Meldcode

Werken met de 
Meldcode




Online Scholing
Februari 2021
Madelon van Puijenbroek

1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
ISKBeroepsopleiding

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Werken met de 
Meldcode




Online Scholing
Februari 2021
Madelon van Puijenbroek

Slide 1 - Tekstslide

In veel instellingen functioneren aandachtsfunctionarissen kindermishandeling en huiselijk geweld,
aan wie de arts advies kan vragen. Hij kan met (de vertrouwensarts van) VT overleggen bij welke
deskundigen hij het best terecht kan. Dit hangt mede af van het type kindermishandeling of huiselijk
geweld. Zie bijlage 5 en www.huiselijkgeweld.nl/typengeweld voor nadere informatie over de
verschillende typen geweld.

Doel van het advies
Het vragen van advies heeft tot doel om tot een antwoord te komen op de volgende vragen:
T Is er sprake of kan er sprake zijn van kindermishandeling en/of huiselijk geweld?
T Welke acties kan de arts ondernemen om meer duidelijkheid te krijgen?
T Op welke manier kan de arts zijn vermoeden met de betrokkenen bespreken?
T Welke hulpverlening kan worden ingezet om het risico af te wenden?
T Is het raadzaam om een melding te doen?
T Op welke manier kunnen de taken en verantwoordelijkheden worden verdeeld?
Wet verplichte meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling
De meldcode is een stappenplan waarin wordt aangegeven hoe de professional behoort om te gaan met het signaleren en melden van HG en KM ter ondersteuning van zijn/haar besluit om wel/niet te melden. De meldcode is van 2013 verplicht, vanaf 2019 is het verplicht om de verbeterde meldcode met het afwegingskader te gebruiken.

Slide 2 - Tekstslide

Waarom een verbeterde meldcode; 
  1. Eerder geweld is de belangrijkste voorspeller van toekomstig geweld
  2. Proffesionals zijn vaak kort betrokken
  3. Onvoldoende informatie of zicht over eerder geweld
  4. Betrokkenen zijn te weinig in beeld
  5. Geen mogelijkheid om te signaleren of het geweld terugkeert
  6. VT kan signalen over een langere periode bij elkaar brengen. 
Hulp en zorgverleners hebben een wettelijk meldrecht bij vermoedens van huiselijk geweld en kindermishandeling. Dit meldrecht geeft hulp- en zorgverleners, ondanks het beroepsgeheim, het recht om zo nodig zonder toestemming van de client of vertegenwoordiger, een melding te doen van vermoedens van hg en km bij VT.

Uit rechterlijke uitspraken blijkt dat het beroepsgeheim mag worden doorbroken, mits dit zorgvuldig gebeurd.  Het conflict van plichten is hierbij een hulpmiddel. 

Een meldcode voor huiselijk geweld en kindermishandeling helpt dus professionals goed te reageren bij signalen van geweld.
timer
0:30
De meldcode richt zich op alle vormen van huiselijk geweld. Wat valt volgens jou onder huiselijk geweld?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Huiselijk geweld

Kindermishandeling (0 - 18)
 
(Ex) partnergeweld (18 - 65)


Ouderenmishandeling (65+) 

Ouder-mishandeling (k-o)


Vormen van mishandeling

  • Lichamelijk geweld
  • Lichamelijke verwaarlozing
  • Psychisch geweld
  • Psychische verwaarlozing
  • Seksueel misbruik
  • Schending van rechten
  • Financiële uitbuiting 

Slide 4 - Tekstslide

Huiselijk geweld; lichamelijk, geestelijk of seksueel geweld,  of bedreiging daarmee door iemand uit de huiselijke kring, waarbij onder geweld 
wordt verstaan: de fysieke, seksuele of psychische aantasting van de persoonlijke integriteit van het slachtoffer, daaronder ook begrepen ouderenmishandeling,
vrouwelijke genitale verminking, huwelijksdwang en eer gerelateerd geweld.

Ook het getuige zijn van mishandeling is een vorm van mishandeling 

Tot de huiselijke kring van het slachtoffer behoren: (ex-) partners, gezinsleden, familieleden, huisvrienden en mantelzorgers

Huiselijk geweld omvat niet zozeer de locatie waar het geweld plaatsvind, maar de relatie is bepalend. Ook wanner kind getuige is van geweld tussen ouders, ook wanneer deze ouders op verschillende adressen wonen.  Geweld in het gezin gaat vaak met andere problematiek gepaard, zoals spanningen tussen echtgenoten, werkloosheid of verslaving.

