Gaswisseling en ademhaling les 2

Trainingskunde 4.1 Les 2
1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 8 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Trainingskunde 4.1 Les 2

Slide 1 - Tekstslide

Inhoud van de les
  • Herhaling vorige les
  • Uitbreiding hart en bloedsomloop
  • Longen en gasuitwisseling 

Slide 2 - Tekstslide

Uit welke 2 onderdelen bestaat het hart?

Slide 3 - Open vraag

Uit welke 2 elementen bestaat bloed?
A
Hemoglobine en bloedplasma
B
Bloedplasma en hormonen
C
Bloedcellen en Hemoglobine
D
Bloedplasma en bloedcellen

Slide 4 - Quizvraag

Waarom zijn de rode bloedcellen voor
een sporter belangrijk?

Slide 5 - Open vraag

Wat is de functie van witte
bloedcellen?
A
Zij beschermen ons tegen indringers en maken die onschadelijk
B
Zij helpen bij de genezing van wondjes, door het bloed te laten stollen.

Slide 6 - Quizvraag

Wat is geen kenmerk van een slagader
A
Dikke elastische wand
B
Kloppen
C
Hebben kleppen
D
Vervoeren zuurstof rijk bloed

Slide 7 - Quizvraag

Welke 2 organen zijn er betrokken bij de kleine bloedsomloop?

Slide 8 - Open vraag

Hart en toevoer

Slide 9 - Tekstslide

Linkerboezem
Rechterboezem
Rechterkamer
Linkerkamer
Aorta
Onderste holle ader
Bovenste holle ader
Longslagader
Longader

Slide 10 - Sleepvraag

Slide 11 - Video

Bloeddruk
  • Bovendruk: de druk in de slagaderen als het hart pompt.
  • Onderdruk: de druk in de slagaderen als het hart ontspant. 
  • 120-80 mmHg 

Slide 12 - Tekstslide

Als het hart bloed uitpompt
Als het hart volloopt, zich ontspant
Wanneer wordt de onderdruk
gemeten?
Wanneer wordt de bovendruk
gemeten?

Slide 13 - Sleepvraag

Wat is het "school" voorbeeld van een gezonde bloeddruk?
A
100 om 80
B
120 om 80
C
120 om 100
D
100 om 100

Slide 14 - Quizvraag

Roken
TABAKSROOK
Gas = koolmono-oxide 
(bloed kan minder zuurstof vervoeren)
Teer vormt een laagje aan de binnenkant van een longblaasje. Hierdoor kan O2 minder goed worden opgenomen. 
Nicotine heeft een sterk verslavend effect. Hecht sneller aan Hemoglobine.

Slide 15 - Tekstslide

Gezonde longen
Rokers longen

Slide 16 - Tekstslide

Hartslag
  • Hartfrequentie (HF): aantal slagen per minuut 
  • Slag volume (SV): Hoeveelheid bloed per slag in het hart
  • Hartminuutvolume (HMV): Hoeveelheid bloed per minuut in het hart.  
  • HMV = SV x HF

Slide 17 - Tekstslide

Wat verstaan we onder het hart
minuut volume (HMV)?
A
aantal hart slagen per minuut ademen
B
de hoeveelheid bloed per minuut in het hart
C
De hoeveelheid bloed die we per slag in het hart

Slide 18 - Quizvraag

Aandoeningen

Slide 19 - Tekstslide

Aandoeningen
  • Aneurysma: Een aneurysma is een plaatselijke verwijding of uitstulping van een slagader. 
  • Hartinfarct: Een hartinfarct of hartaanval is een verstopping in een kransslagader van het hart. Een deel van de hartspier wordt hierdoor beschadigd en sterft af. 
  • Leukemie: Leukemie is de verzamelnaam voor verschillende soorten beenmergkanker. 
  • Hartkloppingen: Mensen voelen hartkloppingen als hun hart heel snel of onregelmatig klopt, erg bonst of een slag overslaat.

Slide 20 - Tekstslide

Gaswisseling

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

Waaruit bestaan de longen?
A
Longvliezen
B
strottenhoofd
C
Bronchiën
D
hart

Slide 23 - Quizvraag

gaswisseling
zuurstof (O2) komt via de luchtpijp-bronchien in de longblaasjes. dit is omringt door bloedvaten. de zuurstof gaat het bloed in. 

in het lichaam wordt de zuurstof gebruikt voor verbranding. bij verbranding komt koolstofdioxde vrij. Dit wordt via het bloed naar de longblaasjes gebracht en weer gegeven aan de luchtpijp-bronchien.

we wisselen koolstofdioxide voor zuurstof.

Slide 24 - Tekstslide

longblaasjes
longen
brochien
brochiolen
luchtpijp

Slide 25 - Sleepvraag

Luchtwegen
Mond-/Neusholte
Keelholte
Luchtpijp
Bronchiën
Bronchiolen
Longblaasjes

In de Longblaasjes vindt gaswisseling plaats met de longhaarvaten

Rest van de luchtwegen = de "dode ruimte"

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Video

Ademhalen - Slikken - Verslikken

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Video

Wat is de functie van ademhaling??
A
reinigen van de lucht die je inademt
B
slechte lucht inademen
C
afvalstoffen van de lucht scheiden
D
opnemen van O2 en afscheiden CO2

Slide 30 - Quizvraag

Ademen via NEUS of via de MOND?
IN DE NEUS:

Lucht wordt vochtig gemaakt

Lucht wordt verwarmd

Lucht wordt gezuiverd

Lucht wordt gekeurd

Slide 31 - Tekstslide

Borstademhaling / Buikademhaling
  • Borstademhaling: Tussenrib spieren begeleiden de ademhaling. (hoge ademhaling)
  • Buikademhaling: Ademhaling wordt geregeld door het middenrif 

Slide 32 - Tekstslide

De ventilatie in de longen

Slide 33 - Tekstslide

Ademhaling
BORST-ademhaling:

Inademen:
- borst en ribben omhoog
- borstholte wordt groter 
- longen worden groter
- lucht stroomt naar binnen

Uitademen:
- borst en ribben omlaag
- borstholte wordt kleiner
- longen worden kleiner
- lucht stroomt naar buiten
BUIK-ademhaling:

Inademen:
- middenrif omlaag
- borstholte wordt groter 
- longen worden groter
- lucht stroomt naar binnen

Uitademen:
- middenrif omhoog
- borstholte wordt kleiner
- longen worden kleiner
- lucht stroomt naar buiten

Slide 34 - Tekstslide

Wat doen de buikspieren bij de
ademhaling?
A
De worden getraind
B
Die helpen mee bij een flinke inademing
C
Die helpen mee bij een flinke uitademing
D
Die doen niets

Slide 35 - Quizvraag

Hoe veel keer ademen volwassenen gemiddeld in en uit per minuut?
A
8
B
10
C
12
D
14

Slide 36 - Quizvraag

Hoe veel keer adem je gemiddeld in en uit bij het sporten?
A
15-25
B
25-35
C
30-40
D
40-50

Slide 37 - Quizvraag

Longventilatie
In de Longblaasjes vindt gaswisseling plaats 
Rest van de luchtwegen = de "dode ruimte

Ingeademde lucht: 20% zuurstof
Uitgeademde lucht: 16% zuurstof
De lucht in de longblaasjes bevat 
ongeveer 13% zuurstof

Hoe kan dit verklaard worden?
Longblaasjes
O2 13%
In -->
O2 20%
Uit <--
O2 16%

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Video

Hyperventilatie


Oorzaak
Te snel of te diep ademhalen, door stress of paniekaanval
Gevolgen:
Intensieve gaswisseling
zuurstof gehalte in bloed blijft gelijk, maar te weinig koolstofdioxide in bloed
Te kort koolstofdioxide in het bloed
Bloed wordt zuurder --> Tintelingen in vingers/handen/lippen, pijn en druk op de borst, duizeligheid
Hersenen geven weinig signalen aan ademhalingsspieren --> ernstige benauwdheid
Oplossing:
Rustige ademhaling: even de adem inhouden en uitblazen (Patiënt afleiden van het probleem)

Slide 40 - Tekstslide

Slide 41 - Video

Aan de slag:
Hoe ga jij er voor zorgen dat je de behandelde stof gaat onthouden
A
Samenvatting maken
B
Lessen doornemen
C
Oefenvragen maken en beantwoorden
D
Anders

Slide 42 - Quizvraag

maak de opdracht in teams
De opdrachten helpen jouw om een samenvatting te maken van de leerstof. 

Slide 43 - Tekstslide

Slide 44 - Video

Slide 45 - Video