HelpendePlus - medicatie

Welke gegevens staan er op de baxterrol?
1 / 20
volgende
Slide 1: Open vraag
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Welke gegevens staan er op de baxterrol?

Slide 1 - Open vraag

GDS (baxter)
Voorbeeld

K. de Haas 10-04-1938

Maandag 08 maart 2020 08.00h
1 Ibuprofen 600mg tabl
tablet, ovaal, roze
1 Metformine 850mg
tablet, rond, wit
1 omeprazol 40mg
tablet, ovaal, geel



Slide 2 - Tekstslide

Welke medicijnen zitten niet in de baxter?

Slide 3 - Open vraag

Losse medicijnen
Zalf, pleister, poeder, inhalatiemedicatie, zetpillen, chemotabletten, antibioticakuur, antistollingsmedicatie trombosedienst

Slide 4 - Tekstslide

Een bruistablet is een specifieke medicijnvorm. Kun je er nog 3 noemen?

Slide 5 - Open vraag

Deze medicijnvorm noemen we
A
Tablet
B
Dragee
C
Bruistablet
D
Capsule

Slide 6 - Quizvraag

Deze medicijnvorm noemen we
A
Dragee
B
Tablet
C
Zetpil
D
Smelttablet

Slide 7 - Quizvraag

Deze medicijnvorm noemen we
A
Tablet
B
Dragee
C
Smelttablet
D
Capsule

Slide 8 - Quizvraag

Deze medicijnvorm noemen we
A
Drank
B
Klsyma
C
Gel
D
Spray

Slide 9 - Quizvraag

Deze medicijnvorm noemen we
A
Gel
B
Klysma
C
Drank
D
Druppelvloeistof

Slide 10 - Quizvraag

Deze medicijnvorm noemen we
A
Tablet
B
Dragee
C
Bruistablet
D
Smelttablet

Slide 11 - Quizvraag

Slide 12 - Tekstslide

Systemische werking

Medicijn wordt ingeslikt of ingespoten en opgenomen in het bloed. Vervolgens wordt het afgegeven op de juiste plek
Lokale werking

Medicijn doet z'n werk op de plek waar het wordt aangebracht

Pufjes, zalven, oogdruppels, oordruppels

Slide 13 - Tekstslide

Systemische werking
Lokale werking

Slide 14 - Sleepvraag

Wie doet wat?
Arts: schrijft medicatie voor

Apotheek: Maakt medicatie klaar en levert af

JIJ:
- zet medicatie uit
- reikt medicatie aan en/of dient medicatie toe
- registreert en tekent af
- signaleert knelpunten (VIM/MIM!)
- Evalueert behandeling samen met cliënt en arts

Slide 15 - Tekstslide

Beoordeling eigen beheer medicatie
Categorie 1: cliënt bestelt en gebruikt medicatie zelf
Categorie 2: begeleider bestelt medicatie, cliënt gebruikt medicatie zelf
Categorie 3: cliënt bestelt medicatie, begeleider biedt hulp bij (een deel van) medicatie
Categorie 4: begeleider bestelt en biedt hulp bij (een deel van) medicatie
Categorie 5: begeleider bestelt, biedt hulp bij medicatie en ziet toe op inname

Welke 'BEM' komt in jouw zorginstelling het meest voor?

Slide 16 - Tekstslide

Van welke medicijn weet je dat ze een verslaving kunnen geven?

Slide 17 - Woordweb

Casus
Je komt bij binnen bij Dhr. Kaas. Het is 11.00h en hij ligt in bed, hij vertelt zich ziek te voelen. Ook geeft hij aan om 10.00h gebraakt te hebben en erge last van diarree te hebben.

Wat doe je?

Slide 18 - Tekstslide

Casus
Je hebt ochtendzorg verleent bij Mw. Roelvink en reikt de medicatie aan. Mw. wil de medicatie niet nemen, zegt dat ze er erg buikpijn van krijgt en dat jullie daar niets aan doen. 

Wat doe je?

Slide 19 - Tekstslide

Casus
Je helpt Dhr. Tolbeek bij het eten en innemen van medicatie. Dhr. heeft moeite met slikken, hij kan de grote tabletten moeilijk wegkrijgen. 

Wat doe je?

Slide 20 - Tekstslide