Week 25: Was sorteren

De was sorteren
Gezonde leefstijl
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
DienstverleningPraktijkonderwijsLeerjaar 3

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

De was sorteren
Gezonde leefstijl

Slide 1 - Tekstslide

Voor vandaag
Lesdoelen
Uitleg was sorteren
Uitleg textiel
Quizje
Opdrachten
Afsluiting

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
Aan het einde van deze les kunnen de leerlingen:
  • Uitleggen welke stappen je moet nemen bij het doen van de was.
  • Herkennen en benoemen van verschillende soorten textiel.
  • Zelfstandig een was voorbereiden en sorteren.
.

Slide 3 - Tekstslide

Wie helpt er wel eens thuis met de was?

Waar let je dan op bij het doen van de was?

Slide 4 - Tekstslide

Welke was mag bij de witte was?
A
B
C
D

Slide 5 - Quizvraag

Wat is de eerste stap van het juist uitvoeren van de was?
A
wasprogramma kiezen
B
was controleren
C
was strijken
D
was sorteren

Slide 6 - Quizvraag

Slide 7 - Video

Wat betekent dit
wassymbool?
A
Wassen op 30° met normaal programma
B
Wassen op 30° met anti kreuk programma
C
Wassen op 30° met een speciaal programma
D
Wassen op 30° met de hand

Slide 8 - Quizvraag

Wat betekent dit
wassymbool?
A
Op 30° wassen in de machine
B
Met de hand wassen
C
Op 60° wassen in de machine
D
Op een antikreukprogramma wassen in de machine

Slide 9 - Quizvraag

Dit wassymbool betekent
A
Lauw strijken
B
Niet strijken
C
Warm strijken
D
Heet strijken

Slide 10 - Quizvraag

Stappenplan van de was
  1. Bereid het wasgoed voor
  2.  Sorteer het wasgoed volgens de wassymbolen
  3. Let op aanwijzingen voor de handwas
  4.  Bepaal bij wasmachine was of er een voorwas nodig is
  5. Kies het juiste programma
  6. Zorg voor een goede belading
  7. Doseer het wasmiddel volgens de gebruiksaanwijzing
  8.  Laat de was meteen na het wasprogramma drogen

Slide 11 - Tekstslide

Waar gaat de wasmiddel in?
Bloemetje: wasverzachter
I: voorwasmiddel, 
bijvoorbeeld sportkleding 
(wordt niet vaak gebruikt)
II: hoofdwasmiddel 
(voor normale wasmiddel)

Slide 12 - Tekstslide

Op welke temperatuur wassen

30 graden: kleding die niet al te vies is. Is ook het beste voor het milieu
40 graden: bij vlekken of vieze kleren. Vooral bij bonte was.
60 graden: wasgoed hygiënisch schoon. Vooral handdoeken, beddengoed en ondergoed
90 graden: goed om af en toe te doen. Verleng je de levensduur van je wasmachine. Hoge temperatuur voorkomt nesteling van zeepbacteriën, schimmels en vetluis in de wasmachine. 

Slide 13 - Tekstslide

Textiel
Natuurlijke materialen – van planten of dieren
  • Katoen (van de katoenplant): voor T-shirts en handdoeken
  • Wol (van een schaap): voor truien en sjaals
  • Zijde (van een zijderups): luxe stof

Synthetische materialen – in de fabriek gemaakt
  • Polyester: kreukt bijna niet, droogt snel
  • Nylon: sterk, glad, zit vaak in sportkleding
  • Acryl: lijkt op wol, maar is nep

Slide 14 - Tekstslide

Opdracht 1
 Je gaat een wasmachine was voorbereiden. 

Je laat aan de docent het volgende zien:

  • Sorteer het wasgoed (bekijk de was labels)
  • Plaats de was in de wasmachine
  • Kies het juiste programma op de wasmachine 
  • Plaats het wasmiddel in het juiste vakje 
Vertel de laatste twee punten aan de docent



Slide 15 - Tekstslide

Opdracht 2
Maak een kort verslagje over textiel
- Welke textielsoorten zijn er?
- Op welke temperatuur kun je deze wassen?
- Hoe moet je deze stoffen behandelen? (bijvoorbeeld strijken)
Klaar?
Laat aan de docent zien.

Slide 16 - Tekstslide

Opdracht 3: gratis uitjes
  • Voor wie is het uitje? Waarom past het bij deze doelgroep?
  • Zoek op het internet naar passende gratis uitjes voor je doelgroep
  • Waar is het uitje? Hoe kom je er? (Openbaar vervoer, fiets, wandelen?)
  • Wat is het programma? (Wat ga je doen? Hoe lang duurt het?)
  • Wat heb je nodig? (Bijv. materiaal, eten/drinken, begeleiders?)
  • Wat moet je van tevoren regelen? (Bijv. toestemming, aanmelden, informatie opvragen?)

Slide 17 - Tekstslide

Lesdoelen
Aan het einde van deze les kunnen de leerlingen:
  • Uitleggen welke stappen je moet nemen bij het doen van de was.
  • Herkennen en benoemen van verschillende soorten textiel.
  • Zelfstandig een was voorbereiden en sorteren.
.

Slide 18 - Tekstslide