hyperlink

Digitale vaardigheden
Collage's
Theorie
Google sites
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
InformaticaMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Digitale vaardigheden
Collage's
Theorie
Google sites

Slide 1 - Tekstslide

In deze les leer je:

  1. Wat het intenet is
  2. Wat een browser is.
  3. Wat een link is. 
  4.  Wat een URL is.

Slide 2 - Tekstslide

Het Internet
Een netwerk waar alle computers meer kunnen verbinden.
En gegevens mee kunnen uitwisselen.
Dat kan door aan te sluiten op een wifi netwerk
Of met een internet kabel.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Kaart van internetgebruikers

Slide 5 - Tekstslide

Browser
  • Een browser is een programma waarmee je het internet op kan.
  • Je kan websites bezoeken
  • Wat is het verschil tussen je mail in de outlook app bekijken of het bekijken op internet?

Slide 6 - Tekstslide

Noem een 1 of meer browsers.

Slide 7 - Open vraag

hyperlink of link

Slide 8 - Tekstslide

Wat is een hyperlink? 

is tekst of afbeelding waarop geklikt kan worden om naar 
A)  andere (web)pagina 

Slide 9 - Tekstslide

B:  om naar andere pagina in de website te gaan

Slide 10 - Tekstslide

C: of een link naar een e-mailadres

Slide 11 - Tekstslide

Wat is een URL? 
Afkorting van 'uniform resource locator'.
Nederlands woord voor URL is webadres. 

Een URL geeft een uniek internetadres voor een website of een bestand dat op internet staat. 
Net als je huis heeft ook iedere website zijn eigen adres.

Slide 12 - Tekstslide

Dit zijn URL's of webadressen:  

https://yuverta.nl
www.google.com 
https://sites.google.com/new



Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

URL balk

Menu met links naar andere pagina's 
Tabbladen
Pagina terug

Slide 15 - Sleepvraag

Wat is het verschil tussen een hyperlink en link?
A
hyperink is naar een webadres
B
link is naar een andere pagina
C
link is naar een emailadres
D
er is geen verschil.

Slide 16 - Quizvraag

URL is ?
A
een unieke internetadres
B
een internetadres die vaak voor komt
C
verwijzing naar tekst
D
icon van e-mailadres

Slide 17 - Quizvraag

Op een hyperlink kun je klikken om naar......

A
een andere pagina te gaan
B
naar een andere website te gaan
C
naar een e-mailadres te gaan
D
Antwoord A , B en C zijn goed.

Slide 18 - Quizvraag

Een browser is?
A
een website
B
een zoekmachine
C
een programma om naar het internet te gaan
D
het internet

Slide 19 - Quizvraag