M7 Economische groei H2 Welvaart, deel 2

H2 Welvaart, deel 2
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 22 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

H2 Welvaart, deel 2

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
  • Je kunt toelichten hoe het belastingstelsel bijdraagt aan nivellering van de inkomens in een land.
  • Je kunt te betalen belasting berekenen (met aftrekposten, verschillende tarieven en heffingskortingen)

Slide 2 - Tekstslide

Programma




Uitleg Herverdeling van welvaart
Opgaven maken
Afsluiting: wat heb je geleerd?

Slide 3 - Tekstslide

Uitleg belastingen
Waarom heft de overheid belastingen?
  • Om geld te hebben voor collectieve goederen
  • Om een scheve inkomensverdeling te corrigeren

Slide 4 - Tekstslide

Uitleg primair en secundair inkomen
Verschil tussen primair en secundair inkomen?
  • Primair inkomen => wat mensen verdienen met productiefactoren (KANO)
  • Secundair (of besteedbaar) inkomen => inkomen nadat mensen belastingen en sociale premies hebben betaald en uitkeringen/subsidies hebben ontvangen.

Slide 5 - Tekstslide

Uitleg belastingstelsel
Vlaktaks / proportioneel tarief =>
  • Belastingtarief (het percentage) hangt niet af van hoogte inkomen, bv. altijd 30%
  • Belastingbedrag hangt dan wel af van hoogte inkomen
Progressief tarief =>
Belastingtarief (het percentage) is ook hoger bij een hoger inkomen, bv. 25 % tot 60.000 en 35% boven 60.000

Slide 6 - Tekstslide

Uitleg belastingstelsel
Belastingvrije voet: het inkomen waar je geen belasting over hoeft te betalen, bv 0% over de eerste € 1000.

Herverdeling (nivellering) van inkomens in een land door:
  • progressief belastingstelsel
  • belastingvrije voet
  • Denivellering bij een degressief belastingstelsel

Slide 7 - Tekstslide

Nivellering als gevolg van een progressief belasting-stelsel

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Link

Slide 10 - Tekstslide

Uitleg belastingstelsel
Gemiddeld en marginaal belastingtarief
  • Gemiddeld belastingtarief: percentage dat je gemiddeld betaalt => belasting / bruto-inkomen x 100%
  • Marginale belastingtarief: percentage dat je over je laatstverdiende euro betaalt.

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Uitleg belastingstelsel
Box 1 Inkomen uit woning en werk
  • Inkomen
  • Belastingvrije voet
  • Aftrekposten => Belastbaar inkomen
  • Belastingtarieven (oplopende percentages)
  • Heffingskortingen => Te betalen belasting

Slide 13 - Tekstslide

Uitleg belastingstelsel
Meervoudige belastingtarieven: voor verschillende delen van het inkomen wordt een ander belastingtarief gebruikt.

Progressief stelsel
  • Over het eerste deel weinig en over de volgende delen een steeds hoger percentage
  • Vaak in combinatie met belastingvrije voet

Slide 14 - Tekstslide

Uitleg belastingstelsel
Heffingskortingen: een bedrag dat iemand van het te betalen belastingbedrag mag aftrekken.
Dat werkt ook nivellerend als:
  • de korting niet afhankelijk is van het inkomen (dan is het bedrag relatief hoger voor lage inkomens)
  • de korting lager is voor hogere inkomens



Slide 15 - Tekstslide

Voorbeeld belasting berekenen
Box 1 Inkomen uit woning en werk
  • Inkomen
  • Belastingvrije voet
  • Aftrekposten => Belastbaar inkomen
  • Belastingtarieven (oplopende percentages)
  • Heffingskortingen => Te betalen belasting

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Uitleg Nederlandse belastingstelsel
Boxenstelsel:
  • Box 1, inkomen uit woning en werk
  • Box 2, inkomen uit aanmerkelijk belang
  • Box 3, inkomen uit sparen en beleggen

2020

Slide 19 - Tekstslide

Berekening te betalen belasting
  1. Per box bereken je het belastbare inkomen. Daarvoor haal je bij box 1 van het inkomen af: de aftrekposten (bv. voor reiskosten of hypotheekrente)
  2. Je berekent de belasting in box 1, 2 en 3 met de percentages in de tabel. Je telt de belasting voor de drie boxen bij elkaar.
  3. Je berekent de heffingskortingen en haalt die van het totaal af.

Slide 20 - Tekstslide

Opgaven 2.3



H2 Opgaven 16 en 18


Slide 21 - Tekstslide

Opgaven 2.4



H2 Opgaven 19 en 20  (Toepassen opg. 25)


Slide 22 - Tekstslide