In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 90 min
Onderdelen in deze les
De was sorteren
Gezonde leefstijl
Slide 1 - Tekstslide
Voor vandaag
Lesdoelen
Uitleg was sorteren
Uitleg textiel
Quizje
Opdrachten
Afsluiting
Slide 2 - Tekstslide
Lesdoelen
Aan het einde van deze les kunnen de leerlingen:
Uitleggen welke stappen je moet nemen bij het doen van de was.
Herkennen en benoemen van verschillende soorten textiel.
Zelfstandig een was voorbereiden en sorteren.
.
Slide 3 - Tekstslide
Wie helpt er wel eens thuis met de was?
Waar let je dan op bij het doen van de was?
Slide 4 - Tekstslide
Welke was mag bij de witte was?
A
B
C
D
Slide 5 - Quizvraag
Wat is de eerste stap van het juist uitvoeren van de was?
A
wasprogramma kiezen
B
was controleren
C
was strijken
D
was sorteren
Slide 6 - Quizvraag
Slide 7 - Video
Wat betekent dit wassymbool?
A
Wassen op 30° met normaal programma
B
Wassen op 30° met anti kreuk programma
C
Wassen op 30° met een speciaal programma
D
Wassen op 30° met de hand
Slide 8 - Quizvraag
Wat betekent dit wassymbool?
A
Op 30° wassen in de machine
B
Met de hand wassen
C
Op 60° wassen in de machine
D
Op een antikreukprogramma wassen in de machine
Slide 9 - Quizvraag
Dit wassymbool betekent
A
Lauw strijken
B
Niet strijken
C
Warm strijken
D
Heet strijken
Slide 10 - Quizvraag
Stappenplan van de was
Bereid het wasgoed voor
Sorteer het wasgoed volgens de wassymbolen
Let op aanwijzingen voor de handwas
Bepaal bij wasmachine was of er een voorwas nodig is
Kies het juiste programma
Zorg voor een goede belading
Doseer het wasmiddel volgens de gebruiksaanwijzing
Laat de was meteen na het wasprogramma drogen
Slide 11 - Tekstslide
Waar gaat de wasmiddel in?
Bloemetje: wasverzachter
I: voorwasmiddel,
bijvoorbeeld sportkleding
(wordt niet vaak gebruikt)
II: hoofdwasmiddel
(voor normale wasmiddel)
Slide 12 - Tekstslide
Op welke temperatuur wassen
30 graden: kleding die niet al te vies is. Is ook het beste voor het milieu
40 graden: bij vlekken of vieze kleren. Vooral bij bonte was.
60 graden: wasgoed hygiënisch schoon. Vooral handdoeken, beddengoed en ondergoed
90 graden: goed om af en toe te doen. Verleng je de levensduur van je wasmachine. Hoge temperatuur voorkomt nesteling van zeepbacteriën, schimmels en vetluis in de wasmachine.
Slide 13 - Tekstslide
Textiel
Natuurlijke materialen – van planten of dieren
Katoen (van de katoenplant): voor T-shirts en handdoeken
Wol (van een schaap): voor truien en sjaals
Zijde (van een zijderups): luxe stof
Synthetische materialen – in de fabriek gemaakt
Polyester: kreukt bijna niet, droogt snel
Nylon: sterk, glad, zit vaak in sportkleding
Acryl: lijkt op wol, maar is nep
Slide 14 - Tekstslide
Opdracht 1
Je gaat een wasmachine was voorbereiden.
Je laat aan de docent het volgende zien:
Sorteer het wasgoed (bekijk de was labels)
Plaats de was in de wasmachine
Kies het juiste programma op de wasmachine
Plaats het wasmiddel in het juiste vakje
Vertel de laatste twee punten aan de docent
Slide 15 - Tekstslide
Opdracht 2
Maak een kort verslagje over textiel
- Welke textielsoorten zijn er?
- Op welke temperatuur kun je deze wassen?
- Hoe moet je deze stoffen behandelen? (bijvoorbeeld strijken)
Klaar?
Laat aan de docent zien.
Slide 16 - Tekstslide
Opdracht 3: gratis uitjes
Voor wie is het uitje? Waarom past het bij deze doelgroep?
Zoek op het internet naar passende gratis uitjes voor je doelgroep
Waar is het uitje? Hoe kom je er? (Openbaar vervoer, fiets, wandelen?)
Wat is het programma? (Wat ga je doen? Hoe lang duurt het?)
Wat heb je nodig? (Bijv. materiaal, eten/drinken, begeleiders?)
Wat moet je van tevoren regelen? (Bijv. toestemming, aanmelden, informatie opvragen?)
Slide 17 - Tekstslide
Lesdoelen
Aan het einde van deze les kunnen de leerlingen:
Uitleggen welke stappen je moet nemen bij het doen van de was.
Herkennen en benoemen van verschillende soorten textiel.