Identiteit

Bespreken ET
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
Beeldende vormingMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Bespreken ET

Slide 1 - Tekstslide

Vraag 1
--> pers. is herkenbaar afgebeeld 
--> karakter, wie is hij

Slide 2 - Tekstslide

Vraag 5 - Monochroom

Slide 3 - Tekstslide

Vraag 23
Stijl van de lijnen, overal dezelfde strakke grafische weergaven.

Gras, lijnen in het landschap, lijnen in de hond, lijnen in de hond, lijnen in de zee.

Slide 4 - Tekstslide

Vraag 32
Sfeer Impressie. Het is niet letterlijke of een exacte weergave van de straat.
 
De kunstenaar geeft een moment opname weer de hanteringswijz (snelle toets van de kwast/verf) benadrukt de momentopname doordat er ontstaat een vluchtig karakter .

Slide 5 - Tekstslide

Identiteit
Praktisch examen 2019

Slide 6 - Tekstslide

Theoretisch examen
- Heel het werkboekje
- Doornemen theorieboek
- Begrippen Syllabus
- Aspecten van de voorstelling en vormgeving toe kunnen passen






Begrippen leren/spiekbrief maken. (spiekbrief maken doe als voorbereiding maar mag je niet bij de toets hebben ;)

Gebruik deze link
https://www.lambo.nl/cursus/b3465531cd735f5d13cd962c434a7f03/Zeggingskracht%20-%20Zegginskr,%20expressie.htm


Slide 7 - Tekstslide

Praktijk examen
- Onderwerp identiteit
- Houd rekening met het invullen van het proces verslag, dit kost tijd. Begin Examendag met het bijwerken van je proces verslag.
- Proces is net zo belangrijk als het eind product

Slide 8 - Tekstslide

Betekenis 'identitteit'
iden·ti·teit (de; v) 

1 . gelijkheid: je identiteit bewijzen bewijzen dat je de persoon bent voor wie je je uitgeeft 
2 . eigen karakter

Slide 9 - Tekstslide

Identiteit

Slide 10 - Woordweb

Zoek een afbeelding die volgens jou met identiteit te maken heeft.

Slide 11 - Open vraag

Slide 12 - Link

Vandaag
Hoe en wat examen CPE & CE
Start indentiteit - theorie CPE

Slide 13 - Tekstslide

CPE 2019: IDENTITEIT
Het Centraal Praktisch Examen bestaat uit een opdracht van 12 klokuren, die wordt gemaakt vanaf maart t/m april, en die uitgaat van een thema. Het thema voor het CPE (Centraal Praktisch Examen) is ‘Identiteit’. Gun jezelf de voorbereiding die je nodig hebt en verwacht niet dat je direct een idee hebt voor je eindwerk.


Onderdeel A (breed orienteren)
Voor een brede oriëntatie en maak een moodboard of collage op A3 formaat. Focus jezelf nog niet teveel op één idee maar verzamel meerdere ideeën. Dus circa 3 tot 5 verschillende ideeën.

Slide 14 - Tekstslide

Onderdeel A 
(breed orienteren)

Voor een brede oriëntatie en maak een moodboard of collage op A3 formaat. Focus jezelf nog niet teveel op één idee maar verzamel meerdere ideeën. Dus circa 3 tot 5 verschillende ideeën.

Slide 15 - Tekstslide

Onderdeel B (diepte onderzoek)
Nummer al je schetsen, printjes, materiaalproefjes op volgorde en per onderdeel. Maak schetsen en materiaalproefjes omdat ze iets toevoegen aan het geheel. Zorg voor diepgang. Als je bijvoorbeeld een boom wil tekenen voor het thema ‘De Stad’ waarin je een ontwerp gaat maken van een kunstwerk dan maak je minimaal 10 schetsen van verschillende aanzichten van het kunstwerk, schetsen waarmee je bepaald details uitlicht en schetsen waarbij het kunstwerk in de stad zelf staat. Maak aantekeningen op je schetsen! Er mag op geschreven worden.

