Basisstof 4: Zwanger worden

Basisstof 4: Zwanger worden
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 2

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Basisstof 4: Zwanger worden

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Programma
  • Terugblik
  • Lesdoelen
  • Uitleg basisstof 4
  • Maken basisstof 4
  • Vragen doos!

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Terugblik

.




Terugblik
14.1, 14.2 & 14.3
Huiswerk 

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je nog over basisstof 3: vruchtbaar worden?

Slide 4 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Jongens zijn vruchtbaar als.........................
A
Ze een baard krijgen
B
In de puberteit komen
C
Het volle maan is
D
Schaamhaar krijgen

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De vruchtbare periode is
A
Tijdens de menstruatie
B
Vlak voor de menstruatie
C
Rond de ovulatie
D
Vlak na de menstruatie

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Meisjes zijn vruchtbaar als.....
A
Ze voor het eerst ongesteld worden
B
Borsten krijgen
C
In de puberteit komen

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is menstruatie?
A
Het afstoten van het baarmoederslijmvlies
B
Een ziekte
C
Een manier om bloed te doneren
D
Een manier om zwanger te worden

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Op dag 1 van de menstruatie cyclus begint de menstruatie

A
waar
B
niet waar

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ik heb nog een vraag van de terugblik
Ja, ik heb een vraag.
Nee, geen vragen.

Slide 11 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Basisstof 4: Zwanger worden

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
4.4.8 Je kunt de kenmerken van zaadcellen en eicellen noemen.
4.4.9 Je kunt beschrijven hoe bevruchting bij de mens verloopt.
4.4.10 Je kunt beschrijven hoe een zwangerschap verloopt.
4.4.11 Je kunt uitleggen wat prenataal onderzoek is en hiervan voorbeelden noemen.

Als een zaadcel de eicel na de ovulatie bevrucht, kan de eicel in leven blijven. De bevruchte eicel kan in de baarmoeder uitgroeien tot een kind.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Erectie
Zwellichamen zorgen voor een erectie.

Bij een erectie wordt er extra bloed naar de zwellichamen gepompt. 
Deze worden dan groter en harder. 

Zwellichamen zijn GEEN spieren. Je kan ze niet aanspannen of ontspannen. 

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Erectie    
  • De penis kan stijf worden, dit heet een erectie.
  • Dit wordt veroorzaakt doordat de zwellichamen zich met bloed vullen.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Erectie
  • Inbrengen zaadcellen bij vrouw
  • slap - stijf
  • stijve of erectie 
  • zwellichamen die worden gevuld met bloed 
  • Vervelende momenten een erectie.
  • 's Nachts en 's ochtends. 

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zwellichamen
in de clitoris
  • Net zoals bij de penis heeft de clitoris ook zwellichamen.

  • Tijdens opgewonden toestand van de vrouw vullen deze zich met bloed. Ze vormen een soort kussentjes waardoor de pens makkelijker in de vagina kan.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een erectie?
A
Dan heeft de man een slappe penis
B
Dan heeft de man een stijve penis
C
Dan heeft de man pijn aan zijn penis
D
Dan heeft de man een SOA

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een clitoris?
A
Die gevoelig voor seksuele prikkels
B
Dat is zelfbevrediging
C
Dat is masturbatie
D
Dat kan zorgen voor een orgasme

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De bevruchting vindt plaats in de eileiders.

Na de bevruchting:
  • Delen
  • Naar baarmoeder
  • Innesteling

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

bevruchting
Als de kern van een zaadcel samensmelt met de kern van een eicel dan is dat een bevruchting.

De bevruchting 
vindt in de eileider 
plaats. 


 

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Innesteling
innesteling:
Het klompje cellen zet zich vast in het baarmoederslijmvlies.

De vrouw is dan zwanger.





Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

HCG vanaf innesteling

vanaf innesteling zwanger

Eerste 8 weken na bevruchting --> embryo

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is bevruchting ?
A
de kern van de zaadcel versmelt met de kern van de eicel
B
als het eicelletje gaat innestelen in de baarmoeder.
C
Als de eisprong plaatsvindt
D
als de vrouw ongesteld wordt.

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is 'innesteling'?
A
Het embryo ligt in de verkeerde houding bij de geboorte.
B
een ander woord voor ovulatie.
C
De bevruchte eicel zet zich vast in de baarmoederwand.
D
Haargroei onder de oksels.

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Snap?
😒🙁😐🙂😃

Slide 27 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Nog vragen?
Ja, ik heb een vraag!
Nee, geen vraag.

Slide 28 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Placenta
Rond de vlokken en de uitstulpingen van de blastula vormt de placenta
Het embryo is door de navelstreng verbonden
met de placenta.

In de placenta:
  • Zuurstof en voedingsstofen van moeder 
      naar het embryo
  • Afvalstoffen van het embryo naar 
      de moeder

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In de baarmoeder
Vruchtwater: de foetus drijft in vruchtwater.
Beschermt tegen:
Stoten, uitdroging en temperatuursverschillen.

Vruchtvliezen: liggen om de foetus met vruchtwater

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Echografie en prenataal onderzoek
  • Prenataal onderzoek: onderzoek of ongeboren kind ziek is en wat voor geslacht het kan hebben

Slide 31 - Tekstslide

+/- 10 weken een echo (geluidsgoven): bepalenhoeveel weken zwanger, berekening geboorte 
9-14 wkn: combinatietest --> test syndroom van Down
na 11 wkn: NIPT --> DNA onderzoek via bloed of er erfelijke ziekte is (wetenschappelijk onderzoek).
na 20 wkn: echo --> onderzoek afwijkingen hart, hersenen, organen, ledematen en geslacht
Echografie en prenataal onderzoek

Pre = voor &  nataal = de geboorte -> voor de geboorte
Echo
Combinatie-test
Nipt
(vruchtwaterpunctie
vlokkentest)

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zien we hier een echo van een jongen of een meisje?
A
Jongen
B
Meisje

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de functie van de placenta?
A
De baby beschermen tegen schokken en stoten van buitenaf
B
Zuurstof, voedingstoffen en afvalstoffen uitwisselen tussen moeder en baby
C
De placenta is een soort nestje voor de baby, meer niet
D
De moeder beschermen tegen het geschop van de baby

Slide 34 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In de placenta
A
Wordt bloed van het kind gewisseld met bloed van de moeder
B
Stroomt bloed van het kind langs bloed van de moeder

Slide 35 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een echo?
A
Een foto maken van de foetus.
B
Beeld van een foetus in de baarmoeder dat met geluidsgolven wordt gemaakt.
C
Een video opnamen maken.
D
een foto maken van de buik.

Slide 36 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag!
Maak basisstof 4
timer
15:00

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies