Driedimensionale figuren

Driedimensionale figuren
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
RekenenPraktijkonderwijsLeerjaar 4

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Driedimensionale figuren

Slide 1 - Tekstslide

Startklaar
Zorg dat je tafel leeg is.
Luister naar de docent zodat we snel kunnen starten met de opdrachten. 

Slide 2 - Tekstslide

Inleiding
Vandaag gaan we het hebben over twee en driedimensionale figuren. We beginnen met bespreken  van de rekentoets.
Bekijk je toets, tel de punten na.
Heb je vragen steek je vinger op. 

Slide 3 - Tekstslide

tweedimensionale figuren
Tweedimensionale figuren hebben geen diepte. Ze hebben een lengte en een breedte.
Een vierkant is bijvoorbeeld een tweedimensionaal figuur.

Slide 4 - Tekstslide

Welke 3 tweedimensionale vormen ken je nog naast het vierkant?

Slide 5 - Open vraag

driedimensionale figuren
driedimensionale figuren hebben wel diepte. Ze hebben een lengte, breedte en diepte.
Een kubus is bijvoorbeeld een driedimensionaal figuur.

Slide 6 - Tekstslide

Twee en drie dimensionale figuren


Je krijgt zo een aantal vragen te zien die over twee- en driedimensionale figuren gaan. 
Succes

Slide 7 - Tekstslide

Wat is de driedemensionale naam voor een vierkant?
A
kubus
B
balk
C
driehoek
D
cirkel

Slide 8 - Quizvraag

Wat is de driedemensionale naam voor een driehoek?
A
cilinder
B
dobbelsteen
C
balk
D
piramide

Slide 9 - Quizvraag

Wat is de driedemensionale naam voor een rechthoek?
A
balk
B
kubus
C
plank
D
bol

Slide 10 - Quizvraag

Wat is de driedemensionale naam voor een cirkel?
A
bal
B
bol
C
rondje
D
cilinder

Slide 11 - Quizvraag

Slide 12 - Tekstslide

Welk driedimensionaal figuur zag je op de vorige foto?

Slide 13 - Open vraag

Leerdoelen
- Ik kan driedimensionale figuren herkennen.
- Ik kan 4 tweedimensionale figuren benoemen.
- Ik kan uitslagen van 3D-figuren knippen en plakken.
- Ik weet het verschil tussen twee- en driedimensionale figuren.

Slide 14 - Tekstslide

Instructie:
Ruimtelijke figuren hebben drie dimensies:  een lengte, een breedte en een diepte.
Daarom noem je ze driedimensionale figuren of 3D- figuren.

Slide 15 - Tekstslide

Kubus

Slide 16 - Tekstslide

Balk

Slide 17 - Tekstslide

Piramide

Slide 18 - Tekstslide

Bol

Slide 19 - Tekstslide

Cilinder

Slide 20 - Tekstslide

Balk
kubus
piramide
bol
cilinder

Slide 21 - Sleepvraag

Aan de slag:
B boek: Je maakt opdracht 13 blz 23. 
Dit is een uitknippen en in elkaar zetten van de drie dimensionale figuren.
Als je de figuren in elkaar hebt gezet, steek je even je vinger op.
Laat mij je figuren zien.

Daarna mag je de eindopdracht maken -> de robot
timer
20:00

Slide 22 - Tekstslide

Evaluatie
Schrijf op de post-it die je hebt gekregen  4 basisfiguren tweedimensionaal en driedimensionaal op die je vandaag hebt geleerd.  Plak ze op het whiteboard.

Slide 23 - Tekstslide

Wat voor cijfer geef jij jezelf voor deze les?
010

Slide 24 - Poll