3.3 Een welvarende tijd

Par. 3.3: Een welvarende tijd
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 8 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Par. 3.3: Een welvarende tijd

Slide 1 - Tekstslide

Weet je het nog?
  • WO 1 is in 1918 afgelopen
  • Veel landen in Europa hebben enorme schade
  • De kaart van Europa ziet er anders uit: er zijn nieuwe landen bijgekomen




Slide 2 - Tekstslide

Hoe gaat het nu verder?
  • Na de oorlog worden landen weer opgebouwd
  • De jaren ‘20 zijn voor veel landen een welvarende tijd
  • Vooral in de VS gaat het economisch goed: sterkste industrieland

Na de Eerste Wereldoorlog willen mensen genieten van het leven:
- feesten
- dansen (nieuwe muzieksoort Jazz)
- vrouwen gaan zich anders kleden en gedragen
- veel geld uitgeven aan leuke dingen 

Slide 3 - Tekstslide

Welvaart?

Slide 4 - Woordweb

0

Slide 5 - Video

Waar denk je aan bij een 'consumptiemaatschappij'?

Slide 6 - Woordweb

Consumptie
Bekijk het volgende fragment

Daarna volgen enkele vragen

Slide 7 - Tekstslide

0

Slide 8 - Video

Wat vindt deze cabaretier van onze huidige consumptiemaatschappij?
A
Spannend
B
Vernieuwend
C
Nuttig
D
Doorgeslagen

Slide 9 - Quizvraag

Hij vindt onze consumptiemaatschappij vooral 'doorgeslagen' door haar
A
verkwisting
B
nutteloosheid
C
domheid
D
vernieuwing

Slide 10 - Quizvraag

Kun je ook zelf nog een nadeel verzinnen van onze consumptiemaatschappij?

Slide 11 - Open vraag

Roaring Twenties
Kijk naar het volgende fragment over de 'roerige jaren twintig' in de Verenigde Staten.

Daarna volgt een vraag!

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Welke vormen van 'welvaart' uit de jaren '20 in de VS zag je in het fragment naar voren komen?

Slide 14 - Open vraag

0

Slide 15 - Video

De VS in de jaren '20
  • De VS werden begin 20e eeuw het sterkste industrieland ter wereld
  • Henry Ford maakt auto’s met de lopende band: een nieuwe manier van produceren
  • De welvaart in de VS nam enorm toe in de jaren '20
  • Er ontstond een 'consumtiemaatschappij'
  • Veel mensen kopen “op krediet”

Slide 16 - Tekstslide

De VS als eerste consumptiemaatschappij
  • De Amerikanen produceerden sneller en goedkoper dan de Europeanen
  • De Amerikaanse economie bloeide op en de welvaart nam toe
  • Keukenapparatuur, stofzuigers, radio's, auto's en andere luxeartikelen deden hun intrede

Slide 17 - Tekstslide

Welke 'nieuwe' optie hadden Amerikanen als ze de luxeproducten niet konden betalen?
A
Stelen
B
Geld lenen
C
Ruilen
D
zelf produceren

Slide 18 - Quizvraag

Waarom werden de jaren '20 de 'Roaring Twenties' genoemd?
A
Er werd veel gedanst
B
Er werd veel gerookt
C
Het was een levendige tijd
D
Kopen op afbetaling kwam opzetten

Slide 19 - Quizvraag

Jaren '20 in NL
  • In Nederland was er geen consumptiemaatschappij zoals in de VS
  • Wel ging het economisch goed, vooral door de vraag naar Nederlandse industrieproducten en de scheepsbouw (Rotterdam belangrijk als havensstad)

Slide 20 - Tekstslide

0

Slide 21 - Video

Slide 22 - Video

Bekijk het volgende filmpje
Daarna volgen enkele vragen

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Video

Slide 25 - Video

Welke 2 conclusies kun je trekken na het zien van dit filmpje? In Nederland...
A
Kwam de consumptiemaatschappij pas op gang na 1945
B
Kwam als eerste land de motor/scooter opzetten
C
Ontstonden door het nieuwe consumeren ook nieuwe jongerenculturen
D
Waren het vooral de jongeren die deel uitmaakten van het nieuwe consumeren

Slide 26 - Quizvraag

Wat vindt deze cabaretier van onze huidige consumptiemaatschappij?
A
Spannend
B
Vernieuwend
C
Nuttig
D
Doorgeslagen

Slide 27 - Quizvraag

Bedenk zelf een nadeel van onze consumptiemaatschappij

Slide 28 - Open vraag

Noem 3 dingen die je deze les geleerd hebt

Slide 29 - Woordweb

Maak een woordweb op papier met de belangrijke woorden uit deze les. Maak een foto en lever in!

Slide 30 - Open vraag

Exit? 


  • Check eerst of je alles begrijpt!

  • Vragen?
 
  • Tot de volgende keer...!







Slide 31 - Tekstslide