§1 Canada, een groot en leeg land

Welkom terug bij aardrijkskunde!
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Welkom terug bij aardrijkskunde!

Slide 1 - Tekstslide

Hoofdstuk 1 Canada: Dichtbij en veraf
1.1 Een groot en leeg land

Slide 2 - Tekstslide

Je weet waar in Canada de meeste en minste mensen wonen. 
Leerdoelen
1.  Je weet waar in Canada de meeste en minste mensen wonen. 
2. Je weet wat het verschil is tussen overzichts- en thematische kaarten. 
3. Je weet hoe je een kaart moet aflezen door gebruik te maken van vier kaart onderdelen.
4. Je kan door de schaal te berekenen bepalen wat de afstand is tussen twee plaatsen.

Slide 3 - Tekstslide

Hier zie je een kaart van Canada! Zoals je ziet is dit niet even groot als de werkelijkheid. Anders zouden we heel veel lokalen nodig hebben om de kaart te kunnen maken. Een kaart is dus een verkleinde weergave. 

Slide 4 - Tekstslide

2 soorten kaarten:

- Overzichtskaart
                  zo'n kaart vertelt veel over een gebied.                                  Steden, rivieren en bergen bijvoorbeeld.

- Thematischekaart 
                  zo'n kaart heeft altijd een speciaal thema.                            Bijvoorbeeld migratie of inkomen

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Slide 7 - Tekstslide

Je ziet hier de titel van de kaart. De titel heeft een onderwerp en is dus een thematische kaart. Het onderwerp van deze kaart is de bevolkingsdichtheid van Canada. Deze kaart laat dus het gemiddelde aantal inwoners per vierkante kilometer (inw/km2) in Canada zien. 

Slide 8 - Tekstslide

Wat kun je op deze kaart vinden?

Slide 9 - Tekstslide

Welke soort kaart is dit?
A
Thematische Kaart
B
Overzichtskaart

Slide 10 - Quizvraag

Welke soort
kaart is dit?
A
Thematische Kaart
B
Overzichtskaart

Slide 11 - Quizvraag

Welke soort kaart is dit?
A
Overzichtskaart
B
Thematische Kaart

Slide 12 - Quizvraag

Hier zie je de schaal van de kaart. Een schaal geeft aan hoeveel een gebied op een kaart is verkleind.

Schaal is alleen maar een verhouding.
Sommige mensen denken dat "schaal" iets te maken heeft met centimeters, maar dat is onjuist. Als iets op schaal getekend is, geeft de schaal de verhouding aan tussen de tekening en de werkelijkheid.

Bij een schaal van 1:100 is een centimeter op de kaart 100 cm in werkelijkheid.
Maar ook is bij een schaal van 1:100 een millimeter op de kaart 100 mm in werkelijkheid.
En bij diezelfde schaal is de lengte van een gebouw in werkelijkheid 100 keer zo groot.

Een fietskaart met een schaal van 1:50.000
Elke afstand op de kaart is in werkelijkheid 50.000 keer zo groot.
1 cm op de kaart = 50.000 cm = 500 m = 0,5 km
2 cm op de kaart = 1 km
 


In een kaart staat soms een noordpijl. Als er geen noordpijl staat, is de bovenkant van de kaart het noorden.


Dit is de titel van de kaart. Deze vind je vaak in de legenda van een kaart terug. 
Alle symbolen en kleuren hiernaast zijn de legenda van de kaart. Dat is de uitleg van de betekenis van de kleuren en de symbolen op een kaart. In deze legenda zie je bijvoorbeeld dat een rode kleur op de kaart betekend dat het gebied een hoogteligging heeft van 3000m of meer. Dit betekend dat dat gebied dus hoger ligt dan 3000meter!! 

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Rekenen met de schaal

Bereken wat de "echte" afstand in km is.
  • Schaal 1 : 100 000 = ......km?         Afstand op de kaart 3 cm
  • Schaal 1 : 450 000 = ......km?        Afstand op de kaart 10 cm
  • Schaal 1 : 20 000 = ......km?           Afstand op de kaart 5 cm
  • Schaal 1 : 2 000 000  = ......km?   Afstand op de kaart 13 cm
  • Schaal 1 : 25 000  = ......km?          Afstand op de kaart 8 cm

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Samen lezen 
blz 8-9 uit je lesboek

Slide 17 - Tekstslide

Kijken of je alles hebt begrepen!

Slide 18 - Tekstslide

Klik op de vier kaarten om ze beter te bekijken. Zie je een thematische of een overzichtskaart? Sleep de juiste woorden naar de juiste kaart.
Overzichtskaart
Overzichtskaart
Thematische kaart
Thematische kaart

Slide 19 - Sleepvraag

Sleep de woorden naar de juiste plek. 
De schaal van een kaart is 1: 30.000.000. Dat betekent dat 1 centimeter op de kaart in werkelijkheid .................................centimeter is. 
Dat is ............................................kilometer. 
De afstand tussen Edmonton en Ottawa is op de kaart 4 centimeter. In werkelijkheid is de afstand tussen Edmonton en Ottawa dus .....................................kilometer.
Tip:
1km = 100.000cm 
Dus om 
1cm:30.000.000 om te rekenen naar km moet je 30.000.000/100.000
30.000.000 
1.200
300

Slide 20 - Sleepvraag

Welke uitspraken over de kaart kloppen?
A
De bevolkingsdichtheid is het hoogst in het zuiden.
B
De bevolkingsspreiding is het hoogst in het zuiden.
C
De bevolkingsspreiding van Canada is gelijk verdeeld over het land.
D
De bevolkingsdichtheid is het hoogst in het noorden.

Slide 21 - Quizvraag

Je weet waar in Canada de meeste en minste mensen wonen. 
Leerdoelen gehaald?
1.  Je weet waar in Canada de meeste en minste mensen wonen. 
2. Je weet wat het verschil is tussen overzichts- en thematische kaarten. 
3. Je weet hoe je een kaart moet aflezen door gebruik te maken van vier kaart onderdelen.
4. Je kan door de schaal te berekenen bepalen wat de afstand is tussen twee plaatsen.

Slide 22 - Tekstslide

Je weet waar in Canada de meeste en minste mensen wonen. 
Aan de slag!
Huiswerk voor morgen:

Maken paragraaf 1 Canada: een groot en leeg land
Opdrachten: 1, 2 en 3

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide