Verzekeringen (verzekeren les 3)

Verzekeren
Definitie:
Een overeenkomst tussen verzekeraar en verzekerde, waarbij verzekeraar tegen ontvangst van premie de verzekerde schadeloos moet stellen bij schade door een onzeker voorval.
1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
HandelHBOStudiejaar 3

In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Verzekeren
Definitie:
Een overeenkomst tussen verzekeraar en verzekerde, waarbij verzekeraar tegen ontvangst van premie de verzekerde schadeloos moet stellen bij schade door een onzeker voorval.

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gemoedsbezwaarden
Geen verzekering vanwege geloofsovertuiging
  • Vrijstelling aanvragen bij SVB en Waarborgfonds
  • Geen premie maar vervangende belasting of jaarlijkse bijdrage

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kijken naar inkomen
Om te kunnen leven, is inkomen nodig
(en niet teveel uitgeven aan onnodige dingen)

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Pijler 1: overheid-geen relatie met risico
Premie = percentage inkomen
Overheid bepaalt alles

Pijler 2: Werkgever
Pensioenen - verplichte deelname bij pensioenregeling

Pijler 3: zelf verzekeren

Slide 6 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wim spreekt met Henk af dat hij Henk € 100,00 per jaar betaalt en dat Henk hem € 2.000,00 mocht Wim zijn been breken. Is hier sprake van een verzekering?
A
Ja
B
Nee

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Essentieel voor verzekeren
Premie betalen
  • Uitkering bij gedekt evenement
  • Onzeker voorval

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De partijen
  • Verzekeringnemer: Degene die de verzekering afsluit
  • Verzekerde: Wiens belang verzekerd is
  • Begunstigde: Degene die recht heeft op de uitkering
  • Premiebetaler: degene die de premie betaalt

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tim sluit een verzekering af. Deze verzekering keert uit wanneer zijn vrouw Myrna komt te overlijden. Wie is verzekerde?
A
Tim
B
Myrna

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Tim sluit een verzekering af. Deze verzekering keert een verzekerde som uit Tim en zijn zoon Marnix wanneer zijn vrouw Myrna komt te overlijden. Wie is/zijn begunstigde?
A
Tim en Marnix
B
Tim en de nabestaanden Myrna
C
De wettelijke erfgenamen

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wibo heeft een auto gekocht en hij verzekert de auto op zijn eigen naam. Zijn moeder betaalt de premie. Wie is verzekeringnemer?
A
Moeder
B
Wibo

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wibo heeft een auto gekocht en hij verzekert de auto op zijn eigen naam. Zijn moeder betaalt de premie. Wie is verzekerde?
A
Moeder
B
Wibo

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Sommenverzekering

Vooraf afgesproken bedrag.
Doet het evenement zich voor? Dan wordt dat bedrag uitgekeerd.
Schadeverzekering

Het hoogte van de uitkering wordt bepaald op het moment dat de schade ontstaat. 
De hoogte van de schade moet worden aangetoond.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sommenverzekering
Oké, het ongeval is gebeurd met blijvende invaliditeit of iemand is overleden. Maar je kunt er financieel lekker op vooruit gaan.
Kort: Je mag financieel beter worden van een uitkering op basis van een sommenverzekering

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schadeverzekeringen
Indemniteitsbeginsel!
Een verzekerde mag niet in een beduidend betere positie terecht komen dan voor de schade.
Kort: Je mag financieel niet beter worden van een schade-uitkering

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Persoonsverzekeringen
Zorgverzekering (schadeverzekering)
Levensverzekering (sommenverzekering)
Ongevallenverzekering (meestal sommenverzekering)
Arbeidsongeschiktheidsverzekering (schade- of sommen) 


Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Inboedelverzekering
A
schadeverzekering
B
sommenverzekering

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Overlijdensrisicoverzekering
A
schadeverzekering
B
sommenverzekering

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

WA verzekering auto
A
schadeverzekering
B
sommenverzekering

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De verzekering van Pim keert € 5.000,00 wanneer het op 1 april a.s. regent
A
schadeverzekering
B
sommenverzekering

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De verzekering van Pim keert de schade uit wanneer het op 1 april a.s. regent
A
schadeverzekering
B
sommenverzekering

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Roman wordt opgenomen in het ziekenhuis. De medische kosten bedragen € 3.600,00
A
schadeverzekering
B
sommenverzekering

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Richard laat de laptop van Ilse vallen. De dagwaarde van de laptop is € 800,00. nieuwwaarde is € 900,00. Hoeveel keert de verzekering van Richard uit?
A
€ 900,00
B
€ 800,00

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Richard laat de laptop van Ilse vallen. De dagwaarde van de laptop is € 800,00. nieuwwaarde is € 900,00. Reparatie van de laptop bedraagt € 650,00. Hoeveel keert de verzekering van Richard uit?
A
€ 900,00
B
€ 800,00
C
€ 650,00

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Aanvraagformulier
  1. Wilsuitging: De klant geeft aan de verzekering te willen en bekend te zijn met de voorwaarden + premiebetaling
  • De verzekeraar beoordeelt aan de hand van de gegevens of hij het risico wil dragen
  • Wilsovereenstemming: het moment waarop de verzekeraar akkoord is met de verzekering

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Medische waarborgen
Gezondheidsverklaring
Medisch onderzoek door specialist

  • Mag bij verzekeringen die te maken hebben met 
  • overlijden, ziekte en/of arbeidsongeschiktheid

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bij welke verzekering mogen geen medische waarborgen worden gevraagd?
A
Basisverzekering zorg
B
Aanvullende verzekering zorg
C
Lijfrenteverzekering
D
Begrafenisverzekering

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Risico accepteren?
Moreel en/of materieel risico bepalen
  • Accepteren; al dan niet met voorwaarden
  • Weigeren: moet gemotiveerd

Moreel risico (in de aard van de persoon)
Materieel( in de aard van de zaak)

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

FISH/CIS
Fraude Informatie Systeem Holland
  • Gaat vooral om het bepalen van het morele risico
  • Inzicht in verzekeringsverleden
  • Door collectieve informatie-uitwisseling

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar kun je achterhalen of een klant bankfraude heeft gepleegd?
A
VIS
B
EVA
C
FISH

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar kun je achterhalen of een klant fraudeert met een id-kaart?
A
VIS
B
EVA
C
FISH

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar kun je achterhalen of een klant een slecht moreel risico vormt?
A
VIS
B
EVA
C
FISH

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Premie
Grondslag (basis) = risicopremie
Risico: 
  • verzekerde som (hoe hoger, hoe meer premie)
  • verzekerde risico (welke oorzaken zijn verzekerd?)
  • overig (regio/bouwaard/attractiviteit)

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Assurantiebelasting
Er moet belasting worden betaald over:
Premie + (polis) kosten
  • Deze poliskosten worden in rekening gebracht bij 
  • nieuwe polissen (voor het opmaken) 
  • wijzigingen op de polis (nieuw polisblad etc).
  • Belasting is 21%

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Premiegrondslag is € 800,00. Poliskosten € 10,00. Hoe hoog is de premienota voor een nieuwe verzekering?

Slide 36 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Premiegrondslag is € 800,00. Poliskosten € 10,00. Hoe hoog is de premienota bij prolongatie van de verzekering?

Slide 37 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

De premienota bedraagt 393,25. Hoe hoog is de risicopremie (prolongatie)?

Slide 38 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

De premienota bedraagt 496,10. De poliskosten bedragen € 10,00. Hoe hoog is de risicopremie (nieuwe polis)

Slide 39 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Géén assurantiebelasting 
Persoonsverzekeringen 
  • Ziektekosten/levens/ongevallen/arbeidsongeschiktheid etc
  • Internationale transportverzekeringen
  • Herverzekeringen

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Premie levensverzekeringen
Invloed op de premie
  • Interest (hoe langer het loopt, hoe lager de premie)
  • Sterftekans (rokers betalen meer)
  • Leeftijd (ouderen betalen meer)

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Respijttermijn
30 dagen de tijd om te betalen (na de vervaldag)
  • Niet? Aanmaning : pas op! betalen anders na 14 dagen opschorting
  • Opschorting: De polis blijft bestaan, premie moet worden betaald, maar de dekking vervalt

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gretha sluit op 4 april een verzekering af. Op 30 april heeft zij de premie nog niet betaald.
A
Er volgt een aanmaning
B
De polis wordt opgeschort
C
De polis wordt beëindigd
D
Op 4 mei volgt een aanmaning

Slide 43 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies