H2.2 periodieke systeem

§2.2 Periodiek systeem
Je leert:
  • dat moleculen uit atomen bestaan
  • de belangrijkste atoomsoorten en hun symbolen
  • hoe het periodiek systeem is opgebouwd
  • dat metalen niet uit moleculen bestaan maar alleen uit atomen
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

§2.2 Periodiek systeem
Je leert:
  • dat moleculen uit atomen bestaan
  • de belangrijkste atoomsoorten en hun symbolen
  • hoe het periodiek systeem is opgebouwd
  • dat metalen niet uit moleculen bestaan maar alleen uit atomen

Slide 1 - Tekstslide

2.2 Periodiek Systeem

Slide 2 - Tekstslide

Stoffen <-> moleculen <-> atomen
Stoffen bestaan uit moleculen

Moleculen bestaan weer uit nog kleinere
deeltjes: atomen

Atomen zijn opgebouwd uit nog kleinere
deeltjes en dat leer je in §2.4

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Mendelejev
Einde 19e eeuw: 63 elementen bekend, maar
geen samenhang.
Dimitri Mendelejev rangschikte in 1869 de
elementen naar atoommassa.
Ook voorspelde hij (vrijwel juist) het bestaan van
toen nog onbekende atoomsoorten.
Door Rutherfords ontdekking van protonen kon
de huidige rangschikking naar atoomnummer
gemaakt worden.

Slide 5 - Tekstslide

Niet zomaar een willekeurige tabel

Het periodiek systeem is niet zomaar een tabel, maar de atomen hebben allemaal heel precies een plek.


Eerst zijn de atomen op volgorde van klein naar groot gezet.

Het kleinste atoom heeft 1 proton in de kern (= waterstof) en de grootste is Oganesson (Og) en deze heeft 118 protonen in de kern.


Daarna zijn de atomen op chemische eigenschappen gegroepeerd. De stoffen die op dezelfde wijze reageren staan onder elkaar (= een groep)


Slide 6 - Tekstslide

Indeling Periodiek Systeem
Grofweg kun je de atoomsoorten
in metalen en niet-metalen.

     Metalen

Metalen geleiden stroom en warmte,
en hebben een metaalglans.

Slide 7 - Tekstslide

Indeling Periodiek Systeem
Een kolom wordt een
groep genoemd.
De rijen heten een periode.

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Indeling Periodiek Systeem
De atoomsoorten in een
groep hebben vaak dezelfde
chemische eigenschappen.


Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Indeling Periodiek Systeem
Sommige groepen hebben een naam:

Groep 1 = alkalimetalen (H niet)
Groep 2 = aardalkalimetalen
Groep 17 = halogenen
Groep 18 = edelgassen


De namen van deze groepen moet 
je kennen.

Slide 12 - Tekstslide

Indeling Periodiek Systeem
Groep 1 = alkalimetalen (H niet)
reageren heftig met water

Groep 2 = aardalkalimetalen
reageren met water en
1 op 1 met een zuurstofatoom.
Bijv: 2 Ca + O2 -> 2 CaO

Slide 13 - Tekstslide

Indeling Periodiek Systeem
Groep 17 = halogenen
reageren heftig met metalen

Groep 18 = edelgassen
reageren vrijwel niet


Slide 14 - Tekstslide

Alle stoffen bestaan uit atomen, maar niet alle stoffen bestaan uit moleculen...
De meeste stoffen bestaan uit moleculen (aan elkaar gekoppelde atomen), maar sommige uit losse atomen. Dit geldt voor metalen. 

Bv. ijzer bestaat niet uit ijzermoleculen, maar een stapeling van heel veel ijzeratomen. 

Slide 15 - Tekstslide

Hoe zij de atomen in het huidige periodiek systeem gerangschikt?

(30 s)
A
naar grootte
B
naar massa
C
naar aantal neutronen
D
naar atoomnummer

Slide 16 - Quizvraag

Hoe heet een kolom in het periodiek systeem?


(20 s)
A
groep
B
rij
C
periode
D
deel

Slide 17 - Quizvraag

Welke atoomsoort is geen metaal?


(30 s)
A
Calcium
B
Magnesium
C
Natrium
D
Neon

Slide 18 - Quizvraag

Welke bewering is niet juist?


(30 s)
A
Alle metalen hebben hebben een metaalglans
B
Alle metalen geleiden stroom
C
Alle metalen reageren met zuurstof en water
D
Alle metalen geleiden warmte

Slide 19 - Quizvraag

Welke naam heeft groep 1 in het periodiek systeem?

(20 s)
A
alkalimetalen
B
aardalkalimetalen
C
halogenen
D
edelgassen

Slide 20 - Quizvraag

De atoomsoorten F, Cl, Br en I behoren tot de


(20 s)
A
alkalimetalen
B
aardalkalimetalen
C
halogenen
D
edelgassen

Slide 21 - Quizvraag

Welke bewering is juist?


(30 s)
A
Halogenen zijn niet reactief
B
Edelgassen reageren makkelijk met andere atoomsoorten
C
Alkalimetalen en aardalkalimetalen kunnen met water reageren
D
Metalen reageren altijd goed met elkaar.

Slide 22 - Quizvraag

Huiswerk
Maak:
opdrachten paragraaf 2

Leer de afkortingen van de belangrijke atoomsoorten (figuur 2.13)



Slide 23 - Tekstslide

§2.2 Periodiek systeem
Je leert:
  • dat moleculen uit atomen bestaan
  • de belangrijkste atoomsoorten en hun symbolen
  • hoe het periodiek systeem is opgebouwd
  • dat metalen niet uit moleculen bestaan maar alleen uit atomen

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Video

Slide 26 - Link