3. De Generaal

De Franse Revolutie


3. De Generaal
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Introductie

Aan het eind van deze presentatie kun je herkennen en uitleggen op welke manier Napoleon veranderde in een keizerrijk

Onderdelen in deze les

De Franse Revolutie


3. De Generaal

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoel
Aan het eind van deze presentatie kun je herkennen en uitleggen op welke manier Napoleon veranderde in een keizerrijk

Slide 3 - Tekstslide


De Directoire
1795-1799



  • Na De Terreur, en een korte burgeroorlog, willen de Fransen rust.
  • De regering, de Directoire ('Directie'), van 5 directeuren heeft echter vooral te maken met economische tegenslagen en is erg zwak.
  • Eigenlijk hopen veel Fransen dat één man het land gaat redden...

Slide 4 - Tekstslide


Staatsgreep van Napoleon
november 1799


  • Generaal Napoleon Bonaparte heeft de Franse Republiek al eerder gered: in 1795, toen aanhangers van de overleden koning de macht wilden grijpen.
  • Hij is klaar met de zwakke Directoire en zet hen af. 
  • Napoleon benoemt zichzelf tot consul. Net zoals de Romeinen dat ooit deden.

Slide 5 - Tekstslide


Staatsgreep van Napoleon
november 1799



Generaal Napoleon Bonaparte heeft de Franse Republiek al eerder gered: 
in 1795, toen aanhangers van de overleden koning de macht wilden grijpen.
Hij is klaar met de zwakke Directoire en zet hen af. 
Napoleon benoemt zichzelf tot consul. Net zoals de Romeinen dat ooit deden.

Slide 6 - Tekstslide

Napoleon Bonaparte
  • Geboren op het eiland Corsica op 15 augustus 1769

  • Hij was afkomstig uit de derde stand (zijn vader was advocaat)

  • Het gezin was niet rijk, maar Napoleon kon toch studeren

  • Hij ging op zijn 15e naar een militaire school

Slide 7 - Tekstslide


Napoleon wordt dictator
1799-1804



  • Hoewel de Franse Revolutie hem de kans heeft gegeven hoger op te komen, heeft Napoleon niet zoveel met de idealen van de Revolutie.
  • Hij schakelt tegenstanders uit en wordt langzaamaan dictator van Frankrijk.
  • Het volk heeft, door zijn overwinningen, alle vertrouwen in Napoleon.

Slide 8 - Tekstslide


Frankrijk bezet Nederland
1795-1813




  • Op verzoek van de Patriotten, Nederlanders die van de prins van Oranje, af willen, vallen Franse troepen Nederland binnen.
  • Nederland wordt de Bataafse Republiek, maar de Nederlanders zelf hebben maar weinig te zeggen.

Slide 9 - Tekstslide


Napoleon kroont zichzelf keizer
1804



  • Nu Napoleon de absolute baas is in grote delen van Europa, kroont hij zichzelf tot keizer.

  • Na 15 jaar revolutie lijkt Frankrijk terug bij af: er is weer één man de baas.

Slide 10 - Tekstslide


Koninkrijk Nederland
1806-1810




  • De broer van Napoleon, Lodewijk Napoleon, wordt in 1806, de eerste koning van Nederland.
  • Hij is geliefd in ons land: zo probeerde hij ook Nederlands te praten. 
  • Dat was niet altijd makkelijk. Zo noemde hij zichzelf: 'konijn van Olland'

Slide 11 - Tekstslide








Lodewijk Napoleon laat het stadhuis van Amsterdam tot zijn paleis verbouwen. 
Tegenwoordig heet het daarom nog steeds Paleis op de Dam.
Zijn vrouw vond het helemaal niets en vertrok weer naar Frankrijk

Slide 12 - Tekstslide


Deel van Frankrijk
1810-1813




  • Napoleon vindt dat zijn broer veel te vriendelijk is voor de Nederlanders, en stuurt hem weg.
  • Nederland wordt nu een deel van het Franse Keizerrijk.
  • In 1811 brengt hij zijn eerste, en enige, bezoek aan Nederland.

Slide 13 - Tekstslide


Tocht naar Rusland
juni 1812




  • Napoleon had gehoopt dat Rusland een bondgenoot zou zijn. 
  • Dat valt tegen en Napoleon kan maar één ding doen: Rusland aanvallen.
  • Hij verovert Moskou, maar de stad wordt door de Russen zelf in brand gestoken. Napoleon is verbijsterd...

Slide 14 - Tekstslide


Napoleons terugtocht
oktober 1812




  • Rusland wordt zijn ondergang
  • De Russische tactiek én gevreesde winter verwoesten het Grande Armée van Napoleon.
  • Van de 680.000 soldaten, komen er uiteindelijk 40.000 terug in Frankrijk.

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide


Verbannen naar Elba
1814




  • Napoleon wordt in 1814 afgezet en verbannen naar het eiland Elba, maar hij weet te ontsnappen en Parijs te bereiken.
  • De Fransen juichen hem toe als hij langsrijdt: Napoleon wordt opnieuw keizer

Slide 17 - Tekstslide


Slag bij Waterloo
1815




  • Napoleon is nog 100 dagen keizer, daarna wordt hij verslagen door o.a. Engeland, Pruisen en de Nederlanden in de Slag bij Waterloo (B).
  • Napoleon wordt opnieuw verbannen. Nu voorgoed.
  • De rest van zijn leven zal hij doorbrengen op St. Helena (Atlantische Oceaan)

Slide 18 - Tekstslide


Napoleon sterft
1821




Napoleon sterft op 5 mei 1821 op 51-jarige leeftijd aan maagkanker. 
Zijn lichaam werd naar Parijs gebracht, waar zijn praalgraf 
tegenwoordig nog steeds te vinden is.
Nederland is er dan weer een Oranje aan de macht: Koning Willem I

Slide 19 - Tekstslide

Erfenis van Napoleon
  • Verkeer: rechts rijden

  • Burgerlijke stand: aangifte van geboorte en sterfte (Code Napoléon)

  • Invoering van achternamen

  • Invoering van het metrieke stelsel (meters, kilometers)

  • Nederland wordt écht één land

Slide 20 - Tekstslide

Video
Clipphanger: Wie was Napoleon?

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

Begrippen uit deze les

  • directoire
  • staatsgreep
  • dictator
  • Patriotten
  • Bataafse Republiek
  • Koninkrijk Holland
  • Slag bij Waterloo

Slide 23 - Tekstslide

Personen uit deze les

  • Napoleon Bonaparte
  • Lodewijk Napoleon
  • Willem I

Slide 24 - Tekstslide

Jaartallen uit deze les
  • 1795: Fransen bezetten Nederland
  • 1799: Staatsgreep van Napoleon
  • 1804: Napoleon kroont zichzelf tot keizer
  • 1806: Lodewijk Napoleon wordt koning van Nederland
  • 1812: Tocht naar Rusland
  • 1815: Slag bij Waterloo
  • 1821: Napoleon sterft

Slide 25 - Tekstslide

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 26 - Open vraag

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 27 - Open vraag