In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
H29 vwo/H25 havo
Slide 1 - Tekstslide
(A-r)/n wordt gebruikt om de afschrijving te berekenen.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 2 - Quizvraag
Bereken de afschrijvingskosten. Uitgave om machine te kopen €200.000. De installatiekosten zijn €15.000. De restwaarde is €15.000. De sloopkosten bedragen €5.000. De levensduur bedraagt 5 jaar.
Slide 3 - Open vraag
Een ondernemer koopt een zaagmachine voor € 2.450, de afleveringskosten zijn € 50. Hij gaat er vanuit dat deze machine 5 jaar mee gaat en een restwaarde heeft van € 500. Bereken de totale afschrijving per jaar.
timer
1:30
Slide 4 - Open vraag
Bereken het arbeidsuurtarief: Pieter werkt 40 uur per week, hiervan is 80% productief. De loonkosten van het bedrijf zijn €3.200 per maand.
Slide 5 - Open vraag
Welke belasting is geen kostenpost?
A
Onroerendezaakbelasting
B
Assurantiebelasting
C
Winstbelasting
D
Omzetbelasting
Slide 6 - Quizvraag
H30 vwo/H26 havo
Slide 7 - Tekstslide
Een ondernemer koopt een tafel in voor €2.420,- incl. btw. De inkoopprijs wordt verhoogd met 40%. Wat is de consumentenprijs (incl. btw).
A
€3.388,-
B
€3.238,59
C
€6.050,-
D
€4.099,48
Slide 8 - Quizvraag
Een ondernemer koopt een tafel in voor €2.420,- excl. btw. De inkoopprijs wordt verhoogd met 40%. Wat is de consumentenprijs (incl. btw).
A
€3.388,-
B
€3.238,59
C
€6.050,-
D
€4.099,48
Slide 9 - Quizvraag
Een ondernemer koopt een tafel in voor €2.420,- excl. btw. De verkoopprijs wordt verhoogd met 40%. Wat is de consumentenprijs (incl. btw).
A
€3.388,-
B
€4.880,33
C
4.392,30
D
€4.099,48
Slide 10 - Quizvraag
Het financieringsresultaat bestaat uit?
Slide 11 - Open vraag
Omzetbelasting is een inkomstenbron voor de:
A
Winkeliers
B
Overheid
C
Fabrikanten
D
De Koning
Slide 12 - Quizvraag
Inkoopprijs van een Magnum is €0,55 per stuk. De verkoopprijs bedraagt €2,10. Wat is het winstopslag% van de verkoopprijs?