3v 5.3 Overmaat en ondermaat

5.3 Overmaat en ondermaat
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

5.3 Overmaat en ondermaat

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je leert
  • wat er gebeurt als je stoffen niet in de juiste massaverhouding mengt;
  • het begrip overmaat en ondermaat gebruiken;
  • rekenen aan reacties waarvan een van de beginstoffen in overmaat aanwezig is.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Herhaling rekenen met massaverhoudingen 

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Geef de coëfficiënten voor de reactie, noteer je antwoord als ...,...,...,... (zonder spatie)

Slide 4 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Geef de massaverhouding waarin de vier stoffen reageren en ontstaan, noteer je antwoord als
m1:m2:m3:m4 (geen spatie).
Geef de massa's op één decimaal.

Slide 5 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Geef je berekening (dus wat je intypt op je rekenmachine). Geef je eindantwoord op één decimaal

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Overmaat en ondermaat

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Overmaat & ondermaat
Overmaat = het teveel van de stof wat overblijft na de volledige reactie

Ondermaat = de stof die op gaat tijdens de reactie

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Massaverhouding
CH4  +  2 O2  →  CO2  +  2 H2O

Hoeveel gram CH4 reageert met hoeveel gram O2?

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Massaverhouding
CH4  +  2 O2  →  CO2  +  2 H2O

   16           64             44             36


Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Massaverhouding
CH4  +  2 O2  →  CO2  +  2 H2O

   16           64             44             36

Maar wat als je 16 gram CH4 mengt met 60 gram O2?

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Massaverhouding
Als normaal 16 g CH4 reageert met 64 g O2, maar er slechts 60 g O2 beschikbaar is, dan is er te weinig zuurstof.

We zeggen: de zuurstof is in ondermaat
Of: het aardgas is in overmaat.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rekenen
Bereken hoeveel ijzersulfide, FeS, er ontstaat als je 60 g ijzer mengt met 35 g zwavel.
De reactievergelijking is:
Fe (s)  +  S (s)  →  FeS (s)

1. Bereken de massaverhouding
2. Maak een kruistabel
3. Bepaal welke stof in overmaat en welke in ondermaat is
4. Bereken m.b.v. de stof in ondermaat

Slide 13 - Tekstslide

Voorbeeld uitgewerkt: vb2
Samen doen op bord met lln/leerling naar voren halen
Welke stof is in overmaat?
4 CuO + CH4 --> 4 Cu + CO2 + 2 H2O
Je laat 25g koperoxide reageren met 5,5 g methaan
Welke van deze 2 stoffen is in overmaat?
1. Bereken de massaverhouding
2. Maak een kruistabel
3. Bepaal welke stof in overmaat en welke in ondermaat is
4. Bereken m.b.v. de stof in ondermaat

Slide 14 - Tekstslide

uitwerkingen van vb 3
Leerlingen zelf doen
Huiswerk maken
Opdracht 31 t/m 35

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Slide 16 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Je kunt nu
  • uitleggen wanneer een reactie stopt;
  • uitleggen wat onder overmaat en ondermaat wordt verstaan;
  • uitrekenen welke stof(fen) in overmaat en ondermaat bij een chemische reactie aanwezig zijn.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies