Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
aiToolsTab
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Herhaling werkwoorden lj 4
Bienvenidos
Op tafel:
laptop & notitieschrift.
1 / 52
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Spaans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
In deze les zitten
52 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
30 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Bienvenidos
Op tafel:
laptop & notitieschrift.
Slide 1 - Tekstslide
El programa y objetivos:
Opfrissen van:
Los verbos regulares
Los verbos ser, estar & ir
Ww met klinkerwisseling
Aan het einde van de les:
Heb je de belangrijkste ww in de tegenwoordige tijd vervoegd.
Heb je de grammaticale regels doorgenemen.
Slide 2 - Tekstslide
Actualidad, sábado 13 sept.
Slide 3 - Tekstslide
Programa
Repaso/
herhaling
Slide 4 - Tekstslide
Geef de infinitivo van een
ww op -ar/-er &-ir.
Slide 5 - Woordweb
Repaso:
persoonlijke voornaamwoorden
Slide 6 - Tekstslide
Los pronombres
In het Spaans hoeft het persoonlijk vnw er
niet
bij te staan!
Je kunt aan het werkwoord zien welke persoon bedoeld wordt.
Slide 7 - Tekstslide
Persoonlijk voornaamwoorden /
Pronombres personales
ik
jij
hij
zij (enkelvoud)
u (enkelvoud)
wij
jullie
zij (meervoud)
u
(meervoud)
nosotros/-as
ellos
yo
usted
vosotros/-as
ellas
ella
ustedes
él
tú
Slide 8 - Sleepvraag
Repaso:
Weet jij de pronombres personales nog in het Spaans? Koppel de juiste Nederlandse betekenis eraan.
Doe daarna hetzelfde met de rode kaartjes.
YO
TÚ
ÉL, ELLA, USTED
NOSOTROS, NOSOTRAS
VOSOTROS, VOSOTRAS
ELLOS, ELLAS, USTEDES
ik
jij
María y Pepe
zij (mv)
u
wij
hij
jullie
zij
mi hermano y yo
u (mv)
Isabel y tú
Juan
señor González
Slide 9 - Sleepvraag
Verbos regulares en presente
Slide 10 - Tekstslide
Maak een eigen zin met trabajar/ comer of vivir.
Slide 11 - Open vraag
yo
Tú
él, ella, usted
nosotros/ nosotras
vosotros/ vosotras
ellos, ellas, ustedes
viven
hablo
vende
vivimos
vendo
es
eres
habla
aprendemos
estudiáis
trabajan
hablamos
vivís
escribes
buscamos
sois
son
Slide 12 - Sleepvraag
El verbo
TENER
________
?
Slide 13 - Tekstslide
Gebruik
Bezit:
Tengo una bicicleta.
Uiterlijk:
Tienes ojos azules.
Leeftijd:
Tengo quince años.
Slide 14 - Tekstslide
Conjugación
Yo
tengo
Tú
tienes
Él/ella/usted
tiene
Nosotros
tenemos
Vosotros
tenéis
Ellos/ellas/ustedes
tienen
Slide 15 - Tekstslide
Yo no (tener) dinero.
A
tiene
B
tenemos
C
tienes
D
tengo
Slide 16 - Quizvraag
Juan y Pedro (tener) muchos amigos.
A
tienen
B
tenemos
C
tiene
D
tenéis
Slide 17 - Quizvraag
Yo (tener) quince años.
Slide 18 - Open vraag
El verbo SER
Wat betekent het werkwoord SER?
Is SER regelmatig of onregelmatig?
Hoe vervoeg je het werkwoord SER?
timer
3:00
Slide 19 - Tekstslide
Het ww SER
Ser = zijn
Slide 20 - Tekstslide
ser, yo
A
soy
B
eres
C
es
D
sois
Slide 21 - Quizvraag
Wat is de juiste vervoeging van
vosotros (ser)?
A
eres
B
somos
C
soy
D
sois
Slide 22 - Quizvraag
ser, usted
Slide 23 - Open vraag
tener, Pepe
Slide 24 - Open vraag
Nosotros (vivir)
A
vivisteis
B
vivimos
C
vivemos
D
vivís
Slide 25 - Quizvraag
Tú_______(vivir) en Madrid.
A
vivas
B
vives
C
vivis
D
vivéis
Slide 26 - Quizvraag
cantar, Carmen y yo
Slide 27 - Open vraag
vender, Paco y tú
Slide 28 - Open vraag
Santiago is 15 jaar oud.
A
Santiago es quince años.
B
Santiago tiene quince años.
C
Santiago son quince años.
D
Santiago tienen quince años.
Slide 29 - Quizvraag
Mijn geschiedenis docent woont in Zwolle.
A
Mi profesor de historia vivo en Zwolle.
B
Mi profesor de historia vives en Zwolle.
C
Mi profesor de historia vive en Zwolle.
D
Mi profesor de historia viven en Zwolle.
Slide 30 - Quizvraag
Het ww ESTAR
Wat is de betekenis van
ESTAR?
Vertel iets over jezelf, gebruik
estar
.
Slide 31 - Tekstslide
ser
&
estar
Zowel
ser
als
estar
betekenen '
zijn
'.
Est
ar
betekent ook '
zich bevinden
'.
Estar
zegt iets over de
toestand
van iemand.
Je gebruikt
estar
ook bij
plaatsbepalingen
.
Bijvoorbeeld:
Ik ben hier. -
Estoy
aquí.
Ik ben zenuwachtig.
Estoy
nervioso.
Slide 32 - Tekstslide
Het ww
ESTAR
=z
ich bevinden
Slide 33 - Tekstslide
yo
tú
él, ella, usted
nosotros/as
vosotros/as
ellos
estoy
estás
está
estáis
estamos
están
Slide 34 - Sleepvraag
Vul de juiste vorm van ESTAR in:
La planta ______ al lado de la mesa.
A
estoy
B
estás
C
está
D
estamos
Slide 35 - Quizvraag
Yo ______ en mi dormitorio.
A
estáis
B
estoy
C
está
D
estás
Slide 36 - Quizvraag
Y tú ¿dónde _______?
A
estoy
B
está
C
estás
D
estáis
Slide 37 - Quizvraag
Nosotros ______ en el instituto KSG.
A
estoy
B
está
C
estamos
D
estáis
Slide 38 - Quizvraag
Het ww GAAN in het Spaans
Als je ergens naar toe gaat, dan gebruik je het werkwoord
_______.
Slide 39 - Tekstslide
Werkwoord
ir
(gaan)
ik ga
voy
jij gaat
vas
hij/zij gaat
va
wij gaan
vamos
jullie gaan
vais
zij gaan
van
Slide 40 - Tekstslide
Vul de juiste vorm in van het werkwoord IR:
Nosotros ................. a la playa
A
vais
B
va
C
vamos
D
van
Slide 41 - Quizvraag
Yo ____ a clase de inglés.
A
va
B
voy
C
vamos
D
van
Slide 42 - Quizvraag
Tú _____ a casa de tu amigo.
A
va
B
voy
C
vamos
D
vas
Slide 43 - Quizvraag
Mis amigos y yo ____ al centro comercial.
A
va
B
voy
C
vamos
D
van
Slide 44 - Quizvraag
Werkwoorden met klinkerwisseling
Er zijn
4
groepen:
e>
ie
preferir> pref
ie
ro
o>
ue
poder > p
ue
do
u>
ue
jugar > j
ue
go
e>
i
pedir > p
i
do
Klinker wisselt bij alle personen
behalve nosotros + vosotros!
Slide 45 - Tekstslide
Klinkerwisseling pas je bij de volgende personen toe:
A
bij alle personen
B
alleen bij nosotros en vosotros
C
alleen bij yo, tú, nosotros en vosotros
D
bij alle personen behalve nosotros en vosotros
Slide 46 - Quizvraag
Hoeveel soorten klinkerwisseling zijn er?
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 47 - Quizvraag
Vervoeg 'ik denk'
(denken= pensar e>ie)
Slide 48 - Open vraag
Vervoeg 'jij sluit'
(sluiten= cerrar e>ie)
Slide 49 - Open vraag
Vervoeg 'zij slaapt'
(slapen= dormir o>ue)
Slide 50 - Open vraag
Vervoeg 'zij volgen'
(volgen= seguir e>i)
Slide 51 - Open vraag
Exit ticket
Menciona tres verbos regulares.
Di la conjugación de ser, estar o ir.
¿Qué pronombres no tienen cambio vocálico?
Slide 52 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
¿Qué saber de 12 lecciones para trabajar la autoestima? INTRODUCCIÓN (6-99 años)
February 2024
- Les met
18 slides
door
Grunberg Academy
Grunberg Academy
Lección 2 Ser lastimado
February 2024
- Les met
22 slides
door
Grunberg Academy
Grunberg Academy
Lección 12 Estar Presente
February 2024
- Les met
19 slides
door
Grunberg Academy
Grunberg Academy
Lección 1 Fruta
February 2024
- Les met
23 slides
door
Grunberg Academy
Grunberg Academy
De grote kennisquiz
August 2024
- Les met
44 slides
door
Quiz!
Duits
Middelbare school
mavo
Leerjaar 4
Quiz!
Lección 11 Límites
February 2024
- Les met
21 slides
door
Grunberg Academy
Grunberg Academy
Lección 7 Crecimiento
February 2024
- Les met
22 slides
door
Grunberg Academy
Grunberg Academy
Lección 5 Amistad
February 2024
- Les met
23 slides
door
Grunberg Academy
Grunberg Academy