Slide 16 - Tekstslide

Onderdeel C 
(vaststellen ontwerp)

Lees goed de vragen en geef correct antwoord. Voorstelling: Wat is er te zien?. Vormgeving: Beeldende aspecten (ruimte, licht, vorm, kleur, compositie)

Slide 17 - Tekstslide

Onderdeel D 
(uitvoeren werkstuk)

Het maken van je definitieve werkstuk. Hou in de gaten dat je door je enthousiasme niet het thema van de opdracht vergeet.

Slide 18 - Tekstslide

Onderdeel E (analyseren / evalueren)
Analyseer je eigen werkstuk en dat van een mede-leerling. Lees net als bij onderdeel C goed de vragen en geef een toelichting als daar naar wordt gevraagd. Bij dit onderdeel is het belangrijk om goed nagedacht te hebben over je tekening en je idee. Bij het thema de stad moet je antwoord geven op vragen zoals “Zijn de aspecten van de vormgeving goed toegepast om jouw ontwerp van een kunstwerk voor een stad te maken? Licht je antwoord toe”. Ook bij deze vragen verwerkt je de beeldende aspecten in je antwoord.

Slide 19 - Tekstslide

WAT KAN JE VERWACHTEN CE?

Hieronder nog enkele tips waar je op moet letten als je gaat leren

Let goed op het verschil tussen de voorstelling en de vormgeving.

Bijvoorbeeld: als er gevraagd wordt naar een beschrijving van de voorstelling beschrijf je wat je ziet aan verhaal. Je probeert nog niks over kleur, licht, vorm, ruimte en compositie te zeggen (alleen noemen als het echt belangrijk is om je verhaal te ondersteunen).

Slide 20 - Tekstslide

Voorstelling:
Wat is er te zien; welk verhaal zit er in het kunstwerk? 
Eerst ga je kijken of het werk figuratief, geabstraheerd of abstract is. 

Abstracte kunstwerken hebben geen voorstelling. Daarna kijk je naar de SOORT voorstelling (portret, landschap of beeldhouwwerk). Betrek de vraag in je antwoord

Slide 21 - Tekstslide

Vormgeving:

Alle begrippen die je hebt geleerd. Probeer ze op te delen in de categorieën Licht, Ruimte, Ordening, Vorm Lijn en Kleur. Dit maakt het makkelijker om ze teug te halen voor jezelf. Een ander woord voor deze begrippen zijn beeldende aspecten. Begin je antwoord altijd eerst met het beeldende aspect en vervolgens je uitleg inclusief beeldend middel (begrip). In de toets kun je dus de volgende vragen verwachten:

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Noem 2 beeldende aspecten die ervoor zorgen dat dit schilderij een positief karakter heeft’ Painting Summer in New England
Antwoord: 
– Kleur: De felle, warme kleur van het licht en de heldere, blauwe kleur van het water geven het schilderij een zomerse uitstraling.
– Licht: De harde schaduwen die op de vrouwen vallen geven aan dat de zon fel schijnt en dat het dus mooi weer is.

Nu een vraag over de voorstelling van dit schilderij. ‘Geef 2 aspecten van de voorstelling die ervoor zorgen dat dit schilderij een positief karakter heeft.’

Slide 24 - Tekstslide

Antwoord:
– De ontspannen houdingen van de vrouwen geven aan dat ze het naar hun zin hebben.
– De omgeving waar de vrouwen zich in bevinden ziet eruit als een vakantie-oord. Dit kun je zien aan het heldere water, de zon die schijnt en aan de bergen op de achtergrond.


Let er op dat wanneer je een conclusie trekt in je antwoord, dat je deze wel onderbouwt. Leg dus uit waarom jij vindt dat het eruit ziet als een vakantie-oord als je dat aangeeft.

Slide 25 - Tekstslide

Lees de vragen goed.
- Beantwoord vragen over de vormgeving altijd eerst met het beeldende aspect en vervolgens je uitleg.
- Als er staat dat je iets moet uitleggen, moet je dit zo goed mogelijk doen. 
- Je scoort de meeste punten op je uitleg maar maak je antwoorden niet onnodig lang. 
- Geef nooit meer antwoorden dan er gevraagd worden. Wordt er gevraagd naar 3 aspecten van de voorstellingen en geef je er 5, dan tellen alleen de eerste 3.
- Lees de titel, die kan je veel vertellen over het kunstwerk.
- Betrek de vraag in je antwoord!!

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Link