hs 2 afsluiting

Hs 2 afsluiting
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 28 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Hs 2 afsluiting

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen?
1. Start van de les.
2. Huiswerk bespreken §4.
3. Rekenopdrachten
4. Huiswerk
5. Afsluiting

Slide 2 - Tekstslide

Huiswerk bespreken
- Je kijkt het huiswerk van je buurman/buurvrouw na. Als je alleen zit maak je een drietal met degene voor of achter je.
- Als het antwoord niet goed is, zet dan wel even het goede antwoord erbij in een andere kleur! 

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Rekenopdrachten

Slide 6 - Tekstslide

Formules
- Nieuw saldo = oud saldo + ontvangsten - uitgaven
- Te berekenen aantal of bedrag = percentage / 100 x totaal
- Rentebedrag per jaar = percentage / 100 x totaal
- Rente percentage =aantal of bedrag / totaal x 100
                 Aantal of bedrag = rente, dus alles wat je extra betaalt, dus het bedrag dat je in totaal        moet betalen - het bedrag dat je leent
                 Totaal = het bedrag dat je leent
                 Je kunt dus ook zeggen: (het bedrag dat je in totaal moet terug betalen - het bedrag dat         je leent) / het bedrag dat je leent x 100

Slide 7 - Tekstslide

Rekenopdracht 1
Remco gaat met vrienden naar de bioscoop. Hij heeft €50 van zijn moeder meegekregen. De film kost €11,50, het drinken €4,25, en de popcorn €6,80. Hoeveel geld houdt hij over?


timer
3:00

Slide 8 - Tekstslide

Rekenopdracht 1
Remco gaat met vrienden naar de bioscoop. Hij heeft €50 van zijn moeder meegekregen. De film kost €11,50, het drinken €4,25, en de popcorn €6,80. Hoeveel geld houdt hij over?

Nieuw saldo = oud saldo + ontvangsten - uitgaven
Nieuwe saldo = €50 + €0 - €11,50 - €4,25 - €6,80 = €27,45

Slide 9 - Tekstslide

Rekenopdracht 2
Het aantal telefoons dat in Nederland verkocht is in 2022 is 240.000.000. Hiervan zijn 43% IPhones. Hoeveel IPhones zijn er in 2022 verkocht?





timer
3:00

Slide 10 - Tekstslide

Rekenopdracht 2
Het aantal telefoons dat in Nederland verkocht is in 2022 is 240.000.000. Hiervan zijn 43% IPhones. Hoeveel IPhones zijn er in 2022 verkocht?

Te berekenen aantal of bedrag = percentage / 100 x totaal
Te berekenen aantal of bedrag = 43 / 100 x 240.000.000 = 103.200.000
Niet de punten in je rekenmachine zetten!



Slide 11 - Tekstslide

Rekenopdracht 3 
Je spaargeld is €784. Je krijgt hier 3,5% rente over. Wat wordt het rentebedrag per jaar?


timer
3:00

Slide 12 - Tekstslide

Rekenopdracht 3 
Je spaargeld is €784. Je krijgt 3,5% rente. Wat is het rentebedrag na 1 jaar?

Rentebedrag per jaar = percentage / 100 x totaal
Te berekenen aantal of bedrag = 3,5 / 100 x €784  = €27,44 rente

Slide 13 - Tekstslide

Rekenopdracht 4
Het gemiddelde bedrag dat afgelopen jaar gepind is, is €23,58. Dit is verwacht om te dalen met 5,6% aankomend jaar. Wat is het gemiddelde bedrag dat aangekomend jaar naar verwachting wordt gepind?


timer
3:00

Slide 14 - Tekstslide

Rekenopdracht 4
Het gemiddelde bedrag dat afgelopen jaar gepind is, is €23,58. Dit is verwacht om te dalen met 5,6% aankomend jaar. Wat is het gemiddelde bedrag dat aangekomend jaar naar verwachting wordt gepind?