Eergerelateerd geweld; alle vormen van dwang, psychisch en fysiek geweld om te voorkomen dat een lid van de familie een missstap zet; dit gaat vaak gepaard met onderdrukking; denkende aan sociale controle, verstoting, seksueel misbruik, bezweringen, eermoord of zelfs gedwongen zelfmoord.

WAT IS OUDER-MISHANDELING?
Ouder-mishandeling (ook wel: ‘kind-ouder geweld’ of ‘huiselijk
geweld van jongeren tegen hun ouders’; niet te verwarren met
ouderENmishandeling) is: niet-incidenteel geweld in het gezin,
gepleegd door een (doorgaans thuiswonende afhankelijke) jeugdige of jongvolwassene, dat gericht is op (een van) de ouders. Het
gaat om herhaaldelijk en ernstig geweld (geen ‘normale’ puberteitsconflicten). Het geweld kan psychisch, fysiek en seksueel  zijn, met financiële afpersing en materiele schade.

De gevolgen van huiselijk geweld
Huiselijk geweld kan leiden tot sterke emotionele problemen. Slachtoffers raken vaak in een isolement. Ze verliezen hun weerbaarheid en zelfvertrouwen, en kunnen een negatief zelfbeeld ontwikkelen. Hierbij spelen gevoelens van schuld en schaamte doorgaans een grote rol. Dit kan leiden tot depressies, stressklachten en lichamelijke klachten. Mensen die als kind slachtoffer waren van huiselijk geweld, verliezen vaker het vertrouwen in zichzelf en in anderen. Ze hebben vaker problemen met intimiteit en seksualiteit, en vinden het moeilijker om relaties aan te gaan.
Uit onderzoek is daarnaast gebleken dat veel slachtoffers van huiselijk geweld ook andere problemen krijgen, zoals problemen op werk, met huisvesting en financiële problemen.
Getuige zijn van huiselijk geweld heeft net zo'n ernstige gevolgen voor een kind als dat het direct slachtoffer is.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Stappen van de Meldcode









Bespreek jouw ‘niet-pluisgevoel’ met je VM, collega of VA.
Alle stappen van de meldcode worden altijd tenminste in samenwerking met de VA uitgevoerd

Slide 6 - Tekstslide

Volgorde van de stappende die worden beschreven zijn in een bepaalde volgorde gerangschikt. Maar deze volgorde is niet dwingend. Waar het om gaat, is dat de beroepskracht op enig moment in het proces alle stappen doorlopen, voordat hij besluit om een melding te doen. Soms ligt het voor de hand om meteen met de client in gesprek te gaan over bepaalde signalen. Soms worden stappen ook 2 tot 3x keer gezet. 
Stap 1; signalen in kaart brengen

Herken één of meer signalen bij het slachtoffer:
  • Lichamelijk letsel, zonder duidelijke verklaring
  • Psychisch of emotioneel lijden
  • Slecht verzorgd of verwaarloosd worden
  • Getuige zijn van huiselijk geweld
  • Financieel uitgebuit worden
  • Gedwongen seksueel contact
  • Angstig of verward zijn, onveilig of bedreigd voelen
  • Vrijheid en privacy wordt geschaad, de cliënt is nooit alleen te spreken
  • Bovenmatige afhankelijkheid partner of mantelzorger


Disclosure: Als een slachtoffer uit zichzelf om hulp vraagt of vertelt thuis geweld of verwaarlozing mee te maken. Dit betekend dat je direct contact opneemt met Veilig Thuis en samen bepaalt wat noodzakelijke vervolgstappen zijn.

Onthulling strafbare feiten, dan ga je niet verder in gesprek over signalen, maar meld je direct bij VT of politie. Indien recent seksueel misdrijf; Centrum Seksueel Geweld.




Slide 7 - Tekstslide

Iedereen heeft op een bepaald moment een onderbuik gevoel, een knoop onder je maag. Vandaar uit anticipeer je.

Herkenning
In de eerste plaats zijn kindermishandeling en huiselijk geweld vaak moeilijk te herkennen. Pleger(s) en slachtoffer(s) houden hun situatie meestal angstvallig verborgen. De loyaliteit naar, en de afhankelijkheid van, de pleger(s) is bij slachtoffers vaak groot. 

Daarnaast zijn signalen vrijwel
nooit specifiek. Juist in de combinatie van signalen en de leefsituatie van het slachtoffer ligt de
basis van het herkennen van kindermishandeling en huiselijk geweld.

