Email en artikel + quiz

Welkom M4c: Telefoon in telefoontas!
1 / 44
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 44 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 6 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom M4c: Telefoon in telefoontas!

Slide 1 - Tekstslide

Welkom M4c

Telefoon in telefoontas

Boek-schrift- pen
Tas op de grond

Slide 2 - Tekstslide

Welkom M4b


Telefoon in telefoontas

Boek- schrift- pen
Tas op de grond

Slide 3 - Tekstslide

Welkom M4b: Telefoon in telefoontas!

Slide 4 - Tekstslide

(Oefen)examen 2022
Drie boekjes: zet je naam op alledrie!

  1. Tekstboekje
  2. Vragen- en opdrachten
  3. Uitwerkbijlage

Slide 5 - Tekstslide

 SE 23 februari
Je bereidt je voor op:

  1. Artikel
  2. Zakelijke mail
  3. Zakelijke brief (hebben we wel geoefend maar wordt niet getoetst op SE)

Slide 6 - Tekstslide

Schrijfopdracht 13 punten:
  •  Inhoud: 6 pnt
Alle punten die gevraagd worden, moeten in je schrijfopdracht verwerkt worden!

  • Taalgebruik: 5 pnt
Met taalgebruik wordt bedoeld: formulering, spelling en interpunctie.

  •  Presentatie/ conventies: 2 pnt
Je tekst moet overzichtelijk en volgens de afgesproken regels (=conventies) geschreven zijn.

Slide 7 - Tekstslide

Controleer op taalgebruik (5p)

Spelling / werkwoordspelling / hoofdletters

Formulering: zinsopbouw

Interpunctie: punten / komma's (leestekens)

Slide 8 - Tekstslide

Zakelijke e-mail

Slide 9 - Tekstslide

De aanhef
Als je de naam niet weet:
Geachte meneer of mevrouw,


Als je de naam wel weet:
Geachte mevrouw Van der Kooij,
Geachte meneer Poesiat,


Let op: geen voorletters in de aanhef!
Fout = Geachte mevrouw T. Evink,

Slide 10 - Tekstslide

De inleidende zin
  • In de inleidende zin vertel je altijd waarom je de e-mail schrijft.
  • Als in de opdracht staat dat je jezelf moet voorstellen, dan doe je dat ook in de inleidende zin.

Slide 11 - Tekstslide

Het middenstuk
  • Je zakelijke e-mail bestaat altijd uit minimaal twee alinea's in het middenstuk 
  • In deze alinea's beschrijf je de meeste verplichte punten uit de opdracht 
  • Maak gebruik van de situatiebeschrijving om de verplichte punten te verwerken 
  • Staat de info niet in de situatieomschrijving? Bedenk het dan zelf! 
  • Beschrijf deze punten kort en bondig 
  • Gebruik makkelijke taal! Zo voorkom je spelfouten

Slide 12 - Tekstslide

Slotformule en naam



Met vriendelijke groet,

Sluit af met je voornaam en achternaam
Met hoofdletters!

Slide 13 - Tekstslide

Afsluitende zin
In de afsluitende zin sluit je de e-mail netjes af. Je kan hier vaak het laatste verplichte punt voor gebruiken.
  • Ik hoop spoedig van u te horen.
  • Ik ontvang graag snel een reactie.
  • Ik vraag u om binnen twee weken te reageren.

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Conventies Artikel

Titel

  • Inleiding
  • Kern
  • Slot

Naam
Klas




Slide 16 - Tekstslide

Artikel

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Overige aandachtspunten:
  • De tekst moet uit minimaal 100 woorden bestaan. Anders krijg je geen punten voor  conventies;
  • Haal zoveel mogelijk informatie uit de situatieschets;
  • Schrijf zoveel mogelijk woorden over uit de situatieschets. Hiermee beperk je het risico op taalfouten;
  • Schrijf alleen in de opdracht wat er echt moet staan. Ga er niet zelf informatie bij verzinnen;
  • Houd je aan de opdracht;
  • Elke zin begint met een hoofdletter en eindigt met een punt;
  • Maak de zinnen niet te lang!

Slide 19 - Tekstslide

les 56 e-mail
  • Controleer op inhoud (alle driehoekjes verwerken)
  • Denk aan de conventies
  • Zorgvuldig taalgebruik: spelling, formulering en interpunctie!

Slide 20 - Tekstslide

les 58: Artikel

  • Controleer op inhoud (alle driehoekjes verwerken)
  • Denk aan de conventies
  • Zorgvuldig taalgebruik: spelling, formulering en interpunctie!

Slide 21 - Tekstslide

Werk uiterst zorgvuldig
Neem de tijd!
Maak gebruik van een woordenboek
Schrijf eerst een kladversie
Controleer op inhoud
Controleer de conventies
Controleer je tekst op spelling, formulering en interpunctie!





Slide 22 - Tekstslide

De quizzzzzz
Pak je telefoon!!

Slide 23 - Tekstslide

Een zakelijke e-mail is ...
A
formeel
B
informeel

Slide 24 - Quizvraag

Met welk woord begint de aanhef van een zakelijke e-mail?
A
Dag
B
Geachte
C
Hallo
D
Hoi

Slide 25 - Quizvraag

Wat is een ander woord voor een zakelijke e-mail?
A
Formele e-mail
B
Informele e-mail
C
Artikel
D
Brief

Slide 26 - Quizvraag

Op welke onderdelen wordt je opdracht niet beoordeeld?
A
Taalgebruik
B
Originaliteit
C
Inhoud
D
Conventies

Slide 27 - Quizvraag

Wat zijn conventies?
A
Regels over de indeling en volgorde
B
Regels voor Interpunctie
C
Regels over de inhoud
D
Regels voor spelling

Slide 28 - Quizvraag

Wat wordt bedoeld met interpunctie?
A
Gebruik van punten en komma's
B
Gebruik van de juiste spelling

Slide 29 - Quizvraag

Een e-mail naar je teamleider
A
Formeel
B
Informeel

Slide 30 - Quizvraag

En persoonlijke e-mail wordt ook wel een formele e-mail genoemd.
A
juist
B
onjuist

Slide 31 - Quizvraag

Hoe stel je jezelf voor?
A
Hallo, mijn naam is...
B
Ik ben ....
C
Mijn naam is...
D
Hallo, ik ben....

Slide 32 - Quizvraag

Hoe eindig je een e-mail?
A
Groetjes,
B
Groet,
C
Met vriendelijke groet,
D
De groeten,

Slide 33 - Quizvraag

Een zakelijke e-mail / artikel
A
Bestaat uit één alinea
B
Bestaat uit minimaal drie alinea's

Slide 34 - Quizvraag

Je schrijft de zakelijke e-mail aan de klantenservice van de Hema. Welke aanhef gebruik je?
A
Geachte klantenservice,
B
Geachte Hema,
C
Geachte heer, mevrouw,
D
Geachte medewerkers,

Slide 35 - Quizvraag

Je schrijft een zakelijke e-mail aan Lars Wouters. Welke aanhef gebruik je?
A
Geachte meneer Wouters,
B
Geachte Lars Wouters,
C
Geachte heer,
D
Dag meneer Wouters,

Slide 36 - Quizvraag

Ga nu zelf aan de slag met onderstaande linkjes

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Video

Slide 39 - Video

Slide 40 - Video

Slide 41 - Video

Slide 42 - Link

Slide 43 - Video

Slide 44 - Video