In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Snelheid, afstand en tijd
Slide 1 - Tekstslide
Extra oefenen snelheden
Schrijf je berekening op of gebruik een tabel (op papier).
Schrijf als antwoord alleen het getal op. Geen eenheid, geen punten.
Uiteraard wel een komma als dat nodig is.
Slide 2 - Tekstslide
Stel je hebt 1 uur, hoeveel seconden is dat?
Slide 3 - Open vraag
Hoeveel meter is 1 km?
Slide 4 - Open vraag
Hoeveel seconden is 7:48:20,9 uren
Slide 5 - Open vraag
Bereken in seconden 3,7 minuten 5,2 uren
Slide 6 - Open vraag
In 2024 loopt Peter de marathon in 2:11:18,9 uren. In 2025 loopt Peter de marathon in 2:09:12,3 uren. Bereken hoeveel seconden Peter sneller is geëindigd in 2025.
Slide 7 - Open vraag
Een slechtvalk is een bijzondere vogel. Hij vliegt namelijk wel 390 km/h. Hoeveel meter per seconde vliegt hij? Rond af op 1 decimaal.
Slide 8 - Open vraag
Een fietser gaat gemiddeld 3,33 m/s. Hoeveel km/h is dat?
Slide 9 - Open vraag
Een traumahelikopter vliegt gemiddeld 72 m/s. Hoeveel km/h kan een traumahelikopter vliegen?
Slide 10 - Open vraag
Theo loopt 1,2 m/s. Hoeveel km loopt hij in 3:25:18,7 uur?
Slide 11 - Open vraag
Amber loopt de marathon. Deze is 42,195 km. Zij loopt de marathon in 4:15:33,9 uren. Hoeveel m/s loopt zij?
Slide 12 - Open vraag
Een skilift gaat 4 m/s. De afstand om bovenaan te komen is 2500 meter. Hoeveel minuten doet de lift erover?