Mishandeling is het gevolg van een combinatie van uiteenlopende risicofactoren. Risicofactoren zijn gedragingen, omstandigheden of kenmerken die de kans dat mishandeling zich voordoet vergroten.
Een signaal van kindermishandeling is niet hetzelfde als een risicofactor. Omgekeerd kunnen risicofactoren wel een signaalfunctie voor kindermishandeling hebben. Een signaal is een actueel teken of kenmerk bij een kind of jongere dat er wat aan de hand is. De verklaring daarvoor kan kindermishandeling zijn, maar er kan ook een andere verklaring voor zijn.  

NB; Vergeet de kindcheck en mantelzorgverlenings check niet
Soms verkeren volwassen patiënten in een situatie die risico’s met zich meebrengt voor de kinderen
uit hun gezin of voor volwassenen die (voor mantelzorg) van hen afhankelijk zijn. Daarbij gaat het  bijvoorbeeld om patiënten die zwaar verslaafd, zeer depressief of overbelast zijn, of die te maken hebben met huiselijk geweld. 
Dat houdt in dat je misschien niet direct zicht hebt op de slachtoffers (kinderen/partner)

Herken één of meer signalen bij het slachtoffer:
Ø Lichamelijk letsel, zonder duidelijke verklaring
Ø Psychisch of emoBoneel lijden
Ø Slecht verzorgd of verwaarloosd worden
Ø Getuige zijn van huiselijk geweld
Ø Financieel uitgebuit worden
Ø Gedwongen seksueel contact
Ø AngsBg of verward zijn, onveilig of bedreigd voelen
Ø Vrijheid en privacy wordt geschaad, de cliënt is nooit alleen te spreken
Ø BovenmaBge ajankelijkheid partner of mantelzorger



Ouderenmishandeling

Slide 8 - Tekstslide

Let daarbij op, signalen hoeven niet per definitie te wijzen op daadwerkelijke huiselijk geweld en kindermishandeling.

In de volgende stappen die je gaat zetten ga je tot en afweging komen of er wel of geen vermoeden is van hg en km.
Het is niet aan jou om te oordelen of er hg of km plaatsvindt. het is aan jou te acteren om tot een afweging te komen of er een vermoeden is.

Bij ontspoorde mantelzorg overschrijdt de mantelzorger de grens van goede zorg door overbelasting, onmacht, onkunde of onwetendheid.

SIGNALEN PASSENDE BIJ OVERBELASTE/ONTSPOORDE
MANTELZORG
•Overbelasting en frustratie bij mantelzorger, zich bijv. uitend in
grensoverschrijdend gedrag naar de oudere of anderen toe
•Compassiemoeheid bij de mantelzorger
•Weigeren hulp(verlening) voor oudere, isoleren van de oudere 

Risicofactoren bij de oudere
Ø toenemende ajankelijkheid van zorg door lichamelijke en geestelijke achteruitgang of
van financiële of emoBonele aard
Ø Familiegeschiedenis van geweld
Ø Ingrijpende voorvallen verhuizing, overlijden verlies van een baan, echtscheiding
Ø Financiële nood
Ø Isolement, weinig contact met de buitenwereld
Ø Hoe hoger de leenijd, hoe meer kans op mishandeling, vooral na 75ste jaar

Signalen van ouderenmishandeling
Onsamenhangende of tegenstrijdige verklaringen over lichamelijk letsel
De verzorger toont zich onverschillig voor het wel en wee van de ouderen.
De verzorger vertoont tekenen van overbelasting.
Er wordt gescholden en geschreeuwd in aanwezigheid van arts of hulpverlener.
De oudere maakt een depressieve, angstige indruk.
De oudere geeft aan dat er veel mis is, maar wil daar niet over praten.
Er verdwijnen spullen en/of geld van de oudere.
De oudere krijgt geen gelegenheid om alleen met de hulpverlener te praten.
De betrokkenen proberen de hulpverlener buiten de deur te houden.
Er is een toenemend aantal schuldeisers.
(Ex)-Partnergeweld
Lichamelijke signalen
Herhaaldelijke verwondingen: blauwe plekken, snij-, bijt- of
hoofdwonden, kneuzingen, fracturen (met name neus, pijpbeenderen, ribben), ontwrichtingen (met name kaak en schouder),brandwonden, verlies van tanden, schedelletsel en genitale beschadigingen.

