hoofdstuk 7.1, zinsdelen

• Nederlands
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 1

Lezen

Wat gaan we doen?

Taalverzorging 7.1

• terugblik vorige les
• uitleg lijdend voorwerp
• aan de slag met opdrachten
• nieuwsquiz....???

Doel van de les: Je kunt het werkwoordelijk gezegde, het onderwerp en het lijdend voorwerp benoemen in een zin.

hoofdstuk 7.1, zinsdelen

• Mees heeft gevoetbald. 
• Is dit een correcte zin?
• Ja, want het is duidelijk wat de handeling is (voetballen) en wie die handeling heeft uitgevoerd (Mees).

• Mees heeft begrepen.
• Is dit een correcte zin?
• Nee. Het is niet duidelijk wat Mees begrepen heeft.
• Het werkwoord 'begrijpen' heeft een extra zinsdeel nodig, dat aangeeft wat er nodig is.
• Mees heeft de uitleg begrepen

hoofdstuk 7.1, zinsdelen

Maak een basiszin met de volgende werkwoorden.

Welke zinnen hebben een extra zinsdeel nodig om een goede zin te kunnen zijn?

- omhakken

- lachen

- slapen

- opschrijven

- horen

- werken

• We noemen het extra zinsdeel het lijdend voorwerp

hoofdstuk 7.1, zinsdelen

Je kent nu:

- Het werkwoordelijk gezegde (de handeling)

- Het onderwerp (wie/wat doet de handeling)

- Het lijdend voorwerp (wie/wat is erbij nodig)

Wat ga je nu doen?

- Maak alle opdrachten t/m 11 (blz 15)

- Klaar? Kijk je antwoorden na met het antwoordblad (GC)

- Stel vragen over de onderdelen die je nog lastig vindt.

- Ga daarna verder met de opdrachten t/m 13, blz 17 (dit is huiswerk)

- Klaar? Kijk je antwoorden na met het antwoordblad (GC)

- Stel vragen over de onderdelen die je nog lastig vindt.

- Maak daarna de zelftoetsen via Op Niveau Online (H7 Taalverzorging --> 7.1 Grammatica --> Opdrachten --> Zelftoets)

Lezen

Wat gaan we doen?

Taalverzorging 7.1

• terugblik vorige les

Taalverzorging 7.2

• uitleg werkwoordspelling
• aan de slag met opdrachten

Doel van de les: Je kent de regels voor de stam, de ik-vorm en de persoonsvorm in de verleden tijd.

"De man wandelt naar zijn werk"
Wat is het onderwerp?

1. De man
2. wandelt
3. naar zijn werk

"De man wandelt naar zijn werk"
Deze zin heeft geen lijdend voorwerp

1. waar
2. niet waar

Wat is het lijdend voorwerp in de zin?
"Vanavond eten we eindelijk pizza."

1. Vanavond
2. eten
3. we
4. pizza

Wat is het lijdend voorwerp in de zin?
"Voor moederdag koop ik een mooi cadeau."

1. koop
2. ik
3. cadeau
4. een mooi cadeau

Wat is het lijdend voorwerp in de zin?
Elke week spaar ik een deel van mijn zakgeld.

1. Elke week
2. een deel van mijn zakgeld
3. mijn zakgeld
4. ik

Wat ga je nu doen?

- Maak alle opdrachten t/m 13, blz 17 (dit was huiswerk)

- Klaar? Kijk je antwoorden na met het antwoordblad op GC

- Stel vragen over de onderdelen die je nog lastig vindt.

- Klaar? Ga verder met opdr 14 t/m 19, blz 18 t/m 22

- Als je ook dat af hebt mag je alvast verder werken in je boek.