les 14

Weer & Klimaat
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Weer & Klimaat

Slide 1 - Tekstslide

Programma
Binnenkomst + absentie (3 min)
Nakijken huiswerk (10 min)
Herhaling/ introductie (12 min)
Leerdoelen (3 min)
Werkblad 'Landbouw in Nederland en Spanje' (10 min)
Uitleg  'Landbouw in Nederland en Spanje' (12 min)
Afsluiting (10 min)

Slide 2 - Tekstslide

Nakijken
Hoe
- Bedenk welke vraag wil je echt nagekeken wilt hebben
- Docent geeft beurten -> vertel welke vraag je nagekeken wil hebben (bijvoorbeeld 5a of 6c)
- Docent vraagt wie het antwoord weet en geeft beurten -> geef je antwoord/ leg uit.

Tijd: 10 minuten

Wat? paragraaf 1.10 vraag 1 + 4 + 6


timer
10:00

Slide 3 - Tekstslide

Wat is het versterkte broeikaseffect?
Schrijf het juiste antwoord op je wisbordje.
A
Het vasthouden van de warmte door broeikasgassen
B
Afname van broeikasgassen rondom de aarde
C
De massale ontbossing waardoor CO2 niet meer wordt opgenomen
D
Toename van hoge concentraties broeikasgassen in de atmosfeer

Slide 4 - Quizvraag

CO2 en methaan zijn 2 broeikasgassen.

Leg uit hoe CO2 én methaan in de lucht terecht komen. (Dus: waar komen deze 2 gassen vandaan/ waardoor worden ze veroorzaakt?)
Schrijf je antwoord zo precies mogelijk op je wisbordje.

Slide 5 - Open vraag

Naast CO2, methaan en waterdamp is stikstof een broeikasgas.
De uitstoot van stikstof wordt voor een belangrijk deel veroorzaak door de landbouw.

Nederland is één van de grootse landbouwproducenten ter wereld. Wij verbouwen voedsel voor heel veel andere landen.
Nederland is ook één van de grootste stikstofproducenten ter wereld. In verhouding tot andere landen stoten wij heel veel stikstof uit.

Bespreek met je groepje de volgende stelling: 'Nederland moet boeren uitkopen.'
Welke argumenten heb jij voor je mening?

timer
5:00

Slide 6 - Tekstslide

Leerdoelen
Aan het einde van deze les kun je
1. uitleggen wat het verband is tussen klimaat en landbouw door in te gaan op het begrip 'waterbalans';
2. Uitleggen waarom Nederland een grotere landbouwproducent is dan Spanje;
3. De landbouw van Nederland en Spanje met elkaar vergelijken, door in te gaan op de begrippen intensieve- en extensieve landbouw, tuinbouw en verbouwde gewassen;
4. Op een kaart aangeven waar in Spanje welk type landbouw voorkomt + tenminste 3 Spaanse landbouwproducten noemen.

Slide 7 - Tekstslide

Aan het werk- groep 1

Wat: werkblad 'Landbouw in Nederland en Spanje' -> ALLES

Hoe: met de groep (3 leden)

Hulp: lezen paragraaf 1.6 + groep 

Tijd: 10 minuten


Klaar: Maken paragraaf 1.6 vraag 1, 3, 4 en 7
Aan het werk- groep 2

Wat: werkblad 'Landbouw in Nederland en Spanje' -> NIET vraag 3B + 5

Hoe: met de groep (4 leden)

Hulp: docent + groep + lezen paragraaf 1.6

Tijd: 5.00 min hulp docent + 5.00 minuten zelfstandig werken

Klaar: Maken paragraaf 1.6 vraag 1ac, 3abcd, 4 en 7ab
timer
10:00

Slide 8 - Tekstslide

Landbouw in Nederland
In Nederland is de waterbalans positief = er valt meer neerslag dan dat er verdampt.
Maar als er toch te weinig of juist te veel neerslag valt, dan is Nederland rijk genoeg om dat op te lossen ->
- Draineren = te veel aan water uit de grond halen
- Irrigeren = water toevoegen aan de grond als er een tekort is

En als het weer helemaal tegenzit dan hebben we nog de tuinbouw in kassen ->
In kassen kan het klimaat kunstmatig geregeld worden, zodat het altijd precies goed is om gewassen te laten groeien.

Door deze gunstige omstandigheden is Nederland één van de grootste landbouwproducenten ter wereld.
Ruim de helft van de grond in Nederland wordt gebruikt voor landbouw en tuinbouw!
Landbouw in Nederland
In Nederland is de waterbalans positief = er valt meer neerslag dan dat er verdampt.
Maar als er toch te weinig of juist te veel neerslag valt, dan is Nederland rijk genoeg om dat op te lossen ->
- Draineren = te veel aan water uit de grond halen
- Irrigeren = water toevoegen aan de grond als er een tekort is

En als het weer helemaal tegenzit dan hebben we nog de tuinbouw in kassen ->
In kassen kan het klimaat kunstmatig geregeld worden, zodat het altijd precies goed is om gewassen te laten groeien.

Door deze gunstige omstandigheden is Nederland één van de grootste landbouwproducenten ter wereld.
Ruim de helft van de grond in Nederland wordt gebruikt voor landbouw en tuinbouw!

Slide 9 - Tekstslide

Irrigatie in Nederland
Besproeien

Slide 10 - Tekstslide

Tuinbouw in Nederland 
=
Kassen
=
kunstmatig regelen van het klimaat

Slide 11 - Tekstslide

Landbouw in Spanje
In het noordwesten van Spanje valt voldoende neerslag.
De waterbalans is positief.
Je hebt er intensieve landbouw = landbouw met machines en hoge opbrengsten.
Het lijkt op de landbouw in Nederland.

In het binnenland en in het zuidoosten is de waterbalans negatief -> er valt minder neerslag dan dat er verdampt.
Je hebt er extensieve landbouw = landbouw zonder machines en met lage opbrengsten.
Hier heb je bijvoorbeeld schapenherders.

In Almeria ligt het grootste tuinbouwgebied van Spanje. Groente en fruit worden er in plastic kassen verbouwd.
Landbouwgewassen in Spanje zijn druiven, citrus (bijv sinaasappels), olijven en rijst.

Slide 12 - Tekstslide

Landbouw in binnenland en zuidoosten van Spanje
druppelirrigatie en extensieve landbouw

Slide 13 - Tekstslide

Het tuinbouwgebied van Almeria is zo groot....
Google earth
Houd je wisbordje omhoog als je Almeria niet meer ziet!
Hoe hoog zitten we dan?

Slide 14 - Tekstslide

Afronding
Wat hebben we geleerd?
Hoe hebben we meegedaan?
Huiswerk

Slide 15 - Tekstslide

Leerdoelen
Aan het einde van deze les kun je
1. uitleggen wat het verband is tussen klimaat en landbouw door in te gaan op het begrip 'waterbalans';
2. Uitleggen waarom Nederland een grotere landbouwproducent is dan Spanje;
3. De landbouw van Nederland en Spanje met elkaar vergelijken, door in te gaan op de begrippen intensieve- en extensieve landbouw, tuinbouw en verbouwde gewassen;
4. Op een kaart aangeven waar in Spanje welk type landbouw voorkomt + tenminste 3 Spaanse landbouwproducten noemen.

Slide 16 - Tekstslide

Beantwoord de volgende vragen op je wisbordje
1. De waterbalans in Nederland is positief / negatief.
2. Dat betekent dat er in Nederland meer / minder neerslag valt dan dat er verdampt.
3. Als er te veel water valt dan halen wij dit uit de grond. Dit heet draineren / irrigeren.
4. Als er te weinig water valt dan vullen we dit aan. Dit heeft draineren / irrigeren.

5. De waterbalans in een groot deel van Spanje is positief / negatief.
6. Het noorden / zuiden van Spanje heeft een positieve waterbalans.
7. In droge delen van Spanje vindt intensieve / extensieve landbouw plaats.
8. Drie Spaanse landbouwproducten die ik ken zijn 1....., 2.... en 3....

Slide 17 - Tekstslide

Hoe heb ik deze les meegedaan?
😒🙁😐🙂😃

Slide 18 - Poll

Huiswerk
Leren les 14
Maken paragraaf 1.6
- Groep 1 vraag 1 + 3 + 4 + 7
- Groep 2  vraag 1ac, 3abcd, 4 en 7ab
Lezen paragraaf 1.9

Slide 19 - Tekstslide