H4.2 Botten

1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

wat gaan we vandaag doen?
huiswerk nakijken
herhalen 4.1: Het skelet
leerdoelen vandaag
nieuwe theorie: 4.2 Botten
zelf aan de slag

Slide 2 - Tekstslide

Huiswerk
- afmaken opdrachten 1 t/m 5 Hoofdstuk 4.1
- lezen Hoofdstuk 4.2 / maken opdracht 1 t/m 3

Slide 3 - Tekstslide

Welk soort skelet heeft een mens?
A
uitwendig
B
inwendig

Slide 4 - Quizvraag

wat zijn de delen van mijn lichaam
A
schedel - ruggenmerg - ledematen
B
hoofd - romp- ledematen
C
hoofd - romp - armen- benen
D
schedel - borstkas - armen- benen

Slide 5 - Quizvraag

Twee functies van het skelet zijn:
A
Stevigheid en spijsvertering.
B
Beweging en uitscheiden.
C
Stevigheid en beweging.
D
Bescherming en ademhaling.

Slide 6 - Quizvraag

Bot 2 is een:
A
Kuitbeen
B
Scheenbeen
C
dijbeen

Slide 7 - Quizvraag

Hoe heet het bot bij nummer 5?
A
Sleutelbeen
B
Bovenarm
C
Schouderblad
D
opperarmbeen

Slide 8 - Quizvraag

Ellepijp ligt aan de kant van de.......
A
Pink
B
Duim

Slide 9 - Quizvraag

Thema 4 Stevigheid en beweging
4.2 Botten

Slide 10 - Tekstslide

leerdoelen vandaag
Aan het einde van de les:
- kan je de kenmerken van bot en van kraakbeen noemen.
- kan je beschrijven hoe de samenstelling van botten verandert tijdens het leven.

Slide 11 - Tekstslide

Inleiding
In je oren en je neus zit buigbaar kraakbeen, maar de meeste botten in je lichaam zijn:
- hard en stevig

Ze buigen niet en kunnen dus breken.

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

4.2 Botten
Botten bestaan uit kalk en lijmstof.

Kalk is hard en zorgt voor stevigheid.

Lijmstof zorgt ervoor dat een bot een beetje buigzaam blijft.
Daardoor breekt het bot minder snel.

Slide 14 - Tekstslide

4.2 Botten
In je lichaam komt ook kraakbeen voor.
In kraakbeen zit veel lijmstof en weinig kalk.

Daardoor is kraakbeen stevig, maar toch heel buigzaam.

Op welke plekken in je lichaam zit kraakbeen?

Slide 15 - Tekstslide

kraakbeen
Er zit kraakbeen in je neus, oorschelp en tussen je ribben en je borstbeen.

Ook tussen de wervels in de wervelkolom zit kraakbeen.

Slide 16 - Tekstslide

Een baby kan gemakkelijk zijn eigen tenen in zijn mond steken.
Dat komt doordat een geraamte van een baby vooral bestaat uit kraakbeen.

Tijdens de groei van een baby wordt dit kraakbeen vervangen door bot.

Slide 17 - Tekstslide

Veranderingen
Baby's: 
veel kraakbeen (veel lijmstof),
Verandert in beenweefsel.

Ouderen: 
Beenweefsel met weinig 
lijmstof, veel 
--> breekbaar

Slide 18 - Tekstslide

4.2 Botten
De botten van kinderen bevatten nog veel lijmstof.
Bij het ouder worden neem te hoeveelheid lijmstof in de botten af. De hoeveelheid kalk neemt toe.
De botten worden daardoor steeds minder buigzaam.

Bij oudere mensen breken de botten gemakkelijker dan bij jonge mensen.

Slide 19 - Tekstslide

Begrippen uit deze les
kenmerken
samenstelling
geraamte
romp 
ledematen
kraakbeen
lijmstof
kalk


Slide 20 - Tekstslide

Aan de slag

4.2 Botten: lees de tekst en maak de opdrachten
                        die je nog niet af had

4.3 Beenverbinding: lees de tekst op blz 21/22 de manieren                                                      waarop botten met elkaar verbonden zijn

timer
10:00

Slide 21 - Tekstslide

VRAGEN?

Slide 22 - Tekstslide