Signalen op psychosomatisch vlak
Bijvoorbeeld depressiviteit, trillen, vaak hoofdpijn of maagpijn,
vermoeidheid, angst, slaapstoornissen, hyperventilatie, hartkloppingen. 

Gedragsmatige signalen
Bijvoorbeeld moeite met oogcontact, afspraken steeds uitstellen, een onderdanige houding, onduidelijke hulpvragen, schrikachtig, vrouwen die altijd worden vergezeld door hun partner, en/of consulten op het laatste moment afzeggen, anderzijds meer dan gemiddeld gebruikmaken van zorgverleners (huisarts), meer gebruik van slaapmiddelen en pijnstillers, meer dan gemiddeld op zoek zijn naar een verklaring voor klachten.

Slide 9 - Tekstslide

WAT IS (EX-)PARTNERGEWELD?
(Ex-)Partnergeweld is iedere vorm van geweld tussen partners
of ex-partners. Ook een (constante) geweldsdreiging wordt beschouwd als (ex-)partnergeweld. Hierbij gaat het om alle vormen
van geweld; fysiek, emotioneel/psychisch, seksueel, financieel of
online, en om stalking.
Kind check

Signalen; op welke oudersignalen let je?


•met ernstige psychische problemen
•na een suïcidepoging
•met een drugs- en/of alcoholverslaving
•die slachtoffer of pleger zijn van huiselijk geweld
•die zeer agressief zijn en/of vuurwapengevaarlijk
•die erg verwaarloosd zijn en/of geen vaste woon of verblijfplaats hebben
•met een verstandelijke beperking

Slide 10 - Tekstslide

WAT IS DE KINDCHECK
De Kindcheck is onderdeel van de Wet meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling. Doel van de Kindcheck is om meer
kinderen in beeld te brengen die ernstig risico lopen mishandeld
of verwaarloosd te worden.
De Kindcheck is speciaal bedoeld voor mensen die werken met
volwassen cliënten/patiënten, zoals (huis)artsen, verpleegkundigen, maatschappelijk werkers, psychiaters en psychologen. De
Kindcheck houdt in dat je in je contacten met volwassen cliënten/patiënten nagaat of er kinderen in het gezin zijn en inschat of
zij veilig zijn.

NB; Vergeet de kindcheck en mantelzorgverlenings check niet
Soms verkeren volwassen patiënten in een situatie die risico’s met zich meebrengt voor de kinderen
uit hun gezin of voor volwassenen die (voor mantelzorg) van hen afhankelijk zijn. Daarbij gaat het bijvoorbeeld om patiënten die zwaar verslaafd, zeer depressief of overbelast zijn, of die te maken hebben met huiselijk geweld.
Dat houdt in dat je misschien niet direct zicht hebt op de slachtoffers (kinderen/partner)
Disclosure



Wanneer een slachtoffer uit zichzelf om hulp vraagt of vertelt thuis geweld of verwaarlozing mee te maken, betekend di vaak dat hij of zij een acute crisis ervaart en vreest voor de veiligheid of het welzijn van zichzelf of gezinsleden. Onthulling is onderdeel van meldnorm 1. Dit betekent dat je direct contact opneemt met de Vestigingsarts/Veilig Thuis.

  1. Dat je je zorgen maakt over hetgeen het slachtoffer je vertelt. Geweld niet thuis hoort in een gezinssituatie.
  2. De onthulling reden is om contact op te nemen met Veilig Thuis
  3. Met hem of haar de vervolgstappen wordt overlegt.

Slide 11 - Tekstslide

WAT IS DE KINDCHECK
De Kindcheck is onderdeel van de Wet meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling. Doel van de Kindcheck is om meer
kinderen in beeld te brengen die ernstig risico lopen mishandeld
of verwaarloosd te worden.
De Kindcheck is speciaal bedoeld voor mensen die werken met
volwassen cliënten/patiënten, zoals (huis)artsen, verpleegkundigen, maatschappelijk werkers, psychiaters en psychologen. De
Kindcheck houdt in dat je in je contacten met volwassen cliënten/patiënten nagaat of er kinderen in het gezin zijn en inschat of
zij veilig zijn.

