8 oktober Woord voor woord - Les 2

hoe gaat het met jouw ?
๐Ÿ˜’๐Ÿ™๐Ÿ˜๐Ÿ™‚๐Ÿ˜ƒ
1 / 27
volgende
Slide 1: Poll
ISKANT2++1Middelbare schoolPraktijkonderwijsvmbo lwooLeerjaar 1

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 5 min

Onderdelen in deze les

hoe gaat het met jouw ?
๐Ÿ˜’๐Ÿ™๐Ÿ˜๐Ÿ™‚๐Ÿ˜ƒ

Slide 1 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

welke dag is het vandaag?
A
maandag
B
dinsdag
C
woensdag
D
zaterdag

Slide 2 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Total Physical Response
Vooruitblik:
  • Ik leer woorden en zinnen.

Uitvoering:
  • Ik kijk de video en ik leer door te doen.

Terugblik:
  • Ik ken de woorden van deze les.
Woord voor woord
2
Hoe gaat het?

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Werkwoorden
Zelfstandige naamwoorden
Overige woorden
pak
wijs


het papier
het boek
de tas
de pen
het potlood
open
dicht
in - uit
hoe gaat het?
goed
niet goed
De woorden van Les 2
Woord voor woord

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

het boek is open                                het boek is dicht

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

het papier

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

de tas

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

in de tas

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

uit de tas

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

de pen

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

het potlood

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Video

Deze slide heeft geen instructies

De tas.
Ik doe de tas open. Open.
Ik pak het boek.
Ik doe het boek in de tas.
Ik pak het boek uit de tas.
In - uit.
Ik leg het boek op tafel.
Op. Tafel.
Ik doe de tas dicht.
Ik pak het boek.
Ik doe het boek open.
Dicht - open.
Ik doe het boek dicht.
Doe het zelf!
Slepen
Woord voor woord
niet goed
in
dicht
uit
goed
open

Slide 13 - Sleepvraag

Doe het zelf is een TPR oefening om met de leerlingen samen te doen. De docent doet voor en de leerlingen doen het na.

Hij wijst
Woord voor woord
A
B
C
D

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


de spullen zijn in de tas
Woord voor woord
A
B
C
D

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


welk plaatje hoort bij:
dicht
Woord voor woord
A
B
C
D

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Hij pakt een boek uit de kast
Woord voor woord
A
B
C
D

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


de spullen zijn
uit de tas
Woord voor woord
A
B
C
D

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Zij legt de appel op het boek
Woord voor woord
A
B
C
D

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


het boek is open 
open
Woord voor woord
A
B
C
D

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


A
het papier
B
de papier
C
de paper
D
het paper

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


A
het bok
B
het boek
C
de boek
D
de bok

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


A
het tas
B
het tos
C
de tos
D
de tas

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


A
de pon
B
het pen
C
het pon
D
de pen

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


A
de potlood
B
het poetlood
C
het potlood
D
het potloot

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

ik heb veel nieuwe woorden geleerd
0100

Slide 26 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

ik vond de les :
๐Ÿ˜’๐Ÿ™๐Ÿ˜๐Ÿ™‚๐Ÿ˜ƒ

Slide 27 - Poll

Deze slide heeft geen instructies