A5_Modalverben Präteritum

+ wissen
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

+ wissen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

welche Modalverben gibt es?

Slide 2 - Woordweb

wollen, müssen, sollen, können, mögen, dürfen, wissen

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1. Vul de o.v.t. van het werkwoord in:

müssen _________ das nun wirklich sein?

Slide 4 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

2. Vul de o.v.t. van het werkwoord in:

sollen - Der Schüler verstand nicht, warum er nachsitzen __________

Slide 5 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

3. Vul de o.v.t. van het werkwoord in:

wollen - Ich __________ ihn besuchen.

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

4. Vul de o.v.t. van het werkwoord in:

dürfen - Wegen der Lawinengefahr ________ die Piste nicht befahren werden.

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

5. Vul de o.v.t. van het werkwoord in:

können - Das ________ auch nur schief gehen.

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

6. Vul de o.v.t. van het werkwoord in:

moeten, kunnen - Ich _____ mal, ______ aber kein WC finden.

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

7. Vul de o.v.t. van het werkwoord in:

mogen - Warum _______ du nicht mit uns ausgehen?

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

8. Vul de o.v.t. van het werkwoord in:

mogen, mogen - Die Schülerin ____ Ihre Lehrer und sie _______ sie.

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

9. Vul de o.v.t. van het werkwoord in:
wissen: ___________ du, dass der Kölner Dom erst im 19. Jahrhundert fertiggebaut wurde?

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

10. Vul de o.v.t. van het werkwoord in:

können - Die Kette ______ nicht mehr benutzt werden.

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Klopt de volgende bewering?
De vertaling van 'hij mocht' is "er dürfte"

😒🙁😐🙂😃

Slide 14 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Klopt de volgende bewering?
De vertaling van 'ik lustte' is ''ich möchte"

😒🙁😐🙂😃

Slide 15 - Poll

= ich mochte
Klopt de volgende bewering?
De vertaling van 'wij wisten' is ''wir wüssten"

😒🙁😐🙂😃

Slide 16 - Poll

= ich mochte
Maak een zin met de werkwoorden 'können' en 'müssen' in de o.v.t.

Slide 17 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Maak een zin met de werkwoorden 'dürfen' en 'sollen' in de o.v.t.

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Maak een zin met de werkwoorden 'wollen' en 'mögen' in de o.v.t.

Slide 19 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Ich ______ ihn früher sehr!
A
mochte
B
durfte

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ihr ______ das immer besser als wir!
A
solltet
B
wusstet
C
konnten
D
musstest

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies