Prinsjesdag

Prinsjesdag
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
Begrijpend lezenBasisschoolGroep 8

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Prinsjesdag

Slide 1 - Tekstslide

Sessie 1
Aan het eind van de les weten wij wie er in het verhaal voorkomen, wat er in het verhaal gebeurt en waar en wanneer het verhaal zich afspeelt. 

Slide 2 - Tekstslide

Nummer de tekst.

 
We lezen de tekst. Tijdens het lezen zet je een rondje om woorden die je niet goed begrijpt. 

Slide 3 - Tekstslide

Waar gaat de tekst over? Bespreek dit met je schoudermaatje. 

Slide 4 - Tekstslide

Wie komen er allemaal voor in de tekst? Kleur de personen blauw. 

Slide 5 - Tekstslide

Wie is de hoofdpersoon denk je? Waarom denk je dat? Bespreek het met je oogmaatje.

Slide 6 - Open vraag

Waar speelt het verhaal zich af? Kleur dat groen.  

Slide 7 - Tekstslide

Wanneer speelt dit verhaal zich af? Hoe weet je dat?

Slide 8 - Open vraag

Geef in de tekst de inleiding, kern en het slot aan. 
Bespreek dit eerst met je schoudermaatje en daarna in je team. 

Slide 9 - Tekstslide

Sessie 2
Ik begrijp wat er bedoeld wordt met bepaalde moeilijke woorden en begrijp hierdoor de tekst beter. 

Slide 10 - Tekstslide

“Om zo’n boodschap kun je een klas Haagse kinderen wel sturen.” Wat voor boodschap wordt hier bedoeld?

Slide 11 - Open vraag

“Ik zie de paarden”, roept Bertram opgetogen. Wat betekent “opgetogen”?

Slide 12 - Open vraag

“De mensen om Bertram heen roepen “oh” en “ah” bij elke hoed die ze zien.” Waarom doen ze dat?

Slide 13 - Open vraag

“Door het gedrang kan Bertram niets zien van het paleis.” Wat betekent “gedrang”?

Slide 14 - Open vraag

In regel 10 staat: 'Waarom dat kabaal.' Wat betekent het woord 'kabaal'?

Slide 15 - Tekstslide

In het verhaal staan ontzettend veel geluiden. Welke geluiden worden er allemaal genoemd? Zet onder deze woorden een streep (minimaal 6). 

Slide 16 - Tekstslide

Sessie 3
Ik begrijp de tekst nog beter en ik kan mij goed inleven in de hoofdpersoon.

Slide 17 - Tekstslide

Wat doet de schoolklas op het strand? Waarom doen ze dat?
Overleg eerst met je schoudermaatje.

Slide 18 - Open vraag

 Bertram kan, doordeweeks, gewoon naar de optocht kijken. Waarom kan hij dat? Kleur de reden hiervoor rood.

Slide 19 - Tekstslide

Waarom zoekt Bertram naar de Prinsjes?

Slide 20 - Open vraag

Wie legt Bertram uit hoe het nou écht zit?

Slide 21 - Open vraag

Waar vindt het gesprek tussen Bertram en zijn vader plaats? Hoe weet je dat?
Bespreek dit met je team. 

Slide 22 - Tekstslide

Stel je voor dat jij het voor het zeggen zou hebben in dit land. Wat zou er dan in jouw troonrede staan? 

Slide 23 - Tekstslide