertrekken, oudere blijven. 

Bevolkingssamenstelling verandert 

Slide 30 - Tekstslide

Economische gevolgen

Slide 31 - Tekstslide

Hoe worden de geldzendingen van migranten gebruikt?

Slide 32 - Open vraag

Hoe worden deze geldzendingen gebruikt?
Thuisblijvers investeren dit vaak in bedrijfjes, landbouw, scholen, gezondheidszorg en nieuwe huizen. Zo leiden deze zendingen tot een enorme verbetering van de families in herkomstgebieden.

Slide 33 - Tekstslide

Sociaal-culturele gevolgen
  • thuisblijvers krijgen goede berichten en hierdoor meer aspiraties
  • mensen met migranten in de familie krijgen een hogere status
  • mensen krijgen nieuwe ideeën, versnelling moderniseringsproces
  • braindrain (hoger opgeleiden verlaten het land)

Slide 34 - Tekstslide

Migratie, ontwikkeling en retourmigratie

Slide 35 - Tekstslide

Aan de slag
Maak opdrachten 1 t/m 6
Lesson Up
Quizlet 5.1&5.2
  • Je weet wat de gevolgen van migratie in herkomstgebieden zijn.
  • Je begrijpt waarom migratie afhangt van aspiraties en mogelijkheden.
  • Je kunt uitleggen aan de hand van kaarten en statistieken waarom welvaartsgroei in de herkomstgebieden eerst leidt tot meer migratie, daarna tot minder migratie en uiteindelijk soms tot retourmigratie en immigratie

Slide 36 - Tekstslide