H3 Kapitel 13

Die Verben haben, sein, werden
im Präteritum.(VT)
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Die Verben haben, sein, werden
im Präteritum.(VT)

Slide 1 - Tekstslide

Wir fangen an mit dem Verb haben im  Präteritum.(VT)

Eerst krijg je een sleepoefening. Dan verschillende oefenzinnen.

Slide 2 - Tekstslide

Bijvoeglijk naamwoord: Null-Gruppe
De nul-groep (Null-Gruppe) is een groep binnen het naamvallensysteem, waarbij er geen voornaamwoord vóór een zelfstandig naamwoord staat. Dit betekent dat bijvoeglijke naamwoorden zonder de/het/een of ander woord bij een zelfstandig naamwoord staan. Je kunt meerdere bijvoeglijke naamwoorden achter elkaar hebben. Deze bijvoeglijke naamwoorden krijgen dan allemaal dezelfde uitgang *.
Gemotiveerde slimme kinderen begrijpen, dat de wereld heel groot is.
Motivierte *schlaue * Kinder verstehen, dass die Welt sehr groß ist.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

De derde naamval gebruik je ook na de volgende voorzetsels:
aus (uit) - Hast du das Buch aus der Bibliothek?
bei (bij) - Meine Schwester wohnt bei meinem Vater.
mit (met) - Die Schüler fahren mit dem Zug.
nach (naar, na) - Wir fahren nach Frankreich.
seit (sinds) – Seit einem Jahr habe ich chronische Schmerzen.
von (van, door) - Das Buch ist von mir. Der Dieb ist von der Polizei verhaftet worden.
zu (naar) - Ich gehe in Groningen zur Universität. Wir fahren zu meiner Oma.
entgegen (tegemoet) - Der Junge lief seiner Freundin entgegen.
gegenüber (tegenover) - Das Haus steht gegenüber einer Kirche.

(außer (behalve) – Außer meiner Freundin kamen alle zu spät.)

Slide 5 - Tekstslide

De vierde naamval gebruik je ook na de volgende voorzetsels:
durch (door) - Der Baum ist durch Blitzeinschlag abgebrannt.
für (voor) - Das ist für deinen Onkel.
gegen (tegen) - Gegen diese Behauptung kann man nichts einwenden. 
ohne (zonder) - Ohne meinen Ausweis gehe ich nie auf die Straße.
um (om) - Fahren Sie hier um die Ecke. 
entlang (langs) - Wir sind die ganze Zeit den Fluss entlang gelaufen.*
bis (tot) - Bis nächste Woche muss ich 300 Vokabeln lernen.

*Hier staat het voorzetsel na het zelfstandig naamwoord.

Slide 6 - Tekstslide

5 . Vul de uitgangen in.
Viel... deutsch... Jugendliche (mv) waren beim Konzert anwesend.
De smaak van het Duitse bier bevalt mij het best.

'als je er van moet BIJ bedenken dan kan daar één naamval bij: de 2de'.

Slide 7 - Open vraag

6 . Vul de uitgangen in.
Wir haben manch... Reich... (mv)  Aktien geboten.
De smaak van het Duitse bier bevalt mij het best.

'als je er van moet BIJ bedenken dan kan daar één naamval bij: de 2de'.

Slide 8 - Open vraag

7 . Vul de uitgangen in.
Gut.... Bekannt... (m) eröffnete die Ausstellung.
De smaak van het Duitse bier bevalt mij het best.

'als je er van moet BIJ bedenken dan kan daar één naamval bij: de 2de'.

Slide 9 - Open vraag

9 . Vertaal en vul de uitgang in.
Viel ... Angestellte (mv) sind diesen Monat entlassen worden.
De smaak van het Duitse bier bevalt mij het best.

'als je er van moet BIJ bedenken dan kan daar één naamval bij: de 2de'.

Slide 10 - Open vraag

10 . Vertaal en vul de uitgang in.
Mit größ........ Vision(v) kan man immer alles erreichen.
De smaak van het Duitse bier bevalt mij het best.

'als je er van moet BIJ bedenken dan kan daar één naamval bij: de 2de'.

Slide 11 - Open vraag

6 . Vul de uitgangen in.
Wir haben manch... Reich... (mv)  Aktien geboten.
De smaak van het Duitse bier bevalt mij het best.

'als je er van moet BIJ bedenken dan kan daar één naamval bij: de 2de'.

Slide 12 - Open vraag

7 . Vul de uitgang in.
Hast du es ander... Schüler (m) schon gefragt?
De smaak van het Duitse bier bevalt mij het best.

'als je er van moet BIJ bedenken dan kan daar één naamval bij: de 2de'.

Slide 13 - Open vraag

8 . Vul de uitgangen in.
klein... Kaninchen (o) ist auch schön.
De smaak van het Duitse bier bevalt mij het best.

'als je er van moet BIJ bedenken dan kan daar één naamval bij: de 2de'.

Slide 14 - Open vraag

10 . Vul de uitgangen in.
Ich habe deutsch... Brötchen (mv) , holländisch.... Käse (m) , rot..... Wein (m)  und im Supermarkt gekauft.
De smaak van het Duitse bier bevalt mij het best.

'als je er van moet BIJ bedenken dan kan daar één naamval bij: de 2de'.

Slide 15 - Open vraag