Te berekenen aantal of bedrag = percentage / 100 x totaal
5,6 / 100 x €23,58 = €1,32
Wat heb je nu uitgerekend?
€23,58 - €1,32 = €22,26

Slide 15 - Tekstslide

Rekenopdracht 5
Je leent €180 van de bank, maar je moet €225 terug betalen. Hoeveel procent rente betaal je?


timer
3:00

Slide 16 - Tekstslide

Rekenopdracht 5
Je leent €180 van de bank, maar je moet €225 terug betalen. Bereken het percentage van de rente die je over deze lening betaalt?


Rentepercentage = aantal of bedrag / totaal x 100
Aantal of bedrag = Rentebedrag dat je moet betalen
Totaal = Bedrag dat je leent
Rente percentage = €45 / €180 x 100 = 25%

Slide 17 - Tekstslide

Rekenopdracht 6
Je leent €3800 euro van de bank. Je betaalt 12 maanden lang een maandtermijn van €356. Wat is het rentebedrag dat je moet betalen?


timer
3:00

Slide 18 - Tekstslide

Rekenopdracht 6
Je leent €3800 euro van de bank. Je betaalt 12 maanden lang een maandtermijn van €356. Wat is het rentebedrag dat je moet betalen?

12 x €356 = €4272
€4272 - €3800 = €472

Slide 19 - Tekstslide

Rekenopdracht 7
Je leent €3800 euro van de bank. Je betaalt 12 maanden lang een maandtermijn van €356. Wat is het rentepercentage dat je moet betalen?




timer
3:00

Slide 20 - Tekstslide

Rekenopdracht 7
Je leent €3800 euro van de bank. Je betaalt 12 maanden lang een maandtermijn van €356. Wat is het rentepercentage dat je moet betalen?

Rente percentage =aantal of bedrag / totaal x 100
€472 / €3800 x 100= 12,4%

Slide 21 - Tekstslide

Rekenopdracht 8
Karel betaal zijn jaarpremie vooraf waardoor hij 4,3% korting krijgt per maand. Normaal (dus zonder korting) zou hij €35 betalen per maand. Hoeveel moet hij nu per jaar betalen?


timer
3:00

Slide 22 - Tekstslide

Rekenopdracht 8
Karel betaal zijn jaarpremie vooraf waardoor hij 4,3% korting krijgt per maand. Normaal (dus zonder korting) zou hij €35 betalen per maand. Hoeveel moet hij nu per jaar betalen?

Te berekenen bedrag = percentage / 100 x totaal
4,3 / 100 x €35 = €1,505
€35 - €1,505 = €33,495 -> €33,50

Slide 23 - Tekstslide

Rekenopdracht 9
Je leent €1500. Je betaalt de lening in 1 terug met maandtermijnen van €132. 
1) Hoeveel betaal je meer terug dan je geleend hebt?
2) Hoeveel procent is dat van het geleende bedrag?

timer
3:00

Slide 24 - Tekstslide

Rekenopdracht 9
Je leent €1500. Je betaalt de lening in 1 terug met maandtermijnen van €132. 
1) Hoeveel betaal je meer terug dan je geleend hebt?
€132 x 12 = €1584
€1584 - €1500
2) Hoeveel procent is dat van het geleende bedrag?



timer
3:00

Slide 25 - Tekstslide

Rekenopdracht 9
Je leent €1500. Je betaalt de lening in 1 terug met maandtermijnen van €132. 
1) Hoeveel betaal je meer terug dan je geleend hebt?
€132 x 12 = €1584
€1584 - €1500 = €84
2) Hoeveel procent is dat van het geleende bedrag?
Rente percentage =aantal of bedrag / totaal x 100
€84 / €1500 x 100 = 5,6%

Slide 26 - Tekstslide

Formules
- Nieuw saldo = oud saldo + ontvangsten - uitgaven
- Te berekenen aantal of bedrag = percentage / 100 x totaal
- Rentebedrag per jaar = percentage / 100 x totaal
- Rente percentage =aantal of bedrag / totaal x 100
          

Slide 27 - Tekstslide

Aan de opdracht werken

Slide 28 - Tekstslide