NB; Vergeet de kindcheck en mantelzorgverlenings check niet
Soms verkeren volwassen patiënten in een situatie die risico’s met zich meebrengt voor de kinderen
uit hun gezin of voor volwassenen die (voor mantelzorg) van hen afhankelijk zijn. Daarbij gaat het bijvoorbeeld om patiënten die zwaar verslaafd, zeer depressief of overbelast zijn, of die te maken hebben met huiselijk geweld.
Dat houdt in dat je misschien niet direct zicht hebt op de slachtoffers (kinderen/partner)
Voorbeelden uit de praktijk

Slide 12 - Tekstslide

Ik ben nog te kort werkzaam bij jullie om voorbeelden uit jullie praktijk te halen.

Misschien dat iemand van jullie een voorbeeld uit de praktijk wilt benoemen waarbij je zorgen hebt gehad om een patiënt met betrekking op hg & km. Wellicht hebben jullie hier ook stappen genomen?
Groepscasus
Een vrouw van 35 met een verstandelijke beperking gaat in het weekend bij haar vriend op bezoek die samen met zijn vader in een huis woont. De week erop vertelt ze aan de verpleegkundige dat ze in het weekeind seks heeft gehad met de vader van haar vriend. Dat moest van hem. Ze wist het niet zo goed en durfde geen nee te zetten. Het was toch de vader van haar vriend. 

Waar is hier sprake van?
Wat doe je:

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stap 2; collegiale consultatie en raadplegen Veilig Thuis

  1. Medewerker bespreekt de signalen met de VA.
  2. De VA overlegt met een collega vestigingsarts of medisch directeur 
  3. De VA vraagt zo nodig advies aan het meldpunt "Veilig Thuis” dit moet anoniem, zolang het niet met de cliënt is besproken.


Slide 14 - Tekstslide

Om eerder genoemde juridische redenen is ook artikel 9 (Informatie aan andere betrokken professionals) geschrapt. Dit artikel gaf in algemene zin veel ruimte om zonder toestemming
informatie te delen. De verwijdering van dit artikel betekent niet dat het nu niet meer mogelijk
is om informatie te delen met andere betrokken professionals. Wel geldt nu als hoofdregel dat
daar toestemming voor nodig is. 
Zowel de lichamelijk als de sociaal-emotionele gevolgen bij het slachtoffer zijn er oorzaak van dat 30% van de slachtoffers op latere leeftijd pleger wordt van een vorm van huiselijk geweld
A
Waar
B
Niet waar

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Groepscasus
Client geeft aan slachtoffer te zijn van huiselijk geweld. Ze zegt dat sinds haar man thuis is (was zeeman), hij een erg kort lontje heeft. Client geeft aan dat ze verwacht dat haar man wel met iemand wil praten om de situatie te verbeteren.

Wat doe je? 

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stappen van de Meldcode









Bespreek jouw ‘niet-pluisgevoel’ met je VM, collega of VA.
Alle stappen van de meldcode worden altijd tenminste in samenwerking met de VA uitgevoerd

Slide 17 - Tekstslide

Volgorde van de stappende die worden beschreven zijn in een bepaalde volgorde gerangschikt. Maar deze volgorde is niet dwingend. Waar het om gaat, is dat de beroepskracht op enig moment in het proces alle stappen doorlopen, voordat hij besluit om een melding te doen. Soms ligt het voor de hand om meteen met de client in gesprek te gaan over bepaalde signalen. Soms worden stappen ook 2 tot 3x keer gezet. 
Stap 3; gesprek voeren

De VA bespreekt de signalen en zorgen met de cliënt;

  • legt de cliënt het doel uit van het gesprek
  • beschrijft de feiten die zijn vastgesteld en de waarnemingen die zijn gedaan;
  • nodigt de cliënt uit om een reactie hierop te geven;
  • komt pas na deze reactie zo nodig en zo mogelijk met een interpretatie van hetgeen is gezien, gehoord en waargenomen.

Slide 18 - Tekstslide

Wees een OEN (open, eerlijk en neutraal),
smeer met NIVEA (niet invullen voor een ander), gebruik
LSD (luisteren, samenvatten en doorvragen) en laat uw OMA thuis (oordeel, mening en advies).
In welke fase u bij een vermoeden van mishandeling het best een gesprek kunt voeren met het slachtoffer, is afhankelijk van de situatie en de mate van vertrouwen. Het is belangrijk om niet te lang te wachten met het uitspreken van uw bezorgdheid en het slachtoffer de gelegenheid te geven om
zijn verhaal te doen.

