Kennismaken met het mooiste vak

Welkom bij de eerste les Nederlands op het Fioretti College!

1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom bij de eerste les Nederlands op het Fioretti College!

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
  • Voorstellen
  • Algemene informatie over het vak Nederlands
  • Quiz
  • Vragen

Slide 2 - Tekstslide

Wie ben ik?
Iris Berendsen

Slide 3 - Tekstslide

Wie ben jij?

Slide 4 - Tekstslide

Wat neem je mee naar de les?
1. lesboek Nieuw Nederlands
2. een lijntjesschrift
3. een pen
4. je chromebook (natuurlijk opgeladen)
5. een leesboek

Slide 5 - Tekstslide

Aan de slag!
www.lessonup.com

Vul de student pin in.


Slide 6 - Tekstslide

Waar denk je aan bij
het vak Nederlands?

Slide 7 - Woordweb

Waarom het vak Nederlands?

Slide 8 - Tekstslide

Waarom denk jij dat je het vak Nederlands op school krijgt?

Slide 9 - Open vraag

Een keer wat anders!

Slide 10 - Tekstslide

Ook een manier...

Slide 11 - Tekstslide

Vak Nederlands
- Taal en communicatie
- Leesvaardigheid
- Grammatica
- Fictie
- Schrijfvaardigheid
- Taalverzorging
- Spreekvaardigheid

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Hoe heet deze schrijfster?
A
Thea Beckman
B
Annie M.G. Schmidt
C
Carry Slee
D
Mel Wallis de Vries

Slide 14 - Quizvraag

Hoe heet deze schrijver?
A
Jan Terlouw
B
Paul van Loon
C
Jacques Vriens
D
Arend van Dam

Slide 15 - Quizvraag

In welk land wordt geen Nederlands gesproken?
A
Aruba
B
België
C
Suriname
D
Spanje

Slide 16 - Quizvraag

Hoe heet de hoofdpersoon in het boek Het leven van een loser?
A
Bram Bootmans
B
Bram Botermans
C
Bram Boot
D
Bram Boterham

Slide 17 - Quizvraag

De woorden -de-, -het- en -een- zijn...
A
Lidwoorden
B
Werkwoorden
C
Voorzetsels
D
Zelfstandige naamwoorden

Slide 18 - Quizvraag

Wat is -fiets- voor een woord?
A
Zelfstandig naamwoord
B
Bijvoeglijk naamwoord
C
Werkwoord
D
Voorzetsel

Slide 19 - Quizvraag

In welke zin staat een bijvoeglijk naamwoord?
A
Ik fietste gisteren naar huis.
B
Mijn moeder en ik gaan boodschappen doen.
C
Ik wil later een rode auto.
D
Ik zit in de brugklas!

Slide 20 - Quizvraag


A
Goed
B
Fout

Slide 21 - Quizvraag


A
Goed
B
Fout

Slide 22 - Quizvraag

Een les Nederlands...
... werkwoordspelling leren, artikelen lezen,  grammatica uitpluizen, boeken lezen, artikelen schrijven, boekopdrachten maken, gedichten schrijven, verhalen schrijven, moeilijke woorden leren, discussiëren, een nieuws- bericht schrijven, fake news herkennen... en nog zoveel meer!

Slide 23 - Tekstslide

Vragen over het vak Nederlands 

Slide 24 - Tekstslide

Tot slot: wat vond je van deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 25 - Poll