 Essentieel is dat de arts zich niet veroordelend opstelt. Mishandeling is meestal het gevolg van onmacht. Onmacht om andere problemen het hoofd te bieden of onmacht die voortkomt
uit pathologie bij de pleger en/of het slachtoffer. Juist daarom moeten zowel de pleger als het
slachtoffer hulp krijgen. Dát moet de eerste insteek zijn van het gesprek. 
Tips voeren van het gesprek

  • Maak het doel van het gesprek duidelijk.
  • Deel uw zorgen. Zeg concreet wat uw zorg is zonder het woord mishandeling te gebruiken.
  • Vraag hoe de betrokkenen de geuite zorgen beleven.
  • Vraag naar de veiligheidssituatie.
  • Vraag welk gevaar er concreet dreigt.
  • Nodig uit om te praten door open vragen te stellen (wie, wat, waar, hoe, wanneer).
  • Praat vanuit uzelf (ik zie dat …).
  • Bespreek niet alle problemen in één keer.
  • Accepteer, toon empathie, wees oprecht geïnteresseerd en nieuwsgierig, en oordeel niet.
  • Luister actief en reflecteer.


KNMG-meldcode
kindermishandeling en huiselijk geweld 2018
Tips voeren van het gesprek

  • Haal uw gesprekspartner, wanneer dat nodig is, terug naar    het hier en nu. Doe dat door iets simpels en concreets te       zeggen of te vragen. Bijvoorbeeld: ‘Wilt u nog koffie?’
  • Merkt u dat er discussie of weerstand ontstaat, bedenk dan dat dat een teken is dat er iets moet
  • veranderen in uw communicatie en strategie.
  • Wees eerlijk en open, pas op voor vrijblijvendheid.
  • Als uw gesprekspartner zich dreigend uitlaat (wat uitzonderlijk is), benoem dan dat de ander
  • dreigt en stop het gesprek.
  • Doe geen toezeggingen die u niet waar kunt maken.
  • Beloof niet te snel geheimhouding.
  • Confronteer uw gesprekspartner zo nodig met:
       - de consequenties van het gedrag;
       - de ontoelaatbaarheid van de mishandeling;
       - de eigen verantwoordelijkheid.

Slide 19 - Tekstslide

Wees een OEN (open, eerlijk en neutraal),
smeer met NIVEA (niet invullen voor een ander), gebruik
LSD (luisteren, samenvatten en doorvragen) en laat uw OMA thuis (oordeel, mening en advies).
In welke fase u bij een vermoeden van mishandeling het best een gesprek kunt voeren met het slachtoffer, is afhankelijk van de situatie en de mate van vertrouwen. Het is belangrijk om niet te lang te wachten met het uitspreken van uw bezorgdheid en het slachtoffer de gelegenheid te geven om
zijn verhaal te doen.

 Essentieel is dat de arts zich niet veroordelend opstelt. Mishandeling is meestal het gevolg van onmacht. Onmacht om andere problemen het hoofd te bieden of onmacht die voortkomt
uit pathologie bij de pleger en/of het slachtoffer. Juist daarom moeten zowel de pleger als het
slachtoffer hulp krijgen. Dát moet de eerste insteek zijn van het gesprek. 

Handreiking KNMG - meldcode staan alle tips om later nog een keer terug te kijken.
Stappen van de Meldcode









Bespreek jouw ‘niet-pluisgevoel’ met je VM, collega of VA.
Alle stappen van de meldcode worden altijd tenminste in samenwerking met de VA uitgevoerd

Slide 20 - Tekstslide

Volgorde van de stappende die worden beschreven zijn in een bepaalde volgorde gerangschikt. Maar deze volgorde is niet dwingend. Waar het om gaat, is dat de beroepskracht op enig moment in het proces alle stappen doorlopen, voordat hij besluit om een melding te doen. Soms ligt het voor de hand om meteen met de client in gesprek te gaan over bepaalde signalen. Soms worden stappen ook 2 tot 3x keer gezet. 
Stap 4; Afwegingskader
  1. Heb ik op basis van stap 1 tot en met 4 nog steeds een vermoeden van (dreigende)  kindermishandeling en/of huiselijk geweld?                                                                                                                                                                                                                                             Nee; Afsluiten en vastleggen           Ja; ga verder met afweging 2
  2. Schat ik op basis van stap 1 tot en met 4 dat er sprake is van acute of structurele onveiligheid of disclosure?                                      Nee; ga verder met afweging 3       Ja; Melden bij Veilig Thuis
  3. Ben ik in staat om effectieve hulp te bieden of te organiseren om (dreigende)  kindermishandeling en/of huiselijk geweld af te wenden en te monitoren?                                                                                                                                                                                                            Nee; Melden bij Veilig Thuis               Ja;  ga verder met afweging 4
  4. Aanvaarden de betrokkenen hulp om (dreigende) kindermishandeling en/of huiselijk geweld af te wenden en zijn zij bereid en in staat om zich hiervoor in te zetten?                                                                                                                                                                                  Nee; Melden bij Veilig Thuis               Ja; ga verder met afweging 5
  5. Leidt de hulp binnen aanvaardbare of afgesproken tijd tot (herstel van) duurzame veiligheid en/of het (herstel van) welzijn van betrokkene(n)?                                                                                                                                                                                                                               Nee; (Opnieuw) Melden bij VT          Ja; Hulp opstarten

Slide 21 - Tekstslide

Afweging 1;
Het kan voorkomen dat er wel zorgen zijn, maar dat deze zorgen geen (dreigende) kindermishandeling en/of huiselijk geweld betreffen. Daarbij valt bijvoorbeeld te denken aan pedagogische onmacht
van ouders zonder dreiging voor de veiligheid van het kind, of overbelasting van een mantelzorger
zonder dreiging voor de veiligheid van een volwassene. Ook dan sluit de arts de meldcode af en noteert hij deze conclusie in het dossier. Ook organiseert de arts zo nodig hulp. Als op basis van stap 1 tot en met 4 het vermoeden niet is weggenomen, stelt de arts de tweede afwegingsvraag.

Afweging 3; bij effectieve hulp rondom hg en km is veiligheid het hoofddoel. Goede hulp bij hg en km is gericht alle leden in een gezins; minderjarigen, volwassenen, plegers en slachtoffers. Er wordt met alle betrokkenen samengewerkt in het maken van veiligheids en hulplannen.
Stap 5; Beslissen
Beslissen over het wel/niet doen van een melding of hulp organiseren

Melden en bespreken met de cliënt:
  • Melden bij Veilig Thuis (van een melding wordt de cliënt altijd op de hoogte gesteld !)
  • Overleggen met Veilig Thuis wat er na de melding, nog gedaan kan worden om
    gezinsleden/cliënt te beschermen tegen risico op huiselijk geweld /mishandeling 
  • Stelt de arts de beroepskracht de Medisch directeur op de hoogte van de melding.

Slide 22 - Tekstslide

Hulp organiseren en effecten volgen (dit kan bij het IvHG niet!):
Ø Organiseren noodzakelijke hulp
Ø Volgen effecten van deze hulp
Ø melding maken als er signalen zijn dat het huiselijk geweld of de kindermishandeling niet
stopt of opnieuw begint (van een melding wordt de cliënt alBjd op de hoogte gesteld !)
Ø beroepskracht en de leidinggevende/coach op de hoogte stellen van georganiseerde hulp.
Hoeveel mensen zijn ongeveer jaarlijks slachtoffer van huiselijk geweld
A
50.000
B
100.000
C
200.000
D
300.000

Slide 23 - Quizvraag

Waarvan ongeveer 120000 kinderen

Hoeveel inwoners heeft jouw stad?
Verslaglegging

  • Wie, wat, wanneer, hoe en wat. 
  • Beschrijf signalen zo feitelijk mogelijk; leg vast wat je hebt gezien, gehoord, geroken of concreet hebt waargenomen
  • Vermeld bij interpretaties, hypothesen of veronderstellingen dat dit interpretaties, hypothesen of veronderstellingen zijn.
  • Vermeld de bron als er informatie van derden wordt vastgelegd. 

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Groepscasus
Client is uitgebreid bekend met ernstige psychiatrische problemen. De verwachting is dat de cliënt niet in staat is om binnen afzienbare tijd 'genoeg mantelzorg' te vervullen voor zijn vrouw en dat hulp in het vrijwillig kader onvoldoende zou zijn.

Wat vind je:
Is melden noodzakelijk (onderzoek)

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Veilig Thuis
Taken 

het geven van adviezen;
het aannemen en onderzoeken van meldingen;
het beoordelen van de benodigde vervolgstappen in de vorm van overdracht naar vrijwillige hulp;
het informeren van instanties die passende professionele hulp kunnen verlenen;
het informeren van de politie of de Raad voor de Kinderbescherming (RvdK);
het indienen van een verzoek bij de RvdK om onderzoek te doen;
het informeren van de melder over de stappen die naar aanleiding van zijn melding zijn gezet.

Radarfunctie: signalen van verschillende melders
Monitorfunctie: het volgen van de resultaten 





Slide 26 - Tekstslide

Veilig thuis komt zelf in beeld en/of lokaal team; onderzoeken, sociaal netwerk word in kaart gebracht, veiligheidsplan, voorwaarden en afspraken kunnen worden gemaakt.

hulp kan worden georganiseerd door sociale steun en/of psycholische ondersteuning. Denkende aan bijvoorbeeld wijkteam, jeugdzorg, schuldhulpverlening. 

Op het moment dat de aangeboden hulp mislukt bijvoorbeeld in een gezin. Het kind kan door een rechter op verzoek van de Raad van de Kinderbescherming onder toezicht worden geplaatst. Er komt dan een gezinsvoogd in beeld, die de ouders adviseert bij de opvoeding. Ouders moeten aanwijzingen opvlogen. 
Bij ernstige gevallen kan de rechter beslissen de ouders uit de ouderlijke macht te ontheffen of te ontzetten. Ze hebben dan geen zeggenschap meer. 

Bij Veilig Thuis werken maatschappelijk werkers en vertrouwensartsen

Veilig Thuis heeft de wettelijke taak na een melding te onderzoeken of er sprake is van huiselijk geweld of kindermishandeling en om, indien nodig, passende hulpverlening in te schakelen. Het is daarom van belang dat ernstige signalen en vermoedens van ernstig huiselijk geweld en kindermishandeling altijd worden gemeld, zodat ze 'op de radar komen' bij Veilig Thuis. Dit is kort samengevat wat bedoeld wordt met de 'radarfunctie' van Veilig Thuis. 

Nederland heeft een landelijk dekkend netwerk van 26 VeiligThuis organisaties. In het beoordelingsproces kan Veilig Thuis ook informatie betrekken
van andere Veilig-Thuis organisaties. In het kader van de radarfunctie zullen deze hun
informatiepositie gaan delen. Zo komt een landelijk werkende radar tot stand. 

Indien de beller daarmee
instemt, kan Veilig Thuis checken of er over de persoon/het gezin waarover de beller
advies vraagt aan Veilig Thuis aanvullende informatie ‘op de radar’ staat. Veilig Thuis
betrekt deze informatie bij haar advies, zonder de informatie te delen met de beller. Deze
aanscherping is gericht op de kwaliteit van de advisering aan bellers, door zo goed
mogelijk de veiligheidssituatie te beoordelen. Om deze maatregel vorm te geven, wordt
de informatie uit verschillende bronnen bij elkaar gebracht, zodat Veilig Thuis op basis
van een zo volledig mogelijk inzicht in de problematiek signalen kan beoordelen.


Hoeveel ouderen heeft te maken met een vorm van mishandeling?
A
1 op de 10
B
1 op de 20
C
1 op de 50
D
1 op de 100

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Groepscasus
Een man van 71 jaar is na een operatie in behandeling voor revalidatie. Zijn vrouw (63 jaar), ondersteunt de behandeling niet; ze wil haar man niet brengen naar de sessies en spreekt erg negatief over de verpleegkundigen. De man durft niet zelf op de fiets te gaan en er is geen geld om met de bus te gaan. De behandeling kent daardoor weinig continuïteit en voortgang. De vrouw is verbaal ondermijnend naar haar man die zeer afhankelijk is. 

Wat doe je?

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Tekstslide

Doel is dat wanneer er signalen door patiënten worden afgegeven dat je bewust bent van dat we wettelijk een meldcode hebben. Dat we volgens de stappen van de meldcode handelen.

Het is daarom van belang dat ernstige signalen en vermoedens van ernstig huiselijk geweld en kindermishandeling altijd worden gemeld, zodat ze ‘op de radar komen’ bij Veilig Thuis. Veilig Thuis heeft de wettelijke taak na een melding te onderzoeken of er sprake is van huiselijk geweld of kindermishandeling en om, indien nodig, passende hulpverlening in te schakelen

Slide 30 - Video

na de training doorsturen
Beoordeel deze trainging met een score van 0 tot en met 5 en licht eventueel toe

Slide 31 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 32 - Video

afspelen tijdens training 
https://www.ikvermoedhuiselijkgeweld.nl/ouderenmishandeling/ontdek-wat-anderen-deden/het-verhaal-van-meneer-en-mevrouw-meijer
https://www.huiselijkgeweld.nl/